Vanuit de weilanden waaide er wat sneeuw op de grote weg. Ik was in mijn gedachten de overweging aan het maken of dit nu driftsneeuw was en ik koppelde daaraan de gedachte dat ik dit keer nog iets meer alert zou moeten zijn dan gewoonlijk. Ook vroeg ik mij even af of het nu echt wel verantwoord was om helemaal naar Den Haag te rijden. Ik stelde mijzelf gerust. In het weerbericht had ik toch gehoord dat de dooi pas in de avond in Zeeland zou beginnen en dat de aanval traag zou verlopen en het noorden waarschijnlijk niet zou bereiken. Ik zou dus al lang en breed weer thuis zijn als het onveiliger op de weg zou worden. Dit alles had ik al overdacht voordat ik in de verte een blauw zwaailicht zag. Het was nog geen drie kilometer van ons dorp vandaan. Ik minderde vaart en sloot aan bij het rijtje auto's. Het leek wel of er in die hele lange bocht een obstakel op de weg lag waar het tegemoetkomend verkeer omheen moest. Opeens hoorde ik politiesirenes en zag ik nog meer zwaailichten. Het tegemoetkomend verkeer begon langzaam op gang te komen en de rij auto's aan onze kant verplaatste zich ook een klein stukje. Toen zag ik opeens de auto rechts van mij op de kop in de sloot liggen. De knipperlichten deden het nog. Ik schrok hevig. Dit zag er niet goed uit. Ik kon me niet voorstellen dat mensen hier ongedeerd uit hadden kunnen komen. Mijn eerste reactie was dat ik de neiging voelde opkomen om niet verder te gaan, maar terugkeren naar huis. Ik werd wat angstig om verder te rijden. De politiemensen waren inmiddels klaar met het aantrekken van hun hesjes en gingen bezig het verkeer in banen te leiden. Onze rij was aan de beurt en ik was blij dat ik verder kon, weg van die plek. Na een honderd meter rijden zag ik een tweede auto zwaar beschadigd op de andere rijstrook staan. Naar mijn inschatting beloofde dit niet veel goeds. Enigszins aangedaan reed ik verder. Met een grote zucht probeerde ik afstand te nemen. Op de rondweg van onze hoofdstad kocht ik de geplande bos bloemen en met het wegrijden van elke kilometer voelde ik mij rustiger worden en eenmaal op de verjaardag aangekomen legden heel andere zaken beslag op de ruimte in mijn gedachten.
Er gebeurde zoveel. Na ruim een jaar zag ik mijn beide kleindochters weer eens samen. Nina en haar moeder zijn weer een weekje in ons land en samen met zoonlief waren ze ook van de partij. Nina, Rixte en haar vriendinnetjes hadden een heerlijke middag en ik vond het heerlijk om dit vanuit mijn ooghoeken te kunnen gadeslaan. Dat is voor mij echt genieten. Toen alle drukte wat voorbij was heeft Nina de trui even gepast en zijn er de nodige foto's gemaakt. De terugreis leverde geen problemen op. Toen ik langs de plek des onheils kwam heb ik even schichtig opziij gekeken, maar natuurlijk was er niets meer te zien. Wat was ik blij toen ik na enig research las dat de bestuurders met de schrik vrij gekomen waren. Het was weer een enerverend dagje, maar mede doordat dit ongeluk zo'n goede afloop kende heb ik moe, maar wel met een tevreden gevoel mijn bed opgezocht.
Ja, het zien van zo’n ongeluk zet je even aan het denken.
Gelukkig ben je wel doorgereden en heb je een leuke dag gehad.
En toen ook nog eens gelezen dat het met de onfortuinlijke bestuurders goed afgelopen is.
Goed slot van een mooie dag.