Take Five
Een dag voor zijn verjaardag, op vijf december is Dave Brubeck overleden. Bijna 92 jaar. Een jaar ouder dan mijn vader, wiens verjaardag we afgelopen zondag gevierd hebben. Van beide mannen heb ik een klein beetje muziekbagage meegekregen.
Mijn vader speelde tuba in het fanfaremuziekkorps De Eendracht in Apeldoorn. Echt mooi vond ik de klanken die hij uit dit muziekinstrument tevoorschijn haalde niet, maar ik had als kind wel bewondering, dat hij er geluid uit kreeg. Hoe hard ik het ook probeerde, dat mocht zo af en toe, niets, geen enkel geluid. Maar hij, mijn vader, wist toch maar mooi, de juiste noten die in het boekje stonden, met behulp van maar drie ventielen op het instrument, ten gehore te brengen. Het klonk zo lekker vertrouwd als ik al in mijn bed lag en hij 's avonds een poosje repeteerde, het hinderde mij totaal niet om de slaap te vatten.
Ik leerde van hem wat het verschil is tussen een harmonie en een fanfare en hij was trots op mij toen ik het notenschrift kon lezen, maar het luisteren naar muziek vond ik moeilijk. Wanneer het korps speelde kon ik de verschillende instrumenten niet van elkaar onderscheiden. Ik hoorde bijna nooit het riedeltje waar mijn vader thuis zo ijverig op gestudeerd had.
Ergens zal het vast wel een plekje in mijn hoofd gevonden hebben, waardoor ik ontvankelik werd voor andere riedeltjes. Ik zal nog maar negen of tien jaar geweest zijn toen ik Take Five van Dave Brubeck op de radio hoorde. Het riedeltje is nooit meer uit mijn hoofd gegaan. Een paar jaar later vond ik in een platenbak met uitverkoopsingletjes bij V en D een ep-tje met daarop dit nummer. Ik heb het voor een gulden gekocht en tot vervelendst toe gedraaid.
Als puber nam ik mij voor om mij wat meer in de jazzmuziek te verdiepen, maar het is er niet van gekomen. Het was misschien ook meer vanuit een behoefte om bijzonder te zijn. Klassiek sprak mij, toen ik jong was niet echt aan, popmuziek werd in die tijd als oppervlakkig en als weggooiprodukt gezien, dus leek het mij wel wat om belangstelling te hebben voor een wat bijzondere muzieksoort, de jazz. Waarschijnlijk was die muziek in die vorm toen niet toegankelijk genoeg voor mij.
Ook nu ben ik nog steeds geen echt groot jazzliefhebber, alhoewel ik wel steeds meer kan genieten als ik een jazzmuzikant zie optreden. Vooral de saxofoon mag zich dan in mijn echte belangstelling verheugen en voor makkelijke toegankelijke riedeltjes kan ik nog altijd warm lopen.
Een heerlijk stukje muziek. Goede Jazz kan mij altijd wel bekoren. Ik wist niet dat het al zo oud was.