EERTIJDS 48
KABOUTERTIJD
Met de rubriek EERTIJDS wil ik een jaar lang, wekelijks een blogje maken over een voorwerp wat meer dan 50 jaar oud is. Dit kan van alles zijn. Iets uit mijn jeugd, iets van mijn vader of moeder, iets wat op een of andere manier bij mij terecht is gekomen, maar het MOET 50 jaar of ouder zijn. De herinneringen aan het voorwerp zal ik beschrijven en van het voorwerp plaats ik een foto.
Het is weer paddenstoelentijd; ik heb niet elk jaar de associatie met mijn "kabouter" tijd, maar dit jaar wel. Ik wist al heel lang dat ik een 'EERTIJDS' over dit onderwerp wilde maken, maar dan wel in de herfst, in de tijd van mijn zogenaamde installatie tot kabouter. Omdat de rubriek bijna ten einde loopt, is het nu het juiste moment.
De installatie was dus eind november 1959, ik was dus 8 jaar; altijd gedacht dat ik 7 jaar was. Waarom ik naar de padvinderij ben gegaan weet ik eigenlijk niet goed. Mijn ouders vonden het kennelijk een goed idee. De jongste zus van mijn vader was ook padvindster geweest en ik denk dan ook dat dit mede een rol gespeeld heeft. Maar opeens "moest" ik dus op zaterdagmiddag naar de padvinderij.
Het was een hele vreemde wereld voor mij. De leidsters moesten we Oehoe en Toewiet noemen, behalve ook een paar nieuwkomers, liep de rest van de meisjes in een bruin jurkje met een gele das en een bruine muts op en waarom zij kabouters genoemd werden was mij vooral in het begin geheel niet duidelijk.
De middag begon altijd in de kring en dan stonden we rond een grote paddestoel en moest één van de meisjes met 2 vingers op de paddestoel de eed afleggen.
Daarna werd er in vier groepjes in een hoek van de ruimte wat gewerkt aan opdrachten. Zo'n groepje heette een volkje en had ook een naam, maar dat weet ik niet meer. Halverwege de middag werden de hoekjes opgeruimd en gingen we met de grote groep spelletjes in de kring doen. Dat vond ik altijd heel erg leuk.
Na niet een heel lange tijd kreeg ik ook een bruin jurkje, een das een muts en een riem, maar de das mocht ik nog niet dragen, dan moest je eerst als kabouter geïnstalleerd zijn. Dat was eind november en toen begon ik mij ook steeds meer op mijn gemak te voelen in deze voor mij toch wel wat vreemde wereld waar ik niet echt op voorbereid was geweest. Ik vond het dan ook niet echt leuk als mijn vader en mijn broer Jan mij plaagden met de belofte die ik had moeten afleggen, een kabouter zal altijd en overal helpen, vooral thuis!
Maar ik kreeg in die groep wel vriendinnetjes. Lia en ik leken het uitstekend met elkaar te kunnen vinden en NOG STEEDS! Zij is mijn vriendin voor het leven geworden. Samen met Ina R. en Dineke H. vormden we een viertal dat de hele boel op stelten kon zetten. Ik kan mij nog altijd een kamp herinneren dat Ina boven in een boom zat en luidkeels de hit Norma zong. Geen idee meer hoe dat nummer echt heette, maar ik kan het begin nog steeds beginnen te blèren. Norma, hoe-oehoe-oe-oe Norma
Rond ons twaalfde jaar zijn we overgevlogen naar de padvindsters. Na een jaar is het groepje uit elkaar gespat, ik ging verhuizen naar de Achterhoek en de anderen vonden het toch niet meer zo leuk. De vriendschap met Lia is altijd gebleven.
De uitgereikte kaarten van de installaties en het overvliegen zijn in de doos van de diploma's terecht gekomen en zodoende altijd bewaard gebleven. Tja, wat moet je er mee? Niks, gewoon weer in de doos terug doen. Het heeft me in ieder geval weer even een prettige en waardevolle herinnering gebracht.
klikzeven reacties
Zelf heb ik geweldig goede herinneringen aan de padvinderij⚜️
Ik ben jaren Oehoe (=wijze ???? bruine uil) geweest. Vele avonturen met de kabouters van toen beleefd. Nog altijd kijk ik er met heel veel plezier op terug.
Zelfs nu heb ik nog contact met vrienden uit die tijd, uit Stadskanaal ????!
Ik heb ook bij de welpen en daarna bij de verkenners gezeten. Toch een leuke tijd daar gehad. Ook ik heb er een vriend voor het leven aan over gehouden. ik weet welk lied je bedoeld, volgens mij was het Norman, maar verder weet ik het ook niet meer.
Joop was leider bij de zeeverkenners in Middelburg toen ik hem leerde kennen, ze hadden sloepen, waar wij dan ook weleens mee gingen varen op het Veerse meer. Leuk dat je er nog tastbare herinneringen aan hebt.
De padvinderij was inderdaad een wereld apart die ik alleen maar zijdelings meekreeg omdat mijn jongste broer bij de verkenners zat. De kinderen leerden er best wel veel nuttige dingen.