Hoe dom kan een mens zijn. Heel dom dus. Om nu te zeggen dat het in de afgelopen weken echt heel springend goed met mij ging en ik prima in mijn vel zat, nou nee, dat was niet echt het geval. De slapeloosheid stak zo nu en dan de kop weer op, depressieve gevoelens moest ik steeds vaker naar de achtergrond wegduwen en echt overlopen van energie deed ik ook niet. Allemaal klachten die horen bij het Prikkelbare Darm Syndroom waar ik de laatste maanden weer meer en meer last van kreeg. Een tegenvaller, want de hele winter had ik er niet of nauwelijks last van gehad. Vanmorgen vroeg P. of hij de zomerkoninkjes ook weer op tafel moest zetten....... "Ja lekker," was mijn antwoord ik zag de beschuit me die rode vruchten al voor mij. Gisteren had hij zo heel terloops eens gevraagd of het wel zo'n goed idee was dat ik mij telkenmale tegoed deed aan die heerlijke zomerse lekkernij. Verbaasd had ik gereageerd dat hij na zoveel jaar toch wel wist dat ik hier helemaal aan verslingerd was. Hoe kon hij nu denken dat dit niet goed voor mij was, totdat.....Ik was halverwege de trap en opeens kreeg ik hele vage herinneringen aan vorig jaar. Ergens, heel ver weg leken er wel herinneringen boven te komen drijven dat ik toen ik na verschillende aanvallen gestopt was met het eten van aardbeien en dat daarna mijn klachten ook vrij snel waren verdwenen. Tijdens het ontbijt ging het gesprek natuurlijk hierover, maar P. kon het, ondankds de opmerking die hij gemaakt had, zich niet echt herinneren. Ik heb mijn beschuitje met de aardbeien nog opgegeten, maar echt smaken deed het mij niet meer. Gedurende deze dag raakte ik er steeds meer van overtuigd dat die aardbeien wel eens de boosdoeners van al die aanvallen waren geweest. Het was alsof ik mijzelf aan onze vrienden hoorde uitleggen dat, hoe gek het ook was, maar dat die zaadjes aan de buitenkant van de aardbei waarschijnlijk de boosdoeners waren die mijn darmen zo prikkelden. Vanmiddag kwamen die desbetreffende vrienden op bezoek en natuurlijk waren de aardbeien bijna het eerste onderwerp van gesprek. Zij herinnerde zich maar al te goed mijn verhaal van vorig jaar over de aardbeien. Dat was toen ten tijde van de aardbeiendag op Wimbledon. Ik heb de aardbeien onmiddellijk in de ban gedaan en nu maar eens zien of dit het gewenste resultaat oplevert. Eigenlijk weet ik dit wel bijna zeker en ik verheug mij er op dat ik binnenkort weer gewoon normaal zal zijn zonder al die vage klachten die de kwaliteit van het leven op een vervelende wijze beïnvloeden.
Tijd voor een artikeltje in de categorie voedsel, dacht ik zo, want het is al weer een tijdje geleden, dat ik daar een blogje aan gewijd heb. En tijd heb ik nog wel even, vol op, dat is niet het punt. Nee, het is veelmeer, dat de noodzakelijkheid wat aan urgentie ingeboet lijkt te zijn, want sinds ik niet meer donkerkloosterbrood met veel granen, zonnepitten en andere toevoegingen van zaden eet, lijken mijn darmen tot rust gekomen te zijn. En ik had deze categorie nu eenmaal aangemaakt met de opzet om te kunnen schrijven over voedsel wat mij van nature niet heeft aangestaan, maar wat ik in de loop der jaren ben gaan leren eten. Dat was dus ook het geval met dat bruine brood. Tot voor een jaar at ik alleen maar witbrood en had ik dus nooit problemen.......Maar daarover wilde ik het nu eigenlijk helemaal niet hebben.
In de krant van afgelopen vrijdag stonden verschillende artikelen die allemaal met voedsel te maken hadden en daarover wil ik het één en ander kwijt.
Zo las ik dat vorige week horden kinderen in het Natuurmuseum in Leeuwarden lekkere sprinkhanen en meelwormen in hun koekenpannetjes hebben gebakken en verorberd. Volgens een medewerkster van dat museum is dit het voedsel van de toekomst en is het gezond en goed voor het milieu. Het zal wel, maar ik hoef het niet. Het staat mij van nature tegen dus ga ik het ook niet uitproberen. Wie weet wat voor enge kwalen ik daar van zou krijgen
Ook zal ik niet met de verwachte trend meedoen om vanwege de recessie vaker naar een fastfoodrestaurant uit te wijken. Zo heel af en toe een patatje behorend bij een menu als ik uit eten ga vind ik lekker. Maar ja, door de crisis zal er minder uit eten gegaan kunnen worden en zal ermeer gebruik gemaakt gaan worden van de fastfoodrestaurants. Mij zul je daar zelden in aantreffen. Ik houd er niet zo van. Toch zal de fastfoodsector als enige horecaonderdeel geen last van de economische malaise hebben zo is de verwachting. De schappelijke prijs van fastfood speelt hierbij een grote rol. Mensen willen nu eenmaal niet altijd zelf koken,.
Zou dit dan een oplossing zijn? Afdingen op de prijs van een speciaal onderhandelingsmenu. Binnenkort zal dit in restaurant Cuba Libre in Vijlen regelmatig gebeuren, zo las ik in die zelfde krant. Ook, zo las ik verder, overweegt men daar met een speciaal crisismenu te komen. Waaruit dat bestaat is nog niet bekend. Ik vrees met grote vreze dat het zal gaan bestaan uit sprinkhanen en meelwormen. Dat gedoe in dat museum van Leeuwarden was vast een voorproefje
Eén gelukje voor mij, gelukkig vind ik het niet erg om dagelijks mijn eigen potje te koken en dat blijf ik dan maar gewoon doen. En ik ben al lang blij dat die vervelende darmklachten over lijken te zijn. Toch laat ik de categorie voedsel blijven. Er zal zo af en toe best nog wel eens een onderwerp voorbij komen wat hierin geplaatst kan worden.
Het was een gewoon vooroorlogs vrijstaand huis waar mijn vriendinnetje in woonde. Net voorbij halverwege het huis stond er dwars op het huis een schutting die de grote achtertuin aan het zicht van de weg onttrok. Een deur in de schutting gaf toegang tot het achterom, wat bestond uit een groot betegeld plein wat weer afgesloten was met een stenen schuurtje en een aangebouwde houten schuur. Daarachter bevond zich een immense groentetuin. Het binnenpleintje en de houten schuur was de speelplaats van mijn vriendinnetje en mij. Ik woonde daar ook een beetje, want de vader van Magda had gezorgd dat er twee schommels waren. Eén voor Magda en één voor mij. Uren hebben we daar geschommeld.
De houten schuur had aan de zuidkant heel veel glas en kon daarom bij koud weer al heel gauw als speelhuis dienen. Ome Heimen, zoals ik Magda's vader noemde, had daar een schoolbord voor ons gemaakt. Een hele grote zodat we daar samen op konden schrijven en we hebben er eindeloos schooltje gespeeld. Ook was er in die schuur ruimte voor 2 binnenschommels. Mijn moeder wilde er nog wel eens vreemd tegenaan kijken dat wij altijd in de schuur speelden, maar ik heb er een heerlijke tijd gehad.
Natuurlijk kregen we van tante Ans zo af en toe een versnapering. Ik was niet echt een meisje die dol op fruit was, maar ja als je iets kreeg moest je het ook opeten. We kregen nogal eens een halve sinaasappel en als het de tijd van het jaar was, en ik denk dat dit de herfst is, was het een bloedsinaasappel. Ik vond het sowieso altijd moeilijk om die halve sinaasappel netjes uit te eten, maar ik had een haat/liefde verhouding met die bloedsinaasappels. Het vreemde rode van de sinaasppel sprak me wel aan, maar om nu die halve sinaasappel zo schoon te krijgen zodat er geen vruchtvlees meer in zat, bleef ik een hele klus vinden. Bovendien gingen mijn mondhoeken er heel vaak pijn van doen.
Nu ik aan het uitzoeken ben welk voedsel wel en niet geschikt voor mij is, moest ik hier opeens weer aan denken. Net zoals melk, pasten sinaasappels niet zo bij mij. Nu lust ik ze wel, maar ik krijg heel veel last van brandend maagzuur als ik ze eet. Sinaasappels heb ik dus ook maar weer van mijn voedingslijst geschrapt.
Ik herinner het mij als een mooi gezicht, de twee kratten vol met die kleine melkflesjes van het formaat kwartliter, met hun felle blauwe doppen. Het rammelde ook zo leuk als de melkboer 's morgens de twee kratten kwam afleveren. De kratten werden in de hal van het schoolgebouwtje gezet. Vervolgens pakten de beide juffen een krat en droegen dat het klaslokaal binnen. En dan ging het fout. In mijn ogen dan. Zeker als het gevroren had. Dan zette de kleuterjuf de kratten dicht bij de verwarming, zodat de ergste kou er af zou zijn als wij, de kleuters, de melk op moesten drinken.
Ik vond dat heel erg, want ik lustte geen lauwe melk. Eigenlijk lustte ik helemaal geen melk, maar als deze goed koud was, dan had de melk minder smaak, waardoor ik iets minder moeite had om het flesje leeg te krijgen. Warme melk lustte ik al helemaal niet. Mijn dagelijkse portie melk kreeg ik binnen doordat mijn moeder elke dag een beker chocoaldemelk voor mij maakte. Ook dronk ik wel koffie met warme melk. Koffie-exract, aangelengd met heel veel melk, maar een extra flesje melk was altijd goed, zo was toen de gedachte.
Het was elke dag een strijd om op de kleuterschool die extra melk naar binnen te krijgen. Een strijd voor mij en een strijd voor de juf. Tijdens een huisbezoek kwam dit alles ter sprake en de juffrouw deed aan mijn moeder het vriendelijke verzoek om mij te laten stoppen met het schoolmelkplan. Mijn moeder stemde er in toe. Ik behoorde vanaf dat moment tot de paar kleuters die een uitzondering waren omdat ze geen melk dronken.
Ik schoot in de lach toen ik bij mijn speurwerk naar het prikkelbare darmsyndroom tegenkwam dat mensen met deze kwaal niet altijd goed melk verdragen. Had ik mijzelf in de laatste tien jaar eindelijk aangeleerd om melk te drinken...... U begrijpt het al, uit voorzorg stop ik hier maar weer mee.
|
Toon berichten 1-4 van 4 |