In mijn hoofd nog bezig met de vele gesprekken die ik die dag gevoerd heb sluit ik de auto af. Als ik de garagedeur open doe komt de geur van schoonmaakmiddelen mij al tegemoet. O ja, dat is ook zo, vanmorgen had ik niet veel tijd, maar ik heb, voor ik vertrok, nog snel even met haar, onze onvolprezen hulp, een kopje koffie gedronken. Eén keer in de veertien dagen is het wel een heel fijn thuiskomen. Alles heeft dan weer even een beurtje gehad, het aanrecht, de vloer of de ramen, het maakt niet uit. Als ik het huis binnenstap merk ik het gewoon aan, tja, waaraan? Bij ons is het nooit echt rommelig is, daar heb ik een hekel aan, maar toch merk ik dat zij is geweest. Het is dan net iets opgeruimder en het hele huis ademt gewoon even een andere sfeer. Ik voel ook iets van zorg en aandacht en dat is iets wat mij, nu ik er over nadenk, wel heel erg aanspreekt. Het heeft iets van de oer-moederlijke aandacht die ik als kind zijnde ervaren heb.
Ik heb al heel lang hulp. Ik ben weer gaan werken toen de kinderen nog betrekkelijk jong waren en op een gegeven moment, na een uitbreiding van een aantal uren, heb ik mijzelf de luxe veroorloofd om voor één keer in de veertien dagen een hulp in te schakelen. Sindsdien zijn er niet veel wisselingen geweest, ik heb het altijd heel erg getroffen. Onze H. van nu komt nu al weer vele jaren en ik ben erg op haar gesteld geraakt. Meestal plan ik het zo, dat ik 's morgens iets meer tijd heb dan de afgelopen keer. Onder het genot van een kopje koffie vertellen we elkaar dan onze wederwaardigheden. Dan is er even veel meer sprake van een vriendschap dan van een zakelijke relatie.
Terwijl ik vanmorgen nog even aan van alles en nog wat lag te denken, vond ik, dat het tijd werd dat zij ook eens een plekje op mijn website zou krijgen. Zij neemt immers een heel bijzondere plaats in in mijn leven. De hoogste tijd om even bij haar stil te staan.
Terwijl ik de dag in slow motion (het is tenslotte mijn vrije dag) begin, overdenk ik het weekend. Het is toch heel vreemd hoe na verloop van tijd de glans van data verdwijnt. Zouden onze moeders, die van P. en mij nog geleefd hebben, dan hadden we een heel druk weekend gehad omdat zij dan beiden rond dit weekend jarig geweest zouden zijn.
Ik had niet echt bewust met de datum rekening gehouden, maar achteraf kon de planning niet beter. In de afgelopen periode zijn we vele malen bij mijn vader op bezoek gegaan en hebben we hem de tijd gegeven om wat aan zijn nieuwe woonomgeving te wennen. Daarna stond het vervangen van de pacemaker op het program.
En toen dat achter de rug was hebben we de afspraak gemaakt dat hij bij ons op bezoek zou komen. Als ik diep in mijn hart kijk had ik eigenlijk niet meer verwacht dat dit nog weer mogelijk zou zijn. Als bij toeval bleek het opeens ook nog de verjaardagsdatum van mijjn moeder te zijn. Het voelde gewoon fijn om hem weer bij ons thuis te hebben.
Toch zit aan dit alles ook een beetje een rafelrandje. Ik krijg allengs vaker het idee dat hij niet altijd echt meer bij de tijd is. Met het ophalen van herinneringen merkte ik opeens dat zijn tijdsbeleving niet altijd correct is waardoor hij denkfoutjes gaat maken. Hij wilde met mij herinneringen aan mensen ophalen die ik niet gekend heb. Even later bleek dat hij mij met zijn zus verwisselde en dat ik dus nooit met die meisjes en jongens gespeeld kon hebben.
Binnen korte tijd was dit een tweede pijnlijk moment, een paar weken geleden herkende hij mij niet direct als zijn dochter en nu verwisselde hij in zijn gedachtenwereld mij, zijn dochter, met zijn zus. Opnieuw was er bij hem even een licht gevoel van schaamte, toen hij zich bewust werd van zijn denkfout. We praten er wat overheen, maar aan zijn reactie merk ik dat hij het vervelend vindt. Ach ja, zegt hij dan een paar keer zachtjes voor zich heen, hoe kan ik zo dom zijn. Jij hebt daar niet gewoond.
Ook echt samen televisie kijken lukt niet echt meer zo goed. Ik merk dat het moeilijk voor hem wordt om bijvoorbeeld het verslag van een wielerklassieker te volgen. Alweer allemaal nieuwe namen, het lukt hem niet meer om die tot zich te nemen. Ik leer steeds beter om het gewoon over ditjes en datjes te hebben, zonder dat het echt ergens over gaat, maar dat het vooral gaat om het gezellig te hebben.
Voor Sjors en Sjimmie was het een heerlijk weerzien met de oude man. Voor Sjors waren er de gebruikelijke koekjes meegebracht en Sjimmie liet maar al te duidelijk merken zeer content te zijn met het bezoek van de oude getrouwe man. Ze bleef maar kopjes geven en met haar bijna 16 jaar moet ook poes Sjimmie tot het sterke geslacht gerekend worden. Oud zijn roept steeds meer vertedering bij mij op. Het drietal leert mij, elk op eigen wijze, hier oog voor te hebben en er open voor te staan.
Gisteravond was ik blij. Ik kon mijn gebruikelijke rondje met mijn hondenvriendje weer lopen. Nu had ik dit na de lange wintermaanden al wel een paar keer gedaan, maar op de één of andere manier heb ik het in de afgelopen weken net iets te druk gehad om er weer een dagelijks ritme van te maken. Tot de afgelopen week. En toen liet mijn vriendje het afweten.
Vorige week zaterdag, toen ik hem tussen alle tuinactiviteiten even uitliet, merkte ik al wel, dat Sjors niet helemaal fit was. Hij liep te hijgen als een pakpaard, maar ik dacht toen nog dat hij op zijn oude dag de zon en de blauwe lucht weer eens met warm weer associeerde. Dat deed hij de laatste jaren immers wel vaker, ook in de winter als het vroor, zocht hij voor de "warme" zonnestralen een goed heenkomen door schaduw op te zoeken. Heel vermakelijk en P. en ik hebben er al menig maal om moeten lachen. Sjors heeft ons een paar jaar geleden goed laten merken niet meer van die felle zon gepaard gaande met die enorme hitte zoals het in de Provence zijn kan, gediend te zijn. Dat is ook de reden dat we al een aantal jaren naar koelere oorden op vakantie gaan en ook dit jaar staat om die reden Bretagne weer op het program.
Maar terug naar vorige week zaterdag. 's Avonds, zo rond het avondeten zag ik hoe Sjors probeerde op te staan, maar door zijn pootjes zakte. Hij bleef liggen waar hij lag. Hem laten opstaan bleek onmogelijk. Een klein poosje later heeft hij zich met veel moeite naar zijn eigen plaats gesleept. Daar hebben we hem rustig laten liggen en zo af en toe zijn bek met wat water bevochtigd. Hij reageerde niet op het bezoek van onze bridgevrienden toen zij binnenkwamen, maar later op de avond kwam hij toch weer op de poten en gaf hij aan naar buiten te moeten. Hij vond het wel wat vreemd om in de tuin te mogen plassen, maar uiteindelijk begreep hij het wel. De blokjes kaas, die hij daarna kreeg, smaakten hem wel weer.
Zondag en maandag hebben we hem zoveel mogelijk rust gegund. Voor een zieke doe je altijd iets extra's dus maandag heb ik kipfilet gekocht en gekookt en ook dat smaakte mijnheer wel weer, langzamerhand begon hij weer te eten. Het uitlaten beperkte ik tot kleine stukjes, maar dan nog voelde ik mij onzeker. Wat kon deze bijna 16 jarige nu nog wel en wat niet. Wat had onze vriend nu gehad? Om toch wat zekerheid te krijgen is er een afspraak met de dierenarts gemaakt.
Het zal waarschijnlijk een herseninfarct zijn geweest, waar Sjors, zo te zien, zich vrij goed van herstelt. Mevrouw de dierenarts prees zijn goede conditie en gaf ons de raad het even wat rustig aan te doen. Na een paar dagen vond ik het heel eng om ons gebruikelijke rondje te lopen, maar volgens P. kon dat best. Als hij Sjors uitliet was er volgens hem niets meer aan de hand. Niet Sjors gaf aan het niet te kunnen, nee, mijn angst zou op Sjors overslaan waardoor hij, Sjors, het idee zou hebben mij een plezier te doen door snel weer naar huis te willen.
Gisteren zijn we op mijn verzoek met zijn drieën op pad gegaan en ik denk dat ik P. gelijk moet geven. Sjors heeft zonder moeite en met heel veel plezier en hier en daar met wat gedartel als was het een jonge hond, "ons" rondje gelopen. Voorlopig lijkt Sjors weer goed hersteld en aangesterkt en ik hoop van ganser harte dat we dit rondje lopen nog een poosje met elkaar kunnen doen al weet ik heus wel dat we min of meer in reservetijd zijn aangekomen. In juni zal Sjors 16 worden en dat is voor een hond een zeer respectabele leeftijd. Zijn moeder is ruim 17 geworden; ik hoop van ganser harte dat het afscheid, wat onvermijdelijk een keer gaat komen, nog even wordt uitgesteld. Mag ik alsjeblieft nog een mooi voorjaar, een mooie zomer een herf.......ik weet dat het eens zal het ophouden..
(klik)
Vandaag bestond mijn werk voor een deel uit het begeleiden van een groep leerlingen die als opdracht hadden een hospice te bezoeken. Voor alle duidelijkheid, een hospice is een woonomgeving waar mensen rustig kunnen sterven. Een hospice kan plaats bieden aan maximaal zes mensen die binnen niet al te lange tijd zullen gaan sterven.
Deze excursie heeft mijzelf ook tot nieuwe inzichten gebracht die door de jaren heen heel langzaam bezig waren een gestalte te krijgen, inzichten die als het ware nog sluimerend aanwezig waren, maar waar ik nu de woorden voor kan vinden om uit te kunnen dragen waarom mijn opvattingen veranderd zijn.
Het zal ongeveer zo'n vijftien, zestien jaar geleden zijn dat er her en der initiatieven ontstonden om als vrijwilliger steun te bieden bij mensen die graag thuis wilden sterven. Niet lang daarna werd dit ondergebracht in kleine particuliere stichtinkjes van waaruit de palliatieve terminale zorg uitgevoerd werd, eerst vooral in thuissituaties.
Ik was daar toentertijd nogal wat sceptisch over. Ik vond dat dit een oneigenlijk gebruik maken van vrijwilligerswerk was. Immers deze zorg was absoluut niet overbodig en diende derhalve als betaalde arbeid uitgevoerd te worden. In mijn opvatting was het een zorg van de overheid. Stervende mensen dienden niet overgeleverd te zijn aan de goodwill van vrijwilligers.
Ook ik heb gemerkt dat gaandeweg de vrijwillige palliatieve terminale zorg een hele zinvolle plek in de huidige samenleving heeft ingenomen. Het is nu iets wat naast de professionele zorg zijn bestaan heeft, waar goede afspraken zijn en wat misschien wel in de plaats is gekomen voor de vroegere burenhulp. Het lijkt wel een antwoord te zijn op de veranderde maatschappij waarin mensen in het algemeen het vaak veel te druk hebben om zich, wanneer dat nodig, is om zijn naaste te kunnen bekommeren terwijl er ook een aantal mensen zijn die wel tijd en mogelijkheden hebben. Mensen die de kennis van de technische zorg niet beheersen, maar wel gewoon mens zijn en tijd hebben. Tijd om te luisteren, tijd om even een hand vast te houden, tijd om te praten, tijd om te zwijgen, tijd om wat vergetelheid te brengen... De tijd waaraan het de professionele zorgverleners ontbreekt.
Ik ben op het punt aangeland, dat ik accepteer dat niet alle hulp door de overheid bekostigd hoeft te worden. In vroeger tijden werd men in heel heel veel gebeurtenissen ook bijgestaan door steun van buren, vrienden, familie en kennissen en dit waren ook geen mensen die dit voor hun beroep deden en hiervoor betaald werden. Vaak lukt het niet meer om het indeze vorm te kunnen doen en daarom zullen er andere manieren gevonden moeten worden. De ontwikkeling van de maatschappij gaat verder. We leven niet meer in anno 1955. Op de veranderingen zullen nieuwe antwoorden gevonden moeten worden.
Ik heb er helemaal vrede mee, dat dit vrijwilligerswerk deze vorm heeft aangenomen. En of de palliatieve terminale zorg nu in de thuissituatie plaats vindt, of in een hospice, het komt de maatschappij ten goede. Een hospice lijkt mij een goed alternatief voor als er thuis niet de mogelijkheden zijn. Sterven in een omgeving waarin door de kleinschaligheid veel aandacht en begrip kan zijn voor de persoon zelf, lijkt mij nog altijd te verkiezen boven de vaak door drukte beheerste omgeving van een ziekenhuis. Was ik in het begin van deze ontwikkeling sceptisch, ik ben nu zo ver dat ik het met dit initiatief eens kan zijn.
De telefoon rinkelt. Als ik P. hoor zeggen: "dat is ze vast helemaal vergeten", weet ik al dat het de pedicure is. Een nieuwe afspraak is snel gemaakt, maar vanaf dat moment blijven mijn gedachten wat rondcircelen rond het woord eelt. Te veel eelt geeft problemen, maar een klein beetje eelt aan de voeten geeft wat bescherming tegen blaarvorming, zo is mijn ervaring als langeafstandsloper. Hoe zit dat dan met eelt op de ziel? Is dat positief, of juist helemaal niet.?
Ik ben maar eens wat gaan googelen en dan blijkt dat er heel veschillend over dit gezegde gedacht wordt. Schrijft de één: "De omschrijving ‘eelt op de ziel’ staat voor gegroeide ongevoeligheid van een mens door eerdere negatieve ervaringen." een ander schrijft net zo makkelijk: "Welnee, het staat voor volwassen worden en niet meer van ieder kleinigheidje over de zeik raken." of in veel mooiere bewoordingen:" De beste garantie voor een gezonde portie eelt op de ziel is nog altijd een goede dosis zelfredzaamheid, voldoende eigen verantwoordelijkheid en een een individuele vrijheid met respect voor die vrijheid bij anderen".
Na het één en het ander in mij om hebben laten gaan ben ik uiteindelijk tot het standpunt gekomen dat een klein beetje eelt op de ziel, net zoals bij de voeten, geen kwaad kan, of liever gezegd, wel wenselijk is om zodoende een beetje beschermd te zijn. "Maar", zo gaan mijn gedachten verder, "om het eelt aan mijn voeten beheersbaar te houden, ga ik elke zes weken naar de pedicure. Zou ik, om overtollig eeltvorming op mijn ziel te voorkomen, dan ook iedere zes weken naar iemand toe moeten gaan?"
Ik filosofeer nog even door: "Zou kunnen, maar er zijn massa's mensen die hun eigen voeten kunnen onderhouden, het is alleen maar makkelijk om het de pedicure te laten doen, zo zijn ook de meeste mensen wel in staat om hun eigen ziel te onderhouden, misschien wel door zo af en toe eens een flink potje te huilen." Ik knik in mijzelf en daarmee zet ik een punt achter deze vreemde gedachtenkronkel.
Een paar jaar geleden was bij mij de wens al naar boven gekomen om een Franse cursus te gaan doen. Ik heb een instaptoets gemaakt, die bepalend was op welk niveau ik zou kunnen starten. De lessen waar ik het beste bij zou passen werden toen op maandagavond gegeven. Dit was de vergaderavond van de tennisclub en daar ik toen de voorzitter was heb ik er maar van afgezien met het voornemen dit te gaan doen wanneer het wel mogelijk zou zijn.
Deze week was het een jaar geleden dat ik het voorzitterschap heb overgedragen en deze winter heb ik mijn voornemen uitgevoerd. Ik ben in oktober begonnen met de Franse lessen. (deze vonden inmiddels plaats op de donderdagavond...ik had het nu technisch gezien dus wel kunnen combineren maar ik ben toch blij dat ik dat niet in eerdere jaren heb gedaan. Het zou al met al veel te druk zijn geweest.)
Te weinig, maar toch zo af en toe had ik er tussen de bedrijven door even de tijd voor, al kostte het vaak nog wel moeite om er toe te komen om een uurtje vrij te maken om iets aan thuisstudie te kunnen doen. Maar als afwisseling van de mantelzorg lukte dat toch regelmatig en mijn donderdagavond was heilig, dan was ik niet beschikbaar. In januari bleek dat ik voldoende kennis in huis had om deel te nemen aan het onderstaand examen, georganiseerd door Alliance Francaise
Niveau A2 – overlevingsniveau
Bestemd voor cursisten die de basiscursus hebben gevolgd of een paar jaar Frans op school hebben gehad, onderverdeeld in:
A2.1 en A2.2: u kunt zich al aardig redden; er wordt veel nadruk gelegd op het spreken zonder de grammatica uit het oog te verliezen.
Mogelijke voorbereiding op afsluitende test Bilan 1
Vorige week heb ik de test gedaan en ik ben geslaagd. Vanavond is het al weer de laatste lesavond. Ik weet bijnal zeker, dat ik de volgende winter weer heel gezellig aan de vervolgcursus ga deelnemen. Maar eerst ga ik in de komende zomer de opgedane kennis in dat mooie Frankrijk in praktijk brengen. Ik kijk er nu al naar uit.
klik
klik
Terwijl ik het verzorgingshuis binnenstap zie ik hem al zitten. Kijkend naar de mannen die aan het biljarten zijn. Ik zeg hem dag en maak een opmerking in de trant van dat het jammer is dat hij niet meer mee kan doen. 'Nee, dat wordt dit seizoen niets meer, maar misschien met de volgende competitieronde' antwoordt hij mij.
Ik trek een stoel bij en ga naast hem zitten en babbel wat over koetjes en kalfjes. Ik vertel hem dat ik net zag hoe een oude man met twee tot drie keer tegen een auto aanbotsend, eindelijk kans had gezien om weg te rijden. Met een 'ik zet mijn auto daar dus niet meer neer, ik zet hem een wat verder weg, dan maar een stukje lopen' besluit ik het verhaal. Vader wil ook een duit in het zakje doen en zegt: 'ik zal mijn dochter waarschuwen, want zij heeft nog niet zo lang een nieuwe auto..... Ik onderbreek hem met: maar ik ben Hanscke, je dochter!
Ontzet kijkt hij mij aan. "Och ik had je even helemaal niet herkend, ik had je ook niet verwacht. Ik dacht nog, al weer een vrouw die zo nodig een praatje met mij moet beginnen. Je kunt hier niet even zitten of er komt een dame naast je zitten die vraagt of ik het hier wel gezellig vind, of ik ook koffie wil hebben of meer van dat gedoe. Ik probeer dan altijd maar een beetje gezellig te blijven, maar inwendig denk ik wel eens: mens laat me hier gewoon zitten, laat me toch met rust!"
En dan begrijp ik het. Het zijn de gastvrouwen, die in de hal en recreatieruimte rondlopen en die als taak hebben om met de diverse mensen die wat alleen lijken te zijn, een praatje aan te knopen. Plichtmatig geeft mijn vader dan maar wat antwoorden in de hoop dat zij de conclusie trekken dat hij nog niet zo ver is weggesufd en dat hij heus nog in staat is om zelf een gesprek te voeren.
Toen ik thuis nog eens over dit voorvalletje nadacht trok ik als vanzelf de conclusie dat dit bijna een nieuwe variant van hospitalisatie zou kunnen worden. Plichtmatig antwoord geven, omdat dit van je verwacht wordt. Een volgende keer zal ik vanaf het begin mij heel duidelijk profileren waardoor dit soort misverstanden niet meer zullen ontstaan, want mijn vader voelde zich er wel een beetje ongemakkelijk bij en daar kan ik mij wel iets bij voorstellen.
Deze week worden de batterijen van zijn pacemaker vervangen. Niet ingrijpend zegt men dan, maar ik vind dat bij een 89 jarige elke ingreep wel spannend is. Ik zal blij zijn als hij over een paar dagen gewoon weer in de stoel zit om hopenlijk ongestoord, op zijn gemak naar het biljarten te kunnen kijken.
klik
Soms vind ik het moeilijk om een begin te vinden. Net als 25 maart 2006 en 7 maart 2009 heb ik weer violen gekocht om een beetje bezig te gaan met het komende lentegevoel. Hierbij herken ik het patroon van de erbij behorende gevoelens van mij, die een mengeling zijn van neerslachtigheid, landerigheid en berusting. Het besef dat ik al weer een jaar meer ervaring heb in het omarmen van een nieuwe lente. Ervaring kan prettig zijn, maar het haalt vaak ook iets van het nieuwe en het onverwachte weg. Het sprankelt wat minder.
Toch ben ik aan de slag gegaan. Dit jaar begeleid door het almaar tikkende geluid van de specht die ook weer terug is en dat had ik nog niet eerder meegemaakt. Om hier en daar weer wat kleur op de terassen aan te brengen begin ik meestal met het vullen van een paar potten. Door de ramp in Japan ben ik mij er zeer van bewust, dat dit letterlijk bezig ziijn met aardse zaken zoals het poten van deze kleurige violen, in één klap, uitgedeeld door de natuur zelf, teniet gedaan kan worden. Om nog maar te zwijgen over de verdere zeer ernstige gevolgen van het teloor gaan van de door mensen gemaakte energiebronnen.
Het maakt mij zo klein en nietig, maar tegelijkertijd ook heel wilskrachtig om te genieten van hetgeen ik heb. Dit jaar heb ik met nog veel meer overtuiging mijn sombere gevoelens achter mij gelaten om mij open te kunnen stellen voor al het mooie nieuwe wat in aantocht is.
Moet ik nu echt zo goedgelovig zijn en dit voor zoete koek aannemen? Het officiële staatsbezoek van de koningin aan Oman is geschrapt, maar de koninklijke familie is er wel heen gegaan om deel te nemen aan een prive-diner. Pas vandaag hoorde ik dat er een aantal staatsbezoeken achter elkaar gepland waren. Na Oman was bijna buurland Qatar aan de beurt en dit staatsbezoek zou gewoon doorgaan. Uiterst pijnlijk voor Oman als het koninklijk huis daar dus helemaal verstek zou laten gaan. Het koninklijk huis? of anderen? bedachten dat het staatsbezoek dan wel in een privediner omgezet zou kunnen worden. Na wat -gespeeld? gemorrel ging de premier akkoord met het prive-bezoek aan dit land. Ik ben geneigd om te geloven dat men vanuit regeringsstandpunt deze gang van zaken eigenlijk alleen maar kon toejuichen. Op deze wijze werd Oman niet volledig afgewezen en zou het niet doorgaan van het staatsbezoek minder schril afsteken tegen het wel doorgaan van het staatsbezoek aan Qatar. Het wil er bij mij niet in dat premier Rutte en consorten dit niet in hun overwegingen mee hebben laten spelen. Volgens mij heeft men heel bewust gebruik gemaakt van de mogelijkheid van het privebezoek. Dit zou een manier kunnen zijn om èn de kool èn de geit te sparen. Jammer dat dit alles zo weinig transparant naar voren komt. Volgens mij kan een ieder op de klompen aanvoelen dat we op de één of andere manier een oor aangenaaid worden.
In mijn armen, in mijn benen, in mij buik daar is het feest, Nooit meer bang voor morgen of voor wat er is geweest. Ik zie mij zelf nog lopen, in mijn paarse ribbroek, paarse sweater met daaronder een gestreepte paarse bloes. 1979, de scheiding was uitgesproken en het gaf mij zo'n gevoel van vrijheid. Naast de zorg voor de kinderen kon ik bezig gaan om aan een eigen toekomst te gaan bouwen. Met de studie was het nu niet meer een kwestie van ook leuk bezig mogen zijn, nee het studeren kreeg hiermee een heel andere dimensie. Het was de sleutel tot onafhankelijk kunnen worden. Zelf in staat zijn om in het eigen levensonderhoud te kunnen voorzien en staan voor de kosten van de kinderen. Het is me gelukt. Dit hangertje heb ik van P. gekregen en vele jaren gedragen. Het heeft mij gesteund in het strijdbaar zijn.
Vandaag is het de honderdste Internationale Vrouwendag en dat wil ik niet voorbij laten gaan zonder daar aandacht aan te schenken. Na enig research, ontdekte ik dat ik het vorig jaar wel onopgemerkt voorbij heb laten gaan. Waarom ik dat heb laten gebeuren weet ik niet, want het is eigenlijk tegen mijn principe. Ik vind het zo belangrijk dat vrouwen en mannen een gelijkwaardig aan elkaar zijn. Het komt mij bijna als absurd voor dat er strijd geleverd is voor het vrouwenkiesrecht. Vrouwen zouden van regeren geen verstand hebben. Gelukkig hebben vele politica het tegendeel bewezen.
Maar we zijn er nog niet. Bijvoorbeeld, in verschillende religies worden de vrouwen nog steeds heel nadrukkelijk aan de zijlijn gehouden. Ik blijf het een moeilijke materie vinden, dat de gebedsruimtes in moskeeën alleen voor mannen bedoeld zijn. De moskeeën in Instanbul met de hele kleine ruimte waar vrouwen dan nog wel mogen komen staan nog op mijn netvlies gebrand. Het blijft voor mij als westerse vrouw moeilijk om dit zo zonder meer te accepteren. Ik voel verzet hiertegen. Maar anderzijds voel ik het ook niet als mijn plicht om, in mijn ogen dan, deze onrechtvaardigheid aan te gaan vechten. Maar, ik blijf mijn opstelling: respect voor een andere cultuur, toch ook enigszins twijfelachtig vinden.
De hele week speelt het het al in mijn hoofd. Een bloemetjesgordijn. Het is niet het oudste carnavalslied wat ik mij herinner, maar dit is wel de allerleukste. Wat zou of had ik graag ooit één keertje carnaval willen vieren. Niet alleen maar met een beetje in een kroeg zitten, nee, in vol ornaat meedoen bij de optocht, bierdrinken, luisteren naar buutredeners en veel hossen en polonaises lopen, als die er tenminste zijn.
Ooit, het zal zo rond rond mijn zeventiende jaar zijn geweest, ben ik met mijn allereerste vriendje in de Achterhoek één keer naar een carnavalsdansavond geweest. Ik was dat helemaal niet gewend en ik vond het dan ook echt helemaal niets. Ik durfde niet over de drempel heen te stappen om eens lekker gek te doen. Van de andere mensen kon ik het dan wel aanzien, maar om zelf daar aan mee te doen?
Mijn vriendje had niet genoeg overwicht op mij. (het is dan ook niets geworden) Hij kon mij niet verder krijgen dan dat ik heel plichtmatig aan een aantal activiteiten meedeed, maar het ging niet van harte. In de zestiger en zeventiger jaren waren er dan wel eens televisieuitzendingen, waarin het publiek eerst netjes zat en al meezingend luisterde naar alle carnavalshits die ten gehore werden gebracht. Van lieverlee veranderde dat meezingen in meedeinen en daarna in meehossen.
Van een familielid die een paar jaar in het zuiden heeft gewoond, hoorde ik toen dat dit niets met het echte carnaval te maken had. Dan zou het er heel anders toegaan. Echte Limburgse liedjes die bijna niet verstaan waren, maar als je als import een boerenkiel aandeed viel je niet op en kon je gewoon meedoen. Vanaf die tijd heb ik een aantal jaren stiekem gehoopt dat ik een keer uitgenodigd zou worden om het zelf mee te kunnen maken. Dat is helaas nooit gebeurd. De familie woont al jaren in een heel ander deel van het land, de kans daarop is dus al lang verkeken.
Ik ben veel te bleu gebleven om op eigen initiatief dan zelf daar maar ergens een hotel te boeken en mij in het feestgedruis te storten. Het lijkt mij toch ook dat je op de één of andere manier enigszins weet moet hebben van het spel wat gespeeld wordt. En voor zover ik het begrepen heb, kunnen die spelregels ook nog weer per plaats verschillen, dus mijn conclusie is: niet aan beginnen. Nog nooit eerder heb ik het voor mijzelf zo duidelijk gehad, dat heel diep weggestopt, één keer carnaval vieren, toch in mijn wensenpakket zat.
Zat. Met het ouder worden begin ik er zo nu en dan toch tegen aan te lopen, dat het niet mogelijk is om alle wensen te verwezenlijken. Ooit zal ik, en die tijd lijkt zo nu en dan wel steeds dichterbij te komen, net zoals zoveel oude mensen van nu, al keuvelend over en terugblikkend op het leven, vertellen over de wensen die er wel waren, maar die nooit in vervulling zijn gegaan. Ik kan er wel mee leven hoor. Dat dan weer wel. Ik vond het in ieder geval heel aardig om er een blogje over te schrijven.
Ik ben bij de tijd, ik doe in de vaart der volkeren gewoon even mee. Ook ik besteed in dit blogje kort aandacht aan de provinciale verkiezingen. Niet omdat ik mij zo verbonden voel met Friesland, want dat is niet zo. Ik ben geen geboren Fries en ik zal dan ook nooit een Fries in hart en nieren worden, hoewel, ongewild, het Friese accent in mijn spreken al jaren heel duidelijk te horen is. Dus geen echte Fries, maar toch wel zuinig op de provincie zoals die is. Mijn haren gaan recht overeind staan als ik artikelen lees over het samen voegen van provincies.
Een Groot-Friesland, bestaande uit de kop Noord-Holland en Fryslân, waarom zou dat ingesteld moeten worden? Ik zie er weinig voordelen in, net zo min als in een samenvoegen van Groningen-Drenthe, of zoals ik enkele weken eerder las, het samenvoegen van Zuid-Holland, Utrecht, het Gooi en de Betuwe. Wat een onzin. Nog even en dan kunnen alle provincies bij elkaar gevoegd worden. Dan is er: het land Nederland en: de hele grote provincie Nederland.
Anderzijds. misschien is dit voor de verkiezing van de Provinciale Staten wel De oplossing. Geen gekrakeel meer over de campagnevoering, dat deze niet op de afzonderlijke provincies gericht zou zijn. Ook geen discussies meer over het feit dat de uitkomst eigenlijk alleen maar in het teken zou staan van hoe er op dit moment over de regering gedacht wordt en dat de inhoud van de debatten die gehouden zijn alleen maar gaat over de landelijke politiek. Nee er kan dan duidelijk gesteld worden, dat het gaat om de getrapte Eerste Kamer Verkiezingen.
De kiezers in den lande stemmen straks dus op kandidaten uit die éne hele grote provincie Nederland en van daaruit worden er dan weer de leden voor de Eerste Kamer gekozen. Tja, het kan dan voorkomen dat er weinig vertegenwoordigers vanuit het noorden of zuiden deze functies bekleden, maar dat is toch niet erg? Nederland is toch één hele grote provincie geworden? En trouwens, wat is het nut van zo'n Eerste Kamer? Hier en daar wordt er al wel eens iets gemord en geopperd dat het overbodig zou zijn, maar heden ten dage gaan er nog niet zoveel stemmen op over afschaffing van De Eerste Kamer.
Zelf ben ik een voorstander van het in stand houden van de Eerste Kamer, daar deze naar mijn mening toch iets van een controlefunctie heeft. Voor mij is dat dan ook een grote drijfveer om wel te gaan stemmen. Ik merk inderdaad niet zoveel van provinciale invloeden die van betekenis zijn voor mijn leefomgeving, maar of schaalvergroting daar zo'n positieve wending aan zal geven betwijfel ik.
Of er wat betreft dit verkiezingsstelsel ooit iets gaat veranderen? Wie weet, de tijd zal het leren. Er zullen in de toekomst heus wel eens veranderingen gaan plaats vinden. Er vinden altijd veranderingen plaats. Deze tijd is toch ook echt niet meer hetzelfde als de tijd van waaruit onderstaande Koekoeksklok stamt. Maar alles heeft zijn tijd nodig.(Ook deze klok is in het museum van Furtwangen te zien.) klik
|
|