DE BRIEVENWEGER
Met de rubriek EERTIJDS wil ik een jaar lang, wekelijks een blogje maken over een voorwerp wat meer dan 50 jaar oud is. Dit kan van alles zijn. Iets uit mijn jeugd, iets van mijn vader of moeder, iets wat op een of andere manier bij mij terecht is gekomen, maar het MOET 50 jaar of ouder zijn. De herinneringen aan het voorwerp zal ik beschrijven en van het voorwerp plaats ik een foto.
Ach het ding staat ergens verloren op het ongebruikte bureau dat boven op zolder staat. Mijn oog viel er op toen ik in de afgelopen dagen vanwege het mooie weer het dakraam maar eens open zette. Het is één van de voorwerpen in het steeds kleiner wordende rijtje van dingen om in deze rubriek met een bijpassend verhaaltje in de schijnwerper te zetten.
Het is met het samenvoegen van de huishouding van P. en mij in mijn huishouding terecht gekomen. Hij was politiek nogal actief, zat in een aantal actiegroepjes waarvoor nogal eens wat post verstuurd moest worden en dan was het wel handig om zelf te kunnen afwegen hoe zwaar de brieven waren, om ze juist te kunnen frankeren.
Ook ik heb in onze begin jaren veel gebruik gemaakt van deze brievenweger. Ik was druk aan het solliciteren om een baan te vinden, en je mocht dan zeker niet het risico lopen dat er te weinig porto op de enveloppe was geplakt.
De termen frankeren en porto zullen steeds minder gebruikt gaan worden, want post versturen, het gebeurt niet zo vaak meer. Zelfs geen verjaardagskaartjes heb ik gemerkt. Alles gaat tegenwoordig digitaal. Het is niet voor niets, dat de Post NL de bezorgingen wil verminderen naar drie keer per week. Ook worden er her en der brievenbussen weggehaald.
De tijd, dat ik het tijdstip van de komst van de postbode scherp in de gaten hield, ligt ook al ver achter mij. Ik was altijd nieuwsgierig òf en zo ja wat de postbode voor mij had. Het kon soms heel verrassend zijn.
Postbode zijn was vroeger ook een vak waarvoor geleerd moest worden, zo weet ik mij nog te herinneren. Het kwam nogal precies met aangetekende brieven en wat dies meer. Een postbode moest een examen afleggen en had daardoor ook enige vorm van status. Ik weet dat er in de vijftiger jaren in Apeldoorn ook een heus muziekkorps was met louter en alleen postbodes als muzikant. En omdat dit korps door de staat gefinancierd werd, had dit korps ook net iets betere instrumenten en ook mooiere uniformen dan het muziekkorps waarvan mijn vader lid was, wat dan weer leidde tot enige jaloezie. Ik hoor het mijn vader nog zeggen: ja, daar kunnen wij toch niet tegenop, als ze, De Post, zoals ze genoemd werden, bij een concours wel in de prijzen waren gevallen.
Maar goed, lang vervlogen tijden, hier en daar verwerkt in de tv serie 'toen was geluk heel gewoon' wat inmiddels ook al lang tot het verleden behoort.
Het weeginstrumentje staat dus nu werkeloos op zolder en zal daar ook nog wel even blijven staan. Het heeft in ieder geval nog een aardig blogje opgeleverd.
klik
ZONDAGSSLOKJE
Met de rubriek EERTIJDS wil ik een jaar lang, wekelijks een blogje maken over een voorwerp wat meer dan 50 jaar oud is. Dit kan van alles zijn. Iets uit mijn jeugd, iets van mijn vader of moeder, iets wat op een of andere manier bij mij terecht is gekomen, maar het MOET 50 jaar of ouder zijn. De herinneringen aan het voorwerp zal ik beschrijven en van het voorwerp plaats ik een foto.
Natuurlijk maak ik de rubriek "EERTIJDS" wel af, alleen is door diverse omstandigheden de regelmaat er een beetje uit, maar het komt goed! Dit keer heb ik gekozen voor een paar glazen die nog afkomstig zijn uit het glasservies van mijn moeder. Ik kan niet meer helder krijgen waar de glazen uitgestald stonden, op de zogenaamde theetafel? nee ik denk in het dressoir, achter een glazen deurtje. Al schrijvend weet ik het bijna zeker. Van tijd tot tijd vond mijn moeder dat de glazen met een droge theedoek afgestoft moesten worden, omdat ze er anders stoffig uit gingen zien en dat was een mooi taakje voor mij toen ik als tien- twaalfjarige dochter geacht ging worden een steentje bij te dragen in het huishoudelijke werk.
Op verjaardagen met soms wel 25 mensen op bezoek, werden deze glazen niet veel gebruikt, daar waren ze veel te kwetsbaar voor. Ik kan mij wel herinneren dat als er een oom en tante een hele zondag op visite kwamen, de glazen op een poot gebruikt werden voor een glaasje advocaat. De mannen dronken dan een biertje uit het grote glas of een borreltje uit de kleine borrelglaasjes, maar daar is er niet één meer van.
Ik heb ook wel iets met glazen, vandaar dat ik ze meegenomen heb bij de verhuizing van mijn vader, na het overlijden van mijn moeder. Een tijdje hebben we de gewoonte gehad om op zondag deze glazen te gebruiken voor een glaasje sherry, maar gezien de kwetsbaarheid ben ik daar weer mee opgehouden. Bovendien zijn wij overgestapt van een glaasje op de zondagmorgen naar één Hertog Jan Prestige biertje laat op de zondagmiddag, met een paar borrelhapjes. Het glaasje op de zondagmorgen maakte ons voor de verdere dag te slaperig.
Dat kwam gisteren even ter sprake toen we met Lia en Wim, u weet misschien nog wel, het vriendinnetje vanuit mijn jeugd, met wie ik al meer dan 65 jaar het lief en leed uit mijn leven deel, even een drankje zouden drinken. Zij staan een paar dagen op een camping bij ons in de buurt, en ja dan kan een bezoekje natuurlijk niet uitblijven. Een omgekeerde situatie van vorig jaar, toen wij dicht bij daar waar zij wonen, op een camping verbleven.
Toen ik na de afwas het glaswerk van de frisdrankjes, ook dat kan in mooie glazen geserveerd worden, weer terugzette in de glazenkast, viel mijn oog op die paar glazen van het glasservies van mijn moeder. Ah, dat zou het onderwerp van een nieuwe "EERTIJDS" zijn. Niet meer twijfelen over andere onderwerpen. Dit moest het worden, zo kon ik toch een kleine verbinding maken met het verleden en het nu. Altijd leuk als ik daar in slaag.
klik
KLERENHANGER
Met de rubriek EERTIJDS wil ik een jaar lang, wekelijks een blogje maken over een voorwerp wat meer dan 50 jaar oud is. Dit kan van alles zijn. Iets uit mijn jeugd, iets van mijn vader of moeder, iets wat op een of andere manier bij mij terecht is gekomen, maar het MOET 50 jaar of ouder zijn. De herinneringen aan het voorwerp zal ik beschrijven en van het voorwerp plaats ik een foto.
Bij het uitruimen van de caravan kwam ik deze klerenhanger tegen. Of is het kleerhanger, want dat gaf de zoekmachine aan toen ik het woord ter controle even opzocht, maar goed, die kwam ik dus tegen. Een heel oud beestje, die ondanks het verdriet van het afscheid moeten nemen van de caravan, toch even een glimlach op mijn gezicht toverde.
Ik was weer even met mijn moeder aan het winkelen in Apeldoorn, in de Hoofdstraat. Ik zal zo'n jaar of twaalf, dertien zijn geweest en voor het eerst kreeg ik iets van het begrip mode mee. Rekken vol met zwarte truien met een col. Het modeartikel van toen, een must have voor iedereen die bewonderaar was van De Beatles. Zij droegen immers zo'n trui.
Mijn moeder streek haar hand over haar hart en ik mocht er één hebben. Ik was de koning te rijk. Na de zwarte trui, kwam de licht blauwe trui met col, maar dat was pas een jaar later. Toen was er nog niet zo'n snelheid in deze branche. Een vooruitstrevende jongen in mijn klas had er één, maar ik geloof dat hij de enigste is gebleven.
Wonderlijk hoe zo'n voorwerp je weer even in een tijd van 60 jaar geleden kan verplaatsen. Ik vraag me wel eens af, zou de jeugd van nu, 12 13 jaar oud, als ze later ook op een leeftijd zijn, die ik nu heb, ook nog van die intense herinnerringen hebben aan de tijd toen ze net de wereld gingen ontdekken? Ik zal geen antwoord op die vraag krijgen, het is te ver weg. Ik ga dat niet meer meemaken.
Ik heb wel een antwoord op een vraag die ik mij altijd gesteld heb, hoe zou ik denken als ik later oud ben. Het antwoord is: gewoon onder ogen zien dat het leven een keer ophoudt en dat er afscheid genomen moet worden als iets niet meer gaat, zoals het op stap gaan met de caravan. En omdat dat ook bij het leven hoort, merk ik dat, na enig verdriet, er toch ook een soort vrede gaat ontstaan. Oud worden is ook een proces, net als teenager worden, zoals dat toen in die tijd nog heette. En de dagen van de teenager waren niet altijd feestdagen, net zomin als de dagen in het oud worden/zijn niet altijd treurdagen zijn.
klik
O HAPPY DAY
Met de rubriek EERTIJDS wil ik een jaar lang, wekelijks een blogje maken over een voorwerp wat meer dan 50 jaar oud is. Dit kan van alles zijn. Iets uit mijn jeugd, iets van mijn vader of moeder, iets wat op een of andere manier bij mij terecht is gekomen, maar het MOET 50 jaar of ouder zijn. De herinneringen aan het voorwerp zal ik beschrijven en van het voorwerp plaats ik een foto.
Vanmorgen was ik al vroeg wakker en lag ik mij wat te wentelen in de fijne herinneringen die ik heb van de Hemelvaartsdagen van weleer. Heel vroeger gingen we de puzzelrit fietsen die in de Apeldoornse Courant stond. Broerlief vertelde deze week nog dat hij zich herinnerde dat hij met onze vader dan om zes uur 's morgens vertrok, dat was het echte dauwtrappen. 's Middags fietste mijn vader dan met mijn moeder en mij en soms nog met andere familie die aansloot de kortere puzzelrit.
In de Achterhoek, waar ik vanaf mijn 13e woonde, ging het weer heel anders, daar maakte het muziekkorps in aller vroegte, om 5 uur of zo, een rondje van een kilometer of 5 en dan liep ik met mijn vriendinnen ook mee en met ons vele anderen. Op de helft was er een koffiestop en daar was het altijd reuze gezellig.
Met onze kinderen gingen we vaak naar de bloemetjesmarkt in Leeuwarden, druk maar ook heel gezellig. Al mijmerend wist ik opeens waar mijn volgende EERTIJDS over zou moeten gaan. Over de LP Oh Happy Day van de Edwin Hawkins Singers. Ik was 18 jaar en het is de eerste LP die ik gekocht heb. Ik had al wel een paar singeltjes maar een LP vond ik toch wel heel erg duur. Ik was de enige die de nieuwe popmuziek mooi vond en de het commentaar op mijn gekochte singeltjes was niet mals. Dat was geen muziek, dat was herrie.
Met Oh happy day dacht ik mij geen buil te kunnen vallen, want dit was toch echt mooi, al was het geen Mahalia Jackson. Maar nee, pa en ma vonden het het toch niet mooi, totdat er een tante en oom uit Apeldoorn een paar dagen kwamen logeren. Zij vonden dat mijn ouders kinderachtig waren om mijn muziek steeds af te kraken. En met Oh Happy Day was al helemaal nix mis! Vanaf dat moment werd het meer gewoon gevonden, dat als ik thuis was, op zaterdagmiddag graag het radioprogramma over de wekelijkse top tien wilde horen.
Ik was er van overtuigd dat ik de LP zo kon vinden tussen alle andere LP"s die boven op zolder staan. Maar helaas. Op onverklaarbare wijze onvindbaar. Daarom heb ik de hoes van de 2e LP die ik gekocht heb maar genomen. De Moody Blues. Ook nog niet een geheel vrije keuze. Broerlief vond dat deze popmuziek wel echte muziek was en getuigde van een goede smaak, naast al die poprommel. De derde LP was the Sound of Silence van Simon en Garfunkel en daarna ben ik echt mijn eigen weg gegaan in het mooi vinden van muziek.
En zo is aan deze Hemelvaartsdag ook weer een einde gekomen en het was weer een aangename dag. We hebben de bloemetjesmarkt bezocht, met Pablo; voor hem een goede uitdaging om zich netjes en sociaal in een drukke omgeving te leren gedragen. Heerlijk op een terras uitgebreid van een lunch genoten en toen was er ook nog tijd om dit blog te schrijven. Ik ben tevreden. Het was een Happy Day.
klik
COLAVAASJE
Met de rubriek EERTIJDS wil ik een jaar lang, wekelijks een blogje maken over een voorwerp wat meer dan 50 jaar oud is. Dit kan van alles zijn. Iets uit mijn jeugd, iets van mijn vader of moeder, iets wat op een of andere manier bij mij terecht is gekomen, maar het MOET 50 jaar of ouder zijn. De herinneringen aan het voorwerp zal ik beschrijven en van het voorwerp plaats ik een foto.
Gestolen goed gedijt niet, maar dat geldt niet voor dit vaasje. Dat heb ik echt al meer dan vijftig jaar. Het komt uit de tijd van mijn wilde jaren in Amersfoort. Ik heb heel lang na moeten denken over hoe die bar, waar we vaak kwamen, ook al weer heette en opeens plopte de naam naar boven, Clemenshof met daarnaast de dancing PAX.
Ik heb heel wat uurtjes aan de bar in Clemenshof doorgebracht. Meestal bestelden we dan rum/cola. De rum zat dan al in het glas en de cola werd in een kannetje bijgeleverd. Er waren 2 soorten kannetjes, één met een oor en één zonder.
Opeens was het een feit, één van de meiden had zo'n kannetje meegenomen en ja, toen kon niemand meer achter blijven, iedereen wilde graag zo'n kannetje als trofee op haar kamer hebben. Na een aantal avonden werd het moeilijker om zo'n kannetje in je bezit te krijgen, want ik denk dat de barkeepers het in de gaten hebben gekregen. Ik was nog op tijd met mijn ontvreemdingsactie.
En waar ik ook naar toe verhuisde, het kannetje was mij dierbaar en moest altijd mee. Het staat symbool voor de (te) korte periode van mijn onbezorgde jong zijn. Nou ja, onbezorgd, dat nu ook weer niet helemaal. Ik moest leren op eigen benen te staan en dat viel niet altijd mee. Ik wilde er zo graag "bij" horen en ging daarom wel eens net iets te vaak mee naar het nachtleven. Maar dat gold voor meerderen van ons.
We waren op Zon en Schild, het psychiatrisch ziekenhuis, net gehuisvest in een nieuwe personeelsflat en daar golden geen regels meer voor laat binnenkomen. Je hoefde bij de portier alleen maar je naam te noteren en de tijd van binnenkomst. Als je dan eens een keer om drie of om vier uur 's nachts binnenkwam, was dat geen probleem, maar gebeurde dat meerdere malen per week, tja, dan liep je toch wel het risico dat je uitgenodigd werd voor een gesprek. Soms was het beter om het in het park maar licht te zien worden en dan rond kwart voor zeven de personeelsflat weer te betreden.
Ach, zo zijn er nog wel meerdere herinneringen. Mooie en minder mooie.
Het kannetje doet nu dienst als vaasje. En als in de tuin de narcissen bloeien haal ik het altijd weer voor de dag. Met een paar bloemetjes komt dan het voorjaar in huis. En omdat ik zo gehecht ben geraakt aan dat vaasje moet ik zeggen dat ik totaal geen spijt heb van dat diefstalletje, want dat was het uiteindelijk toch wel.
klik
SERVIESGOED
Met de rubriek EERTIJDS wil ik een jaar lang, wekelijks een blogje maken over een voorwerp wat meer dan 50 jaar oud is. Dit kan van alles zijn. Iets uit mijn jeugd, iets van mijn vader of moeder, iets wat op een of andere manier bij mij terecht is gekomen, maar het MOET 50 jaar of ouder zijn. De herinneringen aan het voorwerp zal ik beschrijven en van het voorwerp plaats ik een foto.
In deze week zouden onze moeders , die van P. en de mijne, jarig zijn geweest. Vooral mijn moeder was er erg op gesteld om dat uitbundig te vieren met zoveel mogelijk verjaardagsvisite. Skoanmem hield het liever wat ingetogener.
Ik vond dit een mooie gelegenheid om deze kopjes even voor het voetlicht te halen. Hoe oud ze precies zijn weet ik niet, maar echt wel ouder dan 50 jaar. Op één kopje na, daar mist een heel klein hapje uit, is alles nog puntgaaf. Ik heb denk ik, helemaal in het begin toen ik met P. bij heit en mem 's zondagsmiddags op de thee ging één of twee keer uit deze kopjes mogen drinken in de aparte zondagse kamer, die er toen nog was.
Natuurlijk waren de kopjes een gespreksonderwerp en ik vertelde, dat mijn moeder nogal van zogenaamde Engelse kopjes hield. Ik weet dat die vrij duur waren en zo heel af en toe kreeg ze zoiets van ons, mijn vader, mijn broer en mij als verjaardagscadeau. Ze had ook een theetafel waar deze kopjes mooi uitgestald stonden. Maar op de verjaardag zelf, werden ze niet gebruikt, want daar waren ze veel te duur voor.
Of skoanmem ooit begrepen heeft om wat voor soort kopjes het ging weet ik niet. Zij was niet zo van het winkelen en echt veel ergens op visite gaan deed ze ook niet. Ze vond het wel vermakelijk, dat ik die kopjes zo mooi vond en toen ze op een bepaald moment kleiner gingen wonen, kreeg ik ze mee. Ze hebben een tijdlang bij ons als pronkstuk in de kamer gestaan, maar bij een herinrichting van de kamer zijn ze naar de zolder verhuisd.
Voor de Engelse kopjes van mijn moeder heb ik eigenlijk nooit interesse gehad om, toen het huis ontruimd moest worden, er een paar mee te nemen. Wat moest ik er mee? Zo denk ik nu ook wel over de kopjes van skoanmem. Wat moet ik er mee? Toen we vorig jaar de zolder opgeruimd hebben heb ik toch maar een klein doosje gemaakt met dit soort dingen erin. En ach, het eet geen brood. Zolang we de ruimte hebben mag het daar wel blijven staan. Zo kon het in ieder geval nog dienst doen voor een blogje, waarin ik een mooie combi kon maken om over de moeders en hun serviesgoed te schrijven.
klik
mijn hond heet hessel Pablo
DE NAALD
Met de rubriek EERTIJDS wil ik een jaar lang, wekelijks een blogje maken over een voorwerp wat meer dan 50 jaar oud is. Dit kan van alles zijn. Iets uit mijn jeugd, iets van mijn vader of moeder, iets wat op een of andere manier bij mij terecht is gekomen, maar het MOET 50 jaar of ouder zijn. De herinneringen aan het voorwerp zal ik beschrijven en van het voorwerp plaats ik een foto.
In aansluiting op EERTIJDS 37 blijf ik nog even bij de periode, dat ik (leerling) verpleegkundige ziekenverpleging B was. Hoe ik ooit op dat idee gekomen ben om dat te gaan doen? Dat is als volgt gegaan. In de zomervakantie van 1967 en 1968 heb ik vakantiewerk in verpleeghuis "Den Ooiman" in Doetinchem gedaan. Dit in navolging van een ouder vriendinnetje die dat een paar jaar daarvoor gedaan had.
Na 1 dag in de afwaskeuken gestaan te hebben, mocht ik naar de afdelingskeuken van de afdeling "Goudenregen" een afdeling voor demente bewoners. Na nog weer een paar dagen werd ik op de afdeling zelf ingezet. Ik had het daar enorm naar mijn zin en toen ik na het tweede jaar, ik had mijn MULO-diploma gehaald, met de hoofdbroeder een gesprek had, gaf ik aan dat ik daar wel wilde blijven om de opleiding Ziekenverzorging te gaan doen. De hoofdbroeder vond dat er meer in mij zat en gaf mij de raad om dan de verpleging in te gaan, ik had hiervoor genoeg vooropleiding.
Mijn ouders waren nu niet direct enthousiast en hadden liever gezien dat ik de gewone verpleging ging doen, maar dat wilde ik niet. Ik was heel erg geïnteresseerd in wat er zich in het brein van de mens afspeelde. De eis van mijn ouders was, dat ik moest wachten tot ik 18 jaar was, dus heb ik eerst nog een half jaar bij een bank dagafschriften zitten typen.
Na 10 weken vooropleiding, wat inhield dat er gedurende die tijd overdag allerlei lessen gevolgd moesten worden, werd je als leerling verpleegkundige 1e jaars op een afdeling geplaatst. Het eerste jaar heb ik iets te veel naar mijn zin nachtdiensten gedraaid. Het waren lange nachten, waar niet veel in te doen was. Ik heb menig uurtje zitten borduren echt met de bedoeling om het cadeau te doen aan mijn moeder. Zij heeft het met sinterklaas gekregen en ik weet nog een flard van het gedicht wat ik er bij heb geschreven:, 's nachts als andere mensen slapen/ gebruikt Piet de naald als wapen.
Mijn ouders vonden het zo mooi, dat zij het hebben laten inlijsten en het heeft vanaf toeN bij hen in de kamer gehangen. Mijn moeder had op de achterkant geschreven, dat het ooit naar mij terug moest, als zij er niet meer zouden zijn. Het hangt nu bij ons in de gang.
klik
mijn hond heet Hessel Pablo
KRUISPUNT
Met de rubriek EERTIJDS wil ik een jaar lang, wekelijks een blogje maken over een voorwerp wat meer dan 50 jaar oud is. Dit kan van alles zijn. Iets uit mijn jeugd, iets van mijn vader of moeder, iets wat op een of andere manier bij mij terecht is gekomen, maar het MOET 50 jaar of ouder zijn. De herinneringen aan het voorwerp zal ik beschrijven en van het voorwerp plaats ik een foto.
Dat ooit het speldje Zwarte Kruis, behorend bij het officiële diploma Ziekenverpleging B, (psychiatrisch verpleegkundige), behaald in 1971, een onderwerp van deze rubriek zou worden, was van het begin af aan duidelijk, alleen wist ik nog niet in welke vorm ik het zou gieten. Ik zou er snel over uitgepraat zijn, niet omdat ik geen herinneringen meer aan die tijd zou hebben, maar zijn die herinneringen voor anderen de moeite waard om te lezen? Ik was gedurende die driejarige in-service opleiding zelf zo bezig met volwassen te worden.
Het boek wat een keuze was van ons leesgroepje en wat ik in de afgelopen weken gelezen heb: Kruispunt geschreven door Jonathan Franzen deed mijn herinneringen aan die tijd weer oplaaien. Het boek speelt zich af in de begin zeventiger jaren. De hippicultuur, de sensitivityachtige bijeenkomsten, het scheppen van een eigen godsbeeld, het zoeken naar god, het bezig zijn met het vinden van een definitie van wat "goed doen" is; is dat wel mogelijk zonder je zelf daar ook goed bij te voelen, dan is het immers niet meer belangeloos, kortom allemaal zaken waar ik mij toen ook heel sterk mee bezig hield. Na de geboorte van mijn twee kinderen heb ik dit weer opgepakt en al voor mijn scheiding was ik over dit alles min of meer tot een afronding gekomen. Geloven kon ik niet meer.
Tijdens het lezen van dit boek ben ik maar eens naar de zolder gegaan en heb ik wat in mijn dagboeken van die tijd zitten lezen. Nee ik word er niet altijd vrolijk als ik dit alles in flarden nog weer eens doorlees. Ik heb het volwassen worden best wel een moeilijk proces gevonden.
Ik vraag me wel af wat ik met al die dagboeken moet doen. Misschien is de tijd gekomen om er afstand van te doen en ze ergens deze zomer te verbranden.Wat de speld betreft, ooit is er bij de uitreiking gezegd dat bij mijn overlijden dit teruggestuurd zou moeten worden, omdat de speld strikt persoonlijk is met een nummerregistratie. Ik denk dat met de invoering van de BIGwet deze verplichting is vervallen.
Even over het boek: het heeft mij dus hier en daar wel geraakt, maar om nu te zeggen dat ik het een prachtig boek vond, nou nee. De personages waren dan wel goed uitgesponnen, maar hierdoor werd het ook wat langdradig en het godsdienstige sausje vond ik soms ook wel erg irritant worden. Meer dan twee en een halve ster van vijf sterren zou ik niet willen geven.
Misschien een wat vreemd aandoend blogje voor deze rubriek, maar ik vond het zo wel een mooie combi.
klik
mijn hond heet Hessel
|
Toon berichten 1-8 van 43 |
Volgende Pagina »