Vanmorgen trok ik een paar nieuwe pantykousjes aan en ik rook de geur, exact dezelfde geur als heel lang geleden toen er nog geen panty's waren. Heel vroeger heb ik nog een paar jaar nylonkousen gedragen. Twaalf was ik denk ik, ik zat in de laatste klas van de lagere school.
Nylons dragen moest iik wel leren, want een heel lang leven waren ze bij mij vaak niet beschoren. Daarom droeg ik die dingen alleen maar op zondag. Een week of drie vier moest ik er toch wel mee toe kunnen, want ze waren best wel duur. Een gulden vijfennegentig was voor die tijd een aardig bedrag. Er waren wel goedkopere, maar daar zat een minder goede pasvorm in.
Meestal kreeg ik van mijn moeder wel een paar goede van het merk Setter Set. Ik heb één keer geprobeerd om een kous met een ladder naar school af te dragen, maar dat was niet zo'n succes. De jongens kwamen om de beurt aan mij vragen of ze op de ladder naar boven mochten lopen. Zij noch ik hadden daar ook maar een enkel gevoel van bijbedoelingen mee. Nee, daar waren wij nog veel te onschuldig voor. Het was meer de associatie ladder-omhoog naar iets wat verborgen moest blijven.
Wel waarschuwde mijn moeder mij altijd, dat ik goed op moest letten hoe ik ging zitten. Het was niet de bedoeling dat anderen een stukje van mijn blote bovenbeen zouden zien. Voorover bukken was helemaal uit den boze. Als er iets opgeraapt moest worden, moest je door de knieën gaan.
En of ik daar ook goed oplette, zeker, want ik vond het zelf ook maar een vreemd gezicht als ik bij andere meisjes of vrouwen die witte stukken bovenbeen zag, wanneer zij op een verkeerde manier zaten of iets op de verkeerde manier opraapten.
Deze morgen kwamen al die herinneringen door het ruiken van die geur naar boven. Het leek me wel een aardig onderwerp voor een nieuw blogje. Ik ben even op zoek gegaan naar een illustratie, maar dat viel nog niet mee. Ik dacht dat er hier en daar wel een paar schilderijen zouden zijn waarop een vrouw met een jarretel te zien zou zijn, maar nee, ik ben er niet één tegen gekomen.
Wel vond ik de afbeelding die ik geplaatst heb. Het is een fragment van een schilderij van Theo Blom. Dat is in 1969 biij een boekenbal gebruikt en is toen nog een hele rel geweest. Het onderwerp had toen iets met pausen te maken.
Ik vind het niet een mooie afbeelding, maar omdat ik bezig ben met het lezen van het boek Paus Johanna, vond ik het wel grappig dat ik dit op het spoor kwam en helemaal toen ik ook nog eens vernam dat binnenkort het boekenbal weer voor de deur staat. Zo komen er zoveel spoortjes samen en dat vind ik dan gewoon even grappig. Zoveel lijntjes die heel even samen lijken te vallen, dat kon ik vanmorgen bij het ruiken van die geur nog allemaal niet weten.
Soms krijg ik het idee, dat ik tijd, heel veel tijd tekort kom. Dit keer zit deze gedachte niet gekoppeld aan de vele verplichtingen, maar aan mijn eigen ontwikkeling. Tegelijkertijd met het ondernemen van korte stedentripjes word ik mij bewust hoe weinig onderlegd ik ben in, zoals ik het dan zie, klasieke cultuur.
Schilders, klassieke muziek, Griekse mythologie, ik wist wel van het bestaan, maar het was niet zo aan mij besteed, dacht ik. Ergens vaag op mijn harde schijf, heb ik wel allerlei namen en wetenswaardigheden omtrent deze onderwerpen geregistreerd, maar ik heb nooit de moeite genomen om echt kennis over het één ander te vergaren.
"Geen tijd" zal niet het juiste argument zijn, ik houd het meer op andere interesses. Totdat.....
Nee, misschien is dat ook niet helemaal waar. Ik heb het als twaalfjarige prachtig gevonden om een keer in het Rijksmuseum te zijn en de Nachtwacht te zien. Ook de Picassotenstoonstelling, die ik heel toevallig zag omdat ik als vijftienjarige bij een verre nicht logeerde en zij mij daar mee naar toe nam, heeft diepe indruk op mij gemaakt. En toch heeft mij dat kennelijk niet genoeg geprikkeld om op deze terreinen verder rond te gaan kijken.
Totdat....Het lijkt wel of ik op mijn tripje naar Wenen echt wakker geschud ben. Hoe kon het bestaan dat ik nog nooit van Hundertwasser gehoord had. En Klimt, dat was duidelijk het verhaal van de klok en de klepel. Nu ik in het Belvederemuseum in Wenen ben geweest en ik daar de beroemdste Klimt "de kus" gezien heb, wil ik meer, veel meer van deze schilder weten.
In Instanbul werd mijn kennis over Atatürk flink uitgebreid en ik stond op het plein waar in de Romeinse tijd de wagenraces gehouden werden al waar ik mij realiseerde dat ook daar nog verschillende leemten in mijn kennis zijn.
Als voorbereiding op mijn reisje naar Rome aan het eind van de week heb ik het luisterboek: een historische wandeling door Rome uit de bibliotheek mee genomen. Over de werken van, maar ook over de schilder Caravaggio zelf werd veel verteld. Ooit was ik die naam wel eens tegengekomen, maar ook niet meer dan dat. Medusa was in dit geval voor mij niet een verbinding.
Via Medusa, een bekend werk dus van deze schilder, kom ik bij de Griekse Mythologiie. En opnieuw ervaar ik, dat ik ook op dit terrein nog wel de nodige bijscholing kan gebruiken.
Als ik dit allemaal bij elkaar optel, dan kan ik niet anders dan de conclusie trekken, dat er voor mij nog heel veel werk aan de winkel is. Niet om zo nodig hierin geschoold te raken, maar meer omdat mijn interesse gewekt is. Ik heb honger naar de kennis over dit alles. Het stillen van die honger kost tijd, heel veel tijd.
Nu is dit niet iets wat in een jaar klaar moet zijn en dat biedt perspectief. Zeker als ik in ogenschouw neem, dat het eind van mijn arbeidzame leven zo langzamerhand in zicht komt en dan krijg ik tijd. Ik kan bijna niet wachten om met van alles aan de slag te gaan, maar dat is nog toekomstmuziek
Eerst ga ik bezig met mij te oriënteren op wat er allemaal te zien valt in Rome, want dat is nabije toekomst waar ik met heel veel plezier naar uitkijk.
Tijdens het opruimen kom ik het weer tegen, mijn gratis persoonlijk lot uit de Vriendenloterij. Meestal gooi ik dat soort onzinaanbiedingen direct bij het oudpapier, maar om de één of andere onduidelijke reden heb ik het dit keer bewaard. Ik lees dat ik voor 26 februari het lot moet activieren. Het kan dus nog. En bijgelovig als ik ben, het kan toch bijna geen toeval zijn dat ik dit nu terugvind, ik ga er wat mee doen.
Ik heb de aanbieding naar mijn idee goed doorgelezen, maar er staat echt 1 maand gratis deelname - stopt automatisch. Na enige aarzeling ben ik maar naar de site gegaan. Daar zie ik nog een addertje. Ik moet toestemming geven dat zij mij éénmalig mogen bellen en éénmalig een e-mail mogen sturen. Vooruit dat moet dan maar.
Normaal ben ik niet zo goklustig. Voor de grap speel ik elke maand met een vijfde lot mee in de staatsloterij. Meer geld wil ik daar niet aan besteden. Maar omdat dit echt gratis lijkt probeer ik dit.
En u als lezer, speelt u ook mee in loterijen?
Weet je wat, laat mij eens gek doen. Dit is een vriendenloterij. Hoe dat precies werkt weet ik niet, maar ik kan hier wel een eigen loterij van maken. Ik beloof hier plechtig dat, wanneer ik een geldbedrag win, ik aan een ieder die op dit blogje reageert 5 % van het gewonnen bedrag zal uitkeren tot een maximum van.... Mag ik dit zo maar doen of val ik nu onder de wet 'kansspelen?
Hm. dat weet ik eigenlijk niet. Het makkelijkste is dus, dat ik maar niets win en blij ben met het uitlopen van de loten van de diverse voorjaarsbomen.
Er zijn jaren voorbij gegaan zonder dat ik ook maar één moment aan Buisman heb gedacht. Ik wist dan ook echt niet meer dat dit nog ergens ver weg in mijn geheugen opgeslagen lag. Maar toen ik een foto van het buismanbusje zag, behorend bij een artikel in de categorie "icoon uit het winkelschap", hoefde ik geen moeite te doen om dit uit mijn herinneringen op te diepen.
Nee hoor, het beeld was er zo maar, met dat rare schepje en al. Een blauw busje, dat als het net uit de winkel kwam, zo mooi glansde. Tijdens het gebruik werd het busje gaande weg steeds minder mooi, wat roestig leek het wel en ook verloor het zijn glans. Mijn moeder heeft mij haarscherp uitgelegd, dat Buisman gebruikt werd om de koffie iets sterker te laten smaken en dat het een beetje een overblijfsel van de oorlog was.
Ik weet dat er bij ons thuis, toen ik kind was, koffie-extract gemaakt werd. Geen pruttelkoffie, maar koffie die gefilterd werd. We hadden een zacht groene stenen koffiepot waarin een ronde stenen filter paste. Wanneer de koffieklaar was werd de filter eruit gehaald en kon de deksel op de koffiepot. Een kopje koffie bestond toen uit een laagje, zeg maar eenderde deel sterke koffie, aangevuld met tweederde deel kokende melk. Wanneer de koffie wat afkoelde kwam er een vel op de koffie.
Ik zal zo ongeveer tien à elf jaar zijn geweest toen ik ook koffie ging drinken. Ik ontdekte, dat als de koffie net vers gezet was, het brouwsel veel lekkerder was dan wanneer de koffie later op de dag gedronken werd en het koffieextract koud was. Ook de melk opkloppen had mijn voorkeur, want dan kwam er geen vel op de koffie.
Ik weet dat ik toen nogal eens vroeg, of ik nieuwe koffie mocht zetten en ik deed er dan GEEN schepje Buisman in. Ik had toen sterk het idee dat door die toevoeging de koffie minder lekker was. Liever propte ik de elektrische koffiemolen, een Moulinex, wat voller, waardoor de koffie als vanzelf ook wat sterker leek te worden. Het mocht lang niet altijd, want koffie weggooien was in die tijd uit den boze. Ik verzon vaak een oplossing, voor wanneer die oude koffie dan wel opgedronken kon worden, maar wel zo, dat ik het dan niet hoefde te drinken. Mijn voorkeur ging toch echt uit naar de versgezette versie.
Ik vond het dan ook een goed ding dat een paar jaar later de snelfiltermethode in de mode kwam, al duurde het nog wel heel wat jaren voordat mijn ouders over gingen op "dunne" koffie met koffiemelk, of restaurantkoffie zoals zij dat noemden.
Ach koffie, tegenwoordig wordt het op vele manieren gedronken, maar de capuccino komt toch heel dicht bij de koffie die ik als kind heb leren drinken, alhoewel, de café latte doet er nog meer aan denken, alleen is er gelukkig geen sprake meer vervorming. Een vel op de koffie, ik moet er niet meer aan denken.
De laatste weken kijk ik meer televisie dan dat ik in tijden gedaan heb. Dat komt omdat er deze winter nogal wat Nederlandse series op het scherm te zien zijn. De mol moet ik zeker zien, Flikken sla ik niet snel over, de serie lijn 32 heeft mijn aandacht, maar ook de twee dramaseries waarin de naar mijn smaak de beste en mooiste actrices uit de vorige eeuw spelen.
Wat vond ik ze mooi, die twee jonge actrices uit de tijd dat ik zelf ook nog jong was. Ik ben, denk ik, net iets ouder dan zij. Wat had ik graag gedaan wat zij toen deden.... Ik was diep onder de indruk van de toen zo spontaan lijkende Monique van der Ven in Turks Fruit en de wat meer aristocratische uitstraling van Renee Soutendijk in de film: Van de koelen meren des doods.
En ne zijn beide actrices te zien in twee verschillende series. Beide dames zijn ook ouder geworden, zien er in mijn ogen nog wel aantrekkelijk uit, maar toch heb ik nu wel een duidelijke voorkeur. Ik vind Renee duidelijk een minder aantrekkelijke uitstraling hebben dan Monique.
En dat heeft niet alleen te maken met het verschil in in serie, want daarin heb ik ook een uitgesproken voorkeur. Dokter Deen is sprankelend, leuk en onderhoudend om naar te kijken. Moordvrouw vind ik kwalitatief een stuk minder.
De laatst genoemde serie speelt in Friesland en zou mede het doel hebben om Friesland wat in de kijker te zetten. Maar helaas, het is dus geen sterke serie, soms wat op het amateuristiche af. Het doet onze provincie Friesland geen goed en ook Renee Soutendijk doet zich zelf naar mijn mening geen deugd om die rol te spelen.
Hoewel deze serie in mijn ogen wat flopt, blijf ik er wel naar kijken. Ik ben nu eenmaal een echte fan van Nederlandse series en ik kom deze winter dus goed aan mijn trekken.
De hele dag had ik mij er al en beetje op verheugd. 's Avonds zou ik weer naar de muziekcursus gaan. Ik was heel benieuwd wat ik deze avond voorgeschoteld zou krijgen en dat was een schot in de roos. Een hele avond Grieg! En juist die naam had ik willen noemen als mij de eerste avond gevraagd was of ik nog een bijzondere voorkeur had voor de één of andere componist.
Waarom Grieg? Het is mijn eerste eigen ontdekking van de klassieke muziek. Zoals ik een vorig blogje al eens uitgelegd had ik mijn jeugd niet zo bar veel interesse had voor de klasieke muziek. Ik was meer van het uitgaan en het populaire genre.
Met dat uitgaan deed ik ook wel eens een vriendje voor kortere of langere tijd op. Zo heb ik als zeventienjarige een tijdje gescharreld met éne Joop van 23. Dit jong mens was al heus volwassen en had ook al een auto. Een witte kever. Een aantal weken vond ik het prachtig om met hem op de zondagmiddag in zijn auto rond te toeren. Je kwam nog eens ergens.
Tijdens zo'n tochtje moest er ook een keer getankt worden. Er moest een aantal kilometers omgereden worden, want Joop wist, dat er bij de Aralpomp grammofoonplaatjes cadeau werden gedaan. Dit keer was het een EP-tje met vier nummers uit de Peer Gynt Suite.
Op de vraag of ik dit plaatje wilde hebben zei ik uiteraard ja. Als jong meisje sla je natuurlijk nooit een cadeautje af, ook al iheeft het niets gekost. Veel reclamecadeautjes waren er toen in die tijd nog niet en een singletje kostte in 1968 toch al gauw f3,95.
Het blauwe (het had de blauwe kleur van het logo van Aral) singeltje heb ik grijs gedraaid. Ik kon niet kiezen welk van de vier nummers ik nu het mooiste vond. Anitra's Dans was zo licht en vrolijk, Solveigs Song zo meeslepend en Ochtendstemming zo heerlijk melancholisch om van de zwaarmoedigheid van Aase's dood maar te zwijgen
Nu ik de uitleg over de Peer Gynt Suite gehoord heb, kan ik het wel een beetje rijmen waarom ik toen door die muzie geraakt werd. Doordat er hier en daar in de verhaallijn trollen en kabouters een rol spelen krijgt het iets geheimzinnigs. Dat schijnt, zonder dat ik kennis van het verhaal had, bij het horen van de muziek toch een beetje bij mij binnen gekomen te zijn.
Tijdens de uitleg is er gebruik gemaakt van een DVD met daarop de balletuitvoering. Ik was nooit zo baletterig, maar ik moet zeggen dat ik met heel veel genoegen naar deze ballet uitvoering gekeken heb en dat ik zelfs heel stiekempjes de nieuwsgierigheid voelde opkomen om maar eens een uitvoering van een klassiek ballet in de schouwburg te gaan bezoeken.
Vooraf was er een kleine impressie van het land van Edvard Grieg, van Noorwegen dus. Nu heb ik heel vaak verkondigd dat de Scandinavische landen mij niet trekken, dat ik liever naar het warmere zuiden ga, maar....
Ik ben om. Ik heb een vakantie naar Noorwegen op mijn verlanglijstje gezet. Het hoe en het wanneer moet nog uitkristaliseren, maar ik weet het zeker, daar ga ik vast een keertje naar toe. Zo'n voornemen geeft perspectief en dat was nu precies wat ik even nodig heb.
U begrijpt het al, het was weer een avond die zeker mijn zinnen wat heeft verzet.
Dat onbestemde gevoel, niet echt heel diep treurig zijn, maar ook zeker niet in de stemming zijn van 'yep wat is het leven toch een feestje', ik heb er de laatste maanden nogal eens last van.
Zou ik tien vijftien jaar jonger zijn, dan zou ik het aan de overgang of aan een midlifecrisis toeschrijven, maar het gekke is, toen ik die leeftijd had heb ik nergens last van gehad. Vrijwel probleemloos ben ik van veertiger vijftiger geworden, maar nu, net in de zestigerjaren aangekomen schijnt dat vanzelfsprekende opeens te stoppen.
De jaren beginnen te tellen. Mijn jeugd, heel lang is het als een goede vriendin met mij meegereisd. Soms was het nog zo dichtbij, het was net alsof ik het nog even kon vastpakken. Maar dat gevoel is verdwenen. De herinneringen zijn er nog wel, maar anders. Het is veel verder van mij af komen te staan.
Wanneer ik aan de toekomst denk, word ik wat melancholisch. Over twintig jaar, en, zo troost ik mijzelf, dat is nog best een lange tijd, zal ik begin tachtig zijn. Als ik nu om mij heen kijk, zijn er nog heel veel fitte tachtigers, dus echt dramatisch hoeft dat niet te zijn.
Maar toch. Ik begin steeds meer te beseffen dat er aan een leven een begin zit, maar ook een eind. Zo af en toe vraag ik mij af wat ik nog wil in de jaren die nog voor mij liggen. Het heftige verlangen om iets te willen bereiken is weggeëbt, maar wat wil ik daar voor in de plaats zetten? Is: 'de dagen laten komen zoals ze komen' wel genoeg voor mij?
Een vervelende bijkomstigheid is, dat bij al dit soort gevoelens mijn tranen ook nog al los lijken te zitten. Na weer eens een klein snotterpartijtje komt het woord ineens bovendrijven. De zestigblues, vergelijkbaar met de babyblues die een aantal vrouwen de derde dag na de geboorte van hun kind schijnen te hebben. Niet helemaal vat kunnen krijgen op de eigen emoties..
Dit alles is niet echt dramatisch en het zal ook heus wel weer voorbij gaan. Met de ombuiging van zestigblues naar zestigbloes hoop ik deze periode toch ook met een beetje humor het hoofd te kunnen bieden.
Ik kijk verlangend uit naar het voorjaar. Dat zal mij straks zeker helpen om mijn zinnen weer op de meer vrolijke kanten te richten.
De tocht gaat niet gereden worden. Dat verbaast mij niets, want het ijs was nog lang niet dik genoeg. Ondanks dat ik niet zo veel verstand van ijs en schaatsen heb, had ik tijdens mijn wandeltocht nog veel te veel wakken en zwakke plekken gezien.
Geen tocht der tochten dus, maar voorlopig kan er nog wel een aantal dagen gereden worden. Hoewel schaatsen met glijden te maken heeft wordt toch altijd de term schaatsen rijden gehanteerd. In mijn ogen toch een wat merkwaardig spraakgebruik. Auto's rijden, maar schaatsen? Naar mijn idee heeft rijden altijd iets te maken met wielen. Ik zou wel eens willen weten waar dit vandaan komt, want volgens mij werd er al geschaatst, lang voordat de auto was uitgevonden.
Maar goed, boerenkarren rijden ook en die bestaan al heel lang. Misschien dat de beweging van de boerenkar achter het paard de mensen op het idee gebracht hebben dat de voortbeweging van schaatsen hier enigszins mee te vergelijken valt.
Hoe hard iemand kan schaatsen heeft te maken met materiaal, met de vaardigheid en met de conditie. Ook emotie zal hierbij een rol spelen. Als iemand heel boos is, zou dat ook van invloed op de snelheid kunnen zijn. Heel vaak hoor je schaatsers na afloop van een wedstrijd zeggen: ik voelde mij goed.
Bij auto rijden zou dat niet anders zijn. Onderzoek heeft aangetoond dat rijsnelheid niet helemaal een bewuste keuze is, maar dat emoties hier ook een rol bij spelen. Verkeerspsychologen hebben aangetoond dat proefpersonen gemiddeld bijna drie kilometer langzamer rijden bij negatief geladen beelden.
Tijden dit onderzoek liet men mensen in een rijsimulator een ritje laten maken terwijl boven in het scherm heel kort emotioneel negatieve of neutrale beelden werden weergegeven. Op de negatieve, ofwel de 'gevoelsafbeeldingen' werd gereageerd met langzamer rijden. Het artikel vermeldt niet of men ook harder gaat rijden na het zien van positive beelden.
Ik hoop mij nog heel lang de mooie beelden van de afgelopen dagen van schaatsend Friesland te blijven herinneren. Ik had het iedereen graag gegund om nog veel meer mooie beelden van het schaatsen rijden in Friesland te kunnen zien, maar helaas is dat voorlopig weer van de baan. Ik laat u tot slot nog een paar foto's van het legendarische plaatsje Oudkerk zien, het laatste dorpje voor de finish.
En mocht u meer van ons mooie Friesland willen zien, ook 's zomers is het prachtig om bijvoorbeeld op de fiets door deze mooie plaatsjes te rijden.
Tijdens het ontbijt ontstond het idee als vanzelf. Waarschijnlijk deed de winterse aanblik en de opkomende zon ons denken aan onze wintersportvakanties in Oostenrijk. We hebben nooit op een ski gestaan, maar al wandelend volop genoten van het winterse landschap. Over wandelwegen naar boven gelopen, naar verschillende skistations.
Waarom zouden we vandaag, op mijn vrije dag, niet over het ijs van de Murk, een watertje dat door ons dorp loopt, naar Oudkerk lopen? En Van Oudkerk naar Birdaard en vanuit Birdaard, langs de Ee over het fietspad weer naar huis. Gewoon meedoen, met de ijspret van nu? Niet schaatsend maar wandelend.
En dat hebben we dus gedaan. We hebben op de Murk de ijzers ondergebonden. Nee, niet de schaatsen, maar een soort van spikes waardoor je wat grip krijgt op het ijs. het dunne laagje sneeuw geeft mij dan net houvast genoeg om redelijk ontspannen te kunnen wandelen.
Op de Murk was verder niemand te zien. Het eerste stuk ging prima, maar opeens begon het ijs wel heel erg te kraken. We hebben heel wat keertjes moeten klunen maar we zijn in Oudkerk aangekomen. Daar hebben we de spikes afgedaan om niet het risico te lopen het mooie ijs, want daar is op grote schaal geveegd, van de mogelijke elfstedentocht te beschadigen.
We hebben snert gegeten en vanaf dat punt zijn we over de weg verder gegaan om de schaatsers niet to last te zijn. Vanaf het naastgelegen fietspad hadden we een prachtig uitzicht over de Ee. En net als in Oostenrijk waar ik dus nooit heb geskied, heb ik, ondanks dat ik dus ook niet kan schaatsen, met volle teugen genoten van deze winterse sport.
Dit is een doorkijkje op de Ee, met de molen vlak bij ons dorp
Dit is de dichtstbijzijnde koek en zopietent op 2km.afstand van ons huis
Ik beken, ik ben een verwoed wordfeudspeler. En niet sinds een paar weken, nee ik speel het al maanden. Toch ben ik niet verslaafd, want als ik het druk heb laat ik mijn tegenspelers gewoon een dagje wachten.
Maar die losse steeds terugkerende contactjes. Ik vind het zo gezellig. Ik speel het spel met een en vriendin, met een broer van haar, met haar zoon die mijn dochter dan weer van vroeger kent, met een paar kennissen die we wederzijds kennen. Het geeft mij zo'n ons kent ons gevoel. Zeker als er zo af en toe bij gechat wordt. Het lijkt net of we een heel klein beetje familie van elkaar geworden zijn.
Het doet mij denken aan de contactjes van vroeger, toen we nog met de hele familie in een groot dorp op de Veluwe woonden.Wanneer we de boodschappen op de markt gingen halen zagen we meestal heel veel bekenden. De broer van schoonzuster die, het zusje van zwager die, de buurvrouw van tante Lies en de dochter van een verre nicht van moeder en en....
Met geen van hen werd een heel langdurig gesprek gevoerd, het waren vaak maar een paar woorden maar het gaf mij wel een heel vertrouwd gevoel.
Het hele gedoe zal heus wel een keer weer overbeteren. (Ook zo'n mooi woord uit mijn kindertijd. Mijn moeder plachtte het nog wel eens te gebruiken)Als het zover is zal ik niet treuren maar het gewoon accepteren. Zo gaat dat met die hypes.
Eén ding zal ik echter nooit vergeten. Ik heb mijn levenlang gedacht dat het woord eega voor de vrouwelijke partner van een gehuwd paar was en dat ega voor de man werd gebruikt. Door wordfeud heb ik geleerd dat dit niet het geval is. Eega wordt voor zowel de vrouwelijke als de mannelijke vorm gebruikt.
Ik sluit af met een mooi winters plaatje. De verbinding is dat ik tijdens wintersportvakanties ook altijd volop aan het puzzelen was. Dat lijkt wel in mijn genen ingebakken te zitten.
Sneeuw, ik blijf het heel mooi vinden, maar de angst, voor neveneffecten zoals gladheid, is heel langzaam langszij geslopen en is door de jaren heen steeds meer ruimte in mijn bewustzijn op gaan eisen. Met het zweet in de handen beweeg ik mij per auto in een slakkengang over de besneeuwde wegen voorwaarts, maar ook te voet is mijn doorgaans rappe tempo afgezwakt naar een tempo die voor menigeen te langzaam zal zijn.
Ook toen ik jong was, was ik zeker geen grote fan van glijden. Schaatsen heb ik dan ook nooit kunnen leren en ook skilessen zullen niet aan mij besteed zijn. Ooit heb ik wel eens gedacht over langlaufen, maar dat is er nooit van gekomen en waarschijnlijk komt het er ook niet meer van.
Ik vind het niet erg, dat mijn angst voor gladheid met het klimmen der jaren toeneemt. Dat was niet wat mij raakte toen een jongere collega mij begripvol vergeleek met haar moeder. Nee, haar vergelijking zette mij op een heel ander spoor.
Dit keer maakt een dergelijke uitspraak mij wel heel erg bewust van het feit dat heel wat jongere collega's moeders hebben van mijn leeftijd. Ik behoor, met velen, tot de generatie vrouwen die gaan doorwerken tot de pensioengerechtigde leeftijd wordt bereikt. Velen van ons, ik ook niet, zullen niet een voorbeeld van onze moeders hebben, hoe zij dit deden.
Opeens besef ik dat ik dit mis. Een rolmodel, een voorbeeld. Opnieuw zal ik moeten gaan uitvinden hoe het is om als oudere vrouw nog volop deel te (moeten) nemen aan het arbeidsproces. Te voldoen aan alle eisen die hier aan gesteld worden. Er is geen keuze om wel of niet glibberend en bibberend aan het verkeer deel te nemen als het glad is. Ik zal wel moeten. Er wordt immers op mij gerekend.
De groeiende angst voor gladheid, die met het toenemen van de jaren steeds meer terrein wint, gaat mij steeds meer energie kosten om aan al mijn verplichtingen te kunnen voldoen. Dit gaat helaas wel ten koste van de kwaliteit die ik dan kan leveren. Dat was gisteren goed te merken. Voorlopig kan ik niet anders zeggen dan: het is niet anders.
Het wordt wel eens gezegd, wanneer de éne deur dicht gaat, treur niet, want dan gaat er ergens anders wel weer een deur open. Dat heb ik gisteren weer eens heel sterk ervaren. Helaas kan ik deze winter, door het ontbreken van een juiste bridgepartner, slechts één maal per veertien dagen bridgen en niet elke week. Jammer, maar het is niet anders.
En toen las ik vorige week opeens een artikel over een cursus klassieke muziek luisteren. Dit zou op vier dinsdagavonden plaats gaan vinden. Toen ik mijn agenda raadpleegde, kwam ik tot de conclusie dat ik geluk had. De avonden waren juist op de avonden dat ik kon.
Dit was precies wat ik wilde. Ik zou graag mij wat meer verdiepen in de klassieke muziek. Ik kan noten lezen, ik ken de namen van veel componisten, maar dan houdt het ook op. Er valt voor mij hierover nog veel te leren. En dat heb ik gisteravond gedaan.
Het programma voor de pauze was een inleiding over de gregoriaanse muziek. In vijftig minuten tijd heb ik hierover heel wat kennis gekregen en de meestal toch wel wat eentonige dreun krijgt door de verworven kennis opeens veel meer uitdaging om er echt naar te luisteren. Ik weet nu dat er verschillen kunnen zijn in het gebruik van lettergrepen, in gebruik van tonen, of het een vraag en antwoordspel is en of er bijvoorbeeld polyfoon gezongen wordt. Kortom er is een nieuwe wereld voor mij open gegaan.
Maar het allerlmooiste moment was toen ik voor mijzelf een ontdekking deed. Het gregoriaans gezang kan gekenmerkt worden als sfeergezang. Terwijl ik luisterde naar een meerstemmig gezongen gregoriaans muziekstuk, bedacht ik dat dit eigenlijk gelijkenissen heeft met de dancemuziek van tegenwoordig van onder andere Armin van Buuren Tiësto en Sunnery James. Ik weet wel, de muziek van genoemde heren is vele malen sneller, maar de overeenkomst zit in het feit van het eindeloos herhalen met net op het juiste moment een andere toevoeging. Dit maakt het op de één of andere manier aantrekkelijk.
Toen ik gisteravond deze gedachte naar buiten bracht, kreeg ik bijval van de cursusleider. Hij begreep wat ik bedoelde en onderstreepte mijn gedachte met nog een toevoeging. zo zei hij dat het bij beide vormen van muziek vooral gaat om het oproepen van de juiste de sfeer.
De muziek van het youtubefilmpje geeft niet helemaal weer wat ik bedoel, maar het heeft ook de vebinding van oude en nieuwe muziek. Zonder die cusrsus zou ik dit nooit op het spoor zijn gekomen en het is toch allerlaardigst om te zien èn te horen.