STOELEN
Met de rubriek EERTIJDS wil ik een jaar lang, wekelijks een blogje maken over een voorwerp wat meer dan 50 jaar oud is. Dit kan van alles zijn. Iets uit mijn jeugd, iets van mijn vader of moeder, iets wat op een of andere manier bij mij terecht is gekomen, maar het MOET 50 jaar of ouder zijn. De herinneringen aan het voorwerp zal ik beschrijven en van het voorwerp plaats ik een foto.
Het einde van de serie komt in zicht. Dit keer plaats ik 2 foto's die niet helemaal aan het criterium van 50 jaar oud voldoen, maar samen zijn ze dat wel en daarom neem ik ze in het verhaal mee van de oude stoel die wel aan de eisen voldoet.
In mijn ouderlijk huis hadden mijn ouders altijd een "eigen" stoel. Mijn moeder had zo'n soort stoel zoals op de eerste foto te zien is. Dat was toch zo'n makkelijke stoel volgens haar, maar op de één of andere manier is hij vervangen door een andere stoel, maar het verhaal bleef, sunde dat 'k dat riet'n stoeltje heb wegdoan. D'r had best een nieuwe zitting in gemaakt kunn'n worden. "Nee Corrie, dat kon niet, er zat ook houtworm in", zei mijn vader dan. O ja, was ook zo.
Toen ik later bij de moeder van 2 vriendinnetjes van dochterlief over de vloer kwam, en ik deze stoel bij haar zag staan, kwam dit verhaal op tafel. Na niet zo heel lange tijd kwam ze, de moeder, opeens met de stoel aanzetten. Of ik er ook belang bij had; ze ging haar interieur veranderen en dan was de stoel toch over. Zo is ie bij mij terecht gekomen en heeft hij jaren bij ons in de kamer gestaan. Mijn moeder vond het maar zo zo. Ze ging er wel vaak in zitten, maar of dat nu was om mij een plezier te doen of omdat ze de stoel echt lekker vond zitten is mij nooit duidelijk geworden. De stoel staat nu als rariteit bij ons op zolder.
En wat de geborduurde stoelen betreft: Sinds mijn borduursel, zie EERTIJDS 38, bij hen aan de muur hing, gingen ze zelf een groot wandkleed borduren met de zelfde techniek van uitsparingen. En toen dat af was stapte mijn vader over op borduurpakketten voor Queen Ann stoelen. Mijn moeder was heel erg blij met het stoeltje toen dit bij de meubelmaker weg kwam. Uit zuinigheid wilde ze niet alle dagen in het stoeltje gaan zitten, dan zou het te veel en te snel slijten, maar naast de telefoon had de stoel een hele mooie functie. Ze heeft er al telefonerend toch heel wat uren in doorgebracht.
Mijn vader had de smaak van borduren helemaal te pakken. Maar om nu weer zo'n duur pakket te moeten kopen, nee dan was er wel een goedkopere oplossing. Zelf stramien kopen en een kleur voor de ondergrond, want van het andere pakket was nog heel veel garen over en dat kon dan mooi gebruikt worden. Het patroon kon hij met het originele stoeltje erbij ook zelf wel wat bedenken. En de stoel was voor mij! maar de kosten waren ook voor mij.
Na die tweede stoel heeft hij zelfs nog een derde stoel geborduurd, maar deze was beduidend minder mooi als de eerste en haalde het ook niet bij de tweede. Nadat mijn moeder was overleden is het werk van het derde stoeltje heel lang half af blijven liggen, maar op een gegeven moment heb ik hem gestimuleerd om het toch maar af te maken. Na het overlijden van mijn vader heb ik het allereerste stoeltje geannexeerd. Deze staat ergens op een leuke plaats in de kamer, maar wordt bijna niet gebruikt. De tweede stoel staat boven op mijn hobbykamer en de derde stoel is naar zoonlief gegaan. Zo in combinatie met de oude stoel, vind ik het geheel toch wel passend en ben ik wel tevreden met dit een na laatste blogje in deze rubriek.
klik
De neven- en nichtendag was net als vorig jaar weer een hele mooie bijeenkomst van het overgrote deel van alle nichten en neven van de familie van mijn vader. Zij waren ooit met hun zessen en alle broers en zussen hebben kinderen gekregen, mijn neven en nichten dus. Van één neef weten we niet of hij er nog is, maar de rest van de neven en nichten, 14 in totaal, hadden op een paar na weer een jaarlijkse ontmoeting met elkaar.
Dit idee ontstond na het samenzijn na de uitvaart van onze tante Bep. Zij had in haar laatste levensjaren als langstlevende tante een aantal keren ter ere van haar verjaardag de neven en nichten voor een etentje uitgenodigd. (Iets wat mijn vader vanaf zijn 80ste verjaardag ook een aantal malen heeft gedaan, maar dit terzijde.) Zou dit dan de laatste keer zijn, dat we elkaar zagen? Nee! vonden mijn twee neven, de zonen van tante Bep. En zo organiseerden zij vorig jaar een familietreffen rond de sterfdag van hun moeder, onze tante en het was een mooi samenzijn, voor herhaling vatbaar.
En bijna iedereen was weer present. Vooraf had ik mij afgevraagd of het wel weer net zo gezellig zou worden. Je kon toch niet aan de gang blijven met allerlei anekdotes ophalen uit onze kindertijd. Maar dat hoefde ook niet. Iedereen had elkaar genoeg te vertellen, zo leek het. De sfeer was warm en gemoedelijk tijdens de lunch. Misschien is een kleine drie uur wel net iets te kort en toch precies goed. Niemand was nog echt uitgepraat en toen het voorstel kwam om een volgend jaar opnieuw zo'n samenzijn te organiseren werd hier met enthousiasme positief op gereageerd.
Ach, al mijn neefjes en nichtjes nu te zien als ouderen, bijna allemaal de 65 gepasseerd, het heeft echt iets bijzonders. En bij iedereen zijn er wel een paar dissonanten in het leven geweest. Elk van ons heeft ook wel een minder mooie kant van het leven gezien, maar wat is het mooi, om nu, nu wij heel langzaam richting einde gaan, met elkaar nog van alles kunnen delen. Het leven van nu, de pijntjes en de kwaaltjes, maar ook de kostbare herinneringen van vroeger.
Toen ik nicht vroeg of ze nog eens zin had om eens op bezoek te komen kreeg ik het antwoord, na morgen. Ik moet nog al verbaasd hebben gekregen, want ze vroeg mij of ik die uitdrukking niet kende. Haar moeder, mijn tante dus, gebruikte dit antwoord als ze iets op de lange baan wilde schuiven, omdat ze even geen mogelijkheden zag. En omdat ik in mijn jeugd vier weken bij hen in huis was geweest, verbaasde het haar, dat ik het niet kende.
Heerlijk dit soort herinneringen. En misschien komt ze toch met haar man, maar dan in combinatie met haar zus en zwager. We zullen zien. In ieder geval na morgen. Vandaag geniet ik lekker nog even na van ons gezellig samenzijn.
klik
KABOUTERTIJD
Met de rubriek EERTIJDS wil ik een jaar lang, wekelijks een blogje maken over een voorwerp wat meer dan 50 jaar oud is. Dit kan van alles zijn. Iets uit mijn jeugd, iets van mijn vader of moeder, iets wat op een of andere manier bij mij terecht is gekomen, maar het MOET 50 jaar of ouder zijn. De herinneringen aan het voorwerp zal ik beschrijven en van het voorwerp plaats ik een foto.
Het is weer paddenstoelentijd; ik heb niet elk jaar de associatie met mijn "kabouter" tijd, maar dit jaar wel. Ik wist al heel lang dat ik een 'EERTIJDS' over dit onderwerp wilde maken, maar dan wel in de herfst, in de tijd van mijn zogenaamde installatie tot kabouter. Omdat de rubriek bijna ten einde loopt, is het nu het juiste moment.
De installatie was dus eind november 1959, ik was dus 8 jaar; altijd gedacht dat ik 7 jaar was. Waarom ik naar de padvinderij ben gegaan weet ik eigenlijk niet goed. Mijn ouders vonden het kennelijk een goed idee. De jongste zus van mijn vader was ook padvindster geweest en ik denk dan ook dat dit mede een rol gespeeld heeft. Maar opeens "moest" ik dus op zaterdagmiddag naar de padvinderij.
Het was een hele vreemde wereld voor mij. De leidsters moesten we Oehoe en Toewiet noemen, behalve ook een paar nieuwkomers, liep de rest van de meisjes in een bruin jurkje met een gele das en een bruine muts op en waarom zij kabouters genoemd werden was mij vooral in het begin geheel niet duidelijk.
De middag begon altijd in de kring en dan stonden we rond een grote paddestoel en moest één van de meisjes met 2 vingers op de paddestoel de eed afleggen.
Daarna werd er in vier groepjes in een hoek van de ruimte wat gewerkt aan opdrachten. Zo'n groepje heette een volkje en had ook een naam, maar dat weet ik niet meer. Halverwege de middag werden de hoekjes opgeruimd en gingen we met de grote groep spelletjes in de kring doen. Dat vond ik altijd heel erg leuk.
Na niet een heel lange tijd kreeg ik ook een bruin jurkje, een das een muts en een riem, maar de das mocht ik nog niet dragen, dan moest je eerst als kabouter geïnstalleerd zijn. Dat was eind november en toen begon ik mij ook steeds meer op mijn gemak te voelen in deze voor mij toch wel wat vreemde wereld waar ik niet echt op voorbereid was geweest. Ik vond het dan ook niet echt leuk als mijn vader en mijn broer Jan mij plaagden met de belofte die ik had moeten afleggen, een kabouter zal altijd en overal helpen, vooral thuis!
Maar ik kreeg in die groep wel vriendinnetjes. Lia en ik leken het uitstekend met elkaar te kunnen vinden en NOG STEEDS! Zij is mijn vriendin voor het leven geworden. Samen met Ina R. en Dineke H. vormden we een viertal dat de hele boel op stelten kon zetten. Ik kan mij nog altijd een kamp herinneren dat Ina boven in een boom zat en luidkeels de hit Norma zong. Geen idee meer hoe dat nummer echt heette, maar ik kan het begin nog steeds beginnen te blèren. Norma, hoe-oehoe-oe-oe Norma
Rond ons twaalfde jaar zijn we overgevlogen naar de padvindsters. Na een jaar is het groepje uit elkaar gespat, ik ging verhuizen naar de Achterhoek en de anderen vonden het toch niet meer zo leuk. De vriendschap met Lia is altijd gebleven.
De uitgereikte kaarten van de installaties en het overvliegen zijn in de doos van de diploma's terecht gekomen en zodoende altijd bewaard gebleven. Tja, wat moet je er mee? Niks, gewoon weer in de doos terug doen. Het heeft me in ieder geval weer even een prettige en waardevolle herinnering gebracht.
klik
VALLEN EN OPSTAAN
In de rubriek OUD EN OUD wil ik proberen om de verschillende kanten van het ouder (zijn ge)worden te beschrijven. Het heeft mooie kanten, maar helaas ook een minder leuke keerzijde. Om maar wat te noemen, de kwaaltjes, de beperkingen, het afscheid moeten nemen, allemaal zaken waar een ouder wordend mens zich mee heeft te verstaan. Toch zijn er heel veel dingen die het leven van een oudere nog zeker de moeite waard maken. Beide kanten wil ik in deze rubriek op een zo'n eerlijk mogelijke manier belichten: de hobbels die genomen moeten worden bij het ouder worden, maar ook de levensvreugd die er zeker nog is.
Het is nu bijna 10 weken geleden, dat ik 's nachts in de badkamer gevallen ben en daarmee een schouderblessure heb opgelopen. In eerste instantie dacht ik er met een forse kneuzing mee weg te komen, maar helaas pakte dit iets anders uit. Na tien dagen leek het erop dat ik voor een heel groot hersteld was, maar vanaf dat moment ging het snel bergafwaarts. Per dag nam de pijn toe terwijl ik mijn arm steeds minder goed bewegen. Met fysiotherapie werd het er niet beter op en na een week of vier na de val ben ik toch maar richting huisarts gegaan.
Omdat onze vakantie week voor de deur stond moest het maken van een foto en een echo even uitgesteld worden. Met een aangepaste dosis pijnstillers en het advies om met de bewegingen niet steeds over de pijngrens heen te gaan, wat bij de bovenhandse bewegingen wel het geval is, maar het schakelen in de auto is onderhands en dat gaat gelukkig goed evenals het fietsstuur vasthouden wat ook nog net onder de pijngrens ligt, heb ik toch een heerlijke vakantieweek met P. beleefd.
Inmiddels heeft de echo uitgewezen, dat er aan de achterkant van de schouder een spier volledig is afgescheurd, dat geeft een beperking in het bewegen, maar dat kan onder leiding van een fysiotherapeut met oefeningen zo getraind worden, dat andere spieren dit gaan overnemen, maar aan de voorkant is er een spier half afgescheurd en dit veroorzaakt de vele pijn die ik ervaar.
De huisarts was niet zo heel optimistisch, toen hij de uitslag van de echo met mij besprak. Helemaal goed zou het misschien nooit meer worden. Een operatie zou niet zo zinvol zijn, mede door mijn leeftijd, maar hij wilde het nog wel even bespreken met de orthopeed.
Dat was het eerste dreuntje, mijn leeftijd ging dus een rol spelen.
De fysiotherapeut was veel optimistischer. Ik wilde in de toekomst graag weer tennissen? Dan zouden we daar samen naar toe werken. Maar het zou wel even gaan duren, gezien de aard van de blessure, maar ook gezien, en ja daar was het weer, gezien mijn leeftijd. Tot voor de val had ik nog heel weinig last gehad, dat ik mij beperkt voelde in mijn bewegingen, maar nu werd ik er opnieuw op aangesproken dat ik toch een vrouw van al 73 was, en ondanks dat ik nog fit oogde en een goede conditie had, de leeftijd ging toch heus een rol meespelen...
Het advies van de orthopeed was: niet opereren, mede gezien mijn leeftijd. Bovendien leek er in de half gescheurde spier meerdere scheurtjes te zitten, waarschijnlijk al van een oudere datum. Ook dat zou met de leeftijd te maken kunnen hebben. Het kwam best wel hard binnen. Voor het eerst werd ik geconfronteerd met hoe ik gezien word, als iemand die bij de ouderen hoort.
En natuurlijk is dat ook zo. Ik loop nu zo af en toe maar eens naar de spiegel om tegen mijn spiegelbeeld te zeggen dat ik bij de ouderen ga horen. Zo te zien vindt ze het prima, ze knikt me glimlachend toe en met een blik in de ogen, gewoon doorgaan en geniet van alles waar je van kunt genieten.
En dat doe ik. Voor het eerst sinds jaren weer eens bezig om een fotoboekje te maken over onze uitstapjes en vakantie van dit voorjaar en de vroege zomer. Met een kussen op de stoel is het met de zere schouder goed te doen, want op deze manier ben ik onderhands bezig en dat geeft geen problemen. Het herstel gaat met ups en downs, maar ik blijf er in geloven dat het, zoals de fysiotherapeut zegt, grotendeels, zo niet helemaal, goed kan komen, dat ik alleen wat geduld moet hebben.
klik
gezien in ons weekendje weg naar Aurich
DOUWE EGBERTS
Met de rubriek EERTIJDS wil ik een jaar lang, wekelijks een blogje maken over een voorwerp wat meer dan 50 jaar oud is. Dit kan van alles zijn. Iets uit mijn jeugd, iets van mijn vader of moeder, iets wat op een of andere manier bij mij terecht is gekomen, maar het MOET 50 jaar of ouder zijn. De herinneringen aan het voorwerp zal ik beschrijven en van het voorwerp plaats ik een foto.
De kopjes met de blauwe bloemen van Douwe Egberts, wat dronken die lekker. En wat heb ik ze lang gebruikt! Vanaf het begin dat ik een eigen huishouding voerde, heb ik de punten van Douwe Egberts gespaard. Het was in de tijd dat "we" massaal een koffiezetapparaat gingen aanschaffen. Dat was toen nog een hele luxe en wij konden ons niet zomaar veroorloven om 50 of 60 gulden aan zoiets luxes uit te geven.
Verlekkerd keek ik naar het koffiezetapparaat van Douwe Egberts, dat je bij inleveren van heeeel veeel DE-punten gratis kon krijgen òf met minder punten, maar dan met bijbetaling en dan scheelde het bijna niets met een koffiezetapparaat van een ander merk.
Tijdens mijn zwangerschap van mijn 2e kind, zoonlief B. leek het me zo luxe om een koffiezetapparaat te hebben. Als ik dan 's morgen de baby in bad gedaan zou hebben en ik beneden kwam, dan stond de koffie al klaar. Wat had ik een spijt, dat ik die thermoskan een jaar eerder voor een fiks aantal punten besteld had. Mijn moeder moest lachen om mijn verheerlijking van dat apparaat en aan het eind van de zwangerschap stelde ze voor dat we punten van haar en mij maar bijelkaar moesten doen, dan kon mijn wens worden vervuld, zij het, dat er dan nog steeds een bedrag bijbetaald moest worden. Wel moest ik haar beloven dat de punten van mij in de komende jaren naar haar zouden gaan.
Dat laatste is nooit gebeurd, toen ik eens met een stapeltje punten aankwam zei ze dat ik ze maar moest houden, zodat ik zelf wat moois uit kon zoeken. Ze had inmiddels zelf ook een koffiezetapparaat van Philips gekocht.
Dat heb ik gedaan, want bij mijn schoonzus van toen zag ik die prachtige blauwe kopjes en ik viel voor die dingen. Zo gauw ik genoeg punten voor 2 kopjes en schotels had heb ik ze meegenomen toen ik eens naar Groningen ging om ze in te wisselen en een tijdje later heb ik dat nog een keer herhaald. Zoals vermeld, ik heb ze jaren gebruikt. Er is één kopje gesneuveld en dat maakt ze mede onaantrekkelijk om ze nog gewoon in de roulatie te hebben. Daarbij komt dat ook de tand des tijds er aangaat knagen. Ze zijn niet echt meer helemaal schoon te krijgen, van binnen worden ze wat groezelig en ook zie je de plek van de afdronk. Ze staan nu in de keuken op een plankje, meer als sier.
De thermoskan leeft ook nog steeds, maar die heb ik niet veel gebruikt. Ik heb koffie uit een thermoskan nooit lekker gevonden. Volgens mij smaakt het al snel naar oude koffie. Dat rare idee heb ik nog steeds. Als er tijdens een vergadering kannen met koffie op tafel gezet worden, pak ik snel een kopje en daarna hoef ik niet meer.
De voorraaddoos heb ik nooit als zodanig gebruikt. Deze is ingezet voor het bewaren van de punten. Ik spaar ze nog steeds, maar nu geef ik ze vaak weg aan een goed doel die er om vraagt. De tijd van sparen voor mooie en leuke cadeaus is voorbij. Het assortiment spreekt mij niet meer aan.
klik
|
|