Ik weet het al een tijdje, ik moet binnenkort verhuizen. Of liever gezegd, mijn weblog moet van plek verhuizen. Tot nu toe woonde ik altijd nog in de restanten van een kleine virtuele commune, die ooit als 'de b-cool kliek' was begonnen. Op een dag ben ik zo brutaal geweest om daar aan te kloppen en echt, ik werd daar heel hartelijk verwelkomd, er was plaats voor mij en ik heb mij daar heel erg thuis gevoeld. In de loop van de tijd zijn de meeste communebewoners vertrokken naar elders, maar ik vond het nog steeds een lekker plekje. Ik zag geen reden om elders een onderkomen te zoeken. Totdat. Tja het was best even schrikken toen vlak voor de vakantie de communewebvriend mij liet weten dat de opstal zou gaan verdwijnen. Ik had nog wel even tijd, maar aan het eind van het jaar zou ik geen ciberwoonruimte meer hebben. Na de vakantie ben ik maar eens wat om mij heen gaan kijken. Ik kreeg van mijn communewebvriend een aantal adviezen waar ik op moest letten en hij deed het aanbod om mij te helpen met de verhuizing, want ik wil wel graag alles meenemen.
Na hier en daar rond gekeken te hebben heb ik een paar weken geleden een spacewoonruimte geheel alleen voor mijzelf gekocht. Intussen is mijn communewebvriend bezig gegaan alles voor mij in te pakken, om binnenkort de verhuizing te laten plaatsvinden. Zelf ben ik aan de gang gegaan om hier en daar eens te kijken met welke attributen ik mijn nieuwe webwoning zal stofferen. De inrichting van de nieuwe webwoning zal waarschijnlik pas later gaan gebeuren, maar de inhoud, dat wil zeggen teksten, foto''s en plaatjes kunnen allemaal mee. Gisteren heb ik al even een glimp gezien van hoe het gaat worden. U kunt natuurlijk ook even gaan kijken. Het adres is http://www.hanscke.nl/ Heel soms zijn de gordijnen open en valt er wat te zien, maar voor hetzelfde geld loopt u tegen het pivotxgordijn aan, want er wordt nog druk gebouwd in mijn nieuwe onderkomen. De definitieve datum van de verhuizing hoort u binnenkort. Ik ga vast nadenken over een nieuwe outfit. Ik ben in ieder geval al even? van mijn bezem afgestapt. Mocht u hele bijzondere suggesties voor een nieuwe outfit hebben dan houd ik mij warm aanbevolen.
Soms is de werkelijkheid van het leven te hard voor een bijna achttienjarige. Is het voor de meeste leerlingen een uitdaging om in het tweede jaar in stage te gaan, voor een enkeling kan het bijna of misschien wel helemaal te zwaar zijn. Soms zijn leerlingen opgegroeid in een heerlijke beschermde omgeving, waardoor hij of zij nog weinig weet heeft van hoe moeilijk het leven kan zijn en voor welke opgaves mensen soms geplaatst worden. In het leven is niet alles mooi. Soms worden er kinderen geboren die verre van volmaakt zijn. Niet volmaakt in geestelijk opzicht en niet volmaakt in lichamelijk opzicht, maar ze zijn er wel en ze hebben er recht op om een goede verzorging te krijgen. Soms is het heel erg schrikken voor een leerling, wanneer zij deze mensen voor het eerst ontmoeten. Natuurlijk is er in de les wel eens over deze 'doelgroep' gesproken, maar door gebrek aan ervaring kunnen sommige leerlingen zich er geen voorstelling van maken. Dit geldt zeker ook voor meiske B. Ze had in de afgelopen weken al aangegeven zich niet op haar plek te voelen op de stageplaats waar ze geplaatst was. In dergelijke gevallen maak ik dan altijd op korte termijn een afspraak om bij haar op stagebezoek te komen om het één en ander met haar en haar begeleider te bespreken. Vanmorgen was ik bij haar. Ik zie haar met grote ogen en een wit gezicht aan een tafel zitten. Ze heeft verdriet. Verdriet om het geen ze hier ziet en meemaakt. Het niveau van de bewoners is door de verstandelijke handicap erg laag. Volwassen mensen die niet kunnen praten, volwassen mensen die niet zindelijk zijn, die bijna babygedrag hebben, volwassen mensen die alleen maar kreten kunnen slaken, of als ze boos zijn, gaan krijsen, niet kunnen lopen, zittend of hangend in een rolstoel. Het is alsof ze zich afvraagt, is dit nu leven? Ze zegt deze mensen zo zielig te vinden en ook vertelt ze mij dat ze het zo erg voor de ouders vindt. Haar ogen vullen zich met tranen. Dan vertel ik haar, dat deze bewoners er in de eerste plaats recht op hebben om verzorgd te worden. En dat zij een bijdrage kan leveren door hen in ieder geval de basiszorg te geven in de vorm van wassen aankleden en eten geven. Dat ze die vaardigheden in het eerste jaar geleerd heeft en dit nu in praktijk kan brengen. En dan leg ik haar verder uit, dat deze mensen, net als zij ook gevoelens hebben. Ze kunnen ook blij zijn, ze kunnen ook verdrietig zijn, maar ook boos of gewoon tevreden zijn. Dat deze gevoelens universeel zijn en voor alle mensen gelden,of je er nu over kunt praten of niet. De praktjkbegeleidster haakt hier op in door haar te vragen of ze gezien heeft dat een bewoner zo blij kan zijn met het vasthouden van een knuffel....Meiske B. knikt en ontspant, de tranen vloeien rijkelijk, maar ik voel dat het krampachtige gaat verdwijnen. "Maar je zit nog wel met die ouders, is het niet?" Meiske B. knikt en opnieuw schieten haar ogen vol. Ik vertel haar, dat ouders het zeker niet altijd makkelijk gevonden zullen hebben of soms nog vinden, maar dat ouders in de loop van de tijd dit gaan accepteren en dat heel veel ouders toch van hun kind houden, gehandicapt of niet. Ook deze ouders willen graag het beste voor hun zoon of dochter, te vergelijken met haar eigen ouders. Het zal niet altijd makkelijk zijn voor de ouders om te accepteren dat hun kind anders is, maar, zo leg ik haar uit, die ouders worden vaak gesteund door mensen die daar dan weer voor geleerd hebben. Meiske B. knikt ten teken dat ze het begrijpt. Ze zegt dat, er veel is om over na te denken maar dat ze het nu wel anders begint te zien. "Ach, groot worden doet soms best wel pijn", denk ik als ik even later de auto zit en terug naar school rijdt. Geconfronteerd worden met de harde werkelijkheid is lang niet altijd leuk. Ik zal in de komende tijd zeker nog een aantal gesprekken met haar hierover hebben, waardoor de toch wel vrij heftige ervaring in redelijke banen kan worden geleid.
Eén keer in de zoveel weken koop ik een tijdschrift. Het aanbod is nogal gevarieerd. Ik was redelijk gecharmeerd van Mind, maar dit blad is opgehouden te bestaan. Esta is zo af en toe wel aardig en ook koop ik zo nu en dan wel eens een Psychologie-magazine, maar daar staan eigenlijk wat te weinig nieuwe snufjes en gadgets in. Dit keer viel mijn oog op het maandblad ZIN. Ik vind het echt even genieten om in de verloren uurtjes een artikel of een column te lezen of zo maar wat plaatjes te kijken. Het is een beetje te vergelijken met wat ik vroeger veel meer deed dan dat ik nu doe, het door winkelstraten slenteren en mij te verlustigen in het kijken naar de uitgestalde waar in de diverse etalages. Die liefhebberij is grotendeels verdwenen; het kost zeeën van tijd en die heb ik nu eenmaal niet, maar goed ik dwaal af. Gisteren was ik te moe om ook nog maar een letter te lezen, maar vanmorgen lukte dat wel weer. Al bladerend aangekomen bij de column van Martine Bijl was dit het eerste wat ik echt begon ik te lezen. Halverwege het artikel realiseerde ik mij dat ik bezig was de draad kwijt te raken. Was ik dan toch nog te moe om een beetje concentratie op te kunnen brengen? Ik las de laatste zin nogmaals, maar ik begreep nog steeds niet echt wat er stond. Het onderwerp ging over de aanschaf van onzinspullen, maar de zin: "Mijn oog valt meteen op de Bier-blikbrader 'Texas!'" kwam bij niet binnen. Ook niet toen ik de hele passage, waar die zin in voorkomt, voor de tweede, ja zelfs voor de derde maal las. Het was voor mij klinkklare nonsens, maar, dacht ik, mevrouw Bijl kennende, ze zal het niet helemaal uit haar duim gezogen hebben, het zal wel ergens op slaan, laat ik het woord eens bij google intikken. En ja hoor, er kwam een link te voorschijn: Plakband-kat-on line bestellen met iets verderop in de tekst het woord bierblikbrader. Ik klikte de link aan en niet te geloven, daar zag ik dit plaatje, eerst in het klein, maar het kon vergroot worden. Vol ongeloof keek ik naar het onzinapparaat en las ik de bijbehorende tekst. Op zo'n moment ben ik mij wel heel bewust van het feit dat ik in het jaar anno 2010 leef. In 1980 zou het niet mogelijk zijn geweest om zo snel duidelijkheid te krijgen over iets wat tot dan toe nog onbekend was. Voor de nieuwsgierigen onder ons is dit de link
Kinderen en oude mensen, kluchten kun je er mee beleven. Kralen die in de neus gestopt worden en er niet uit willen, centen die ingeslikt worden en die hun eigen weg gaan totdat ze weer in de wc pot gevonden worden. Een paar dagen geleden kwamen dit soort akkefietjes met de kinderen opeens weer bij mij naar boven. De aanleiding was, dat mijn vader ongezien de medicijnen ging innemen. Meestal drukken de verzorgsters de medicijnen wel uit de doordrukstrip, maar dit keer was dat niet gebeurd. Mijn vader lag al in bed en herinnerde zich dat hij zijn medicijnen nog niet had gehad. Het was hem te veel moeite om rechtop te gaan zitten, hij deed het maar liggend.... Pillen in de mond, een slok drinken erachteraan, de slikreflex trad in werking, en toen opeens pijn in de keel en de slokdarm. Dan komt het besef dat er wel iets heel raars is doorgeslikt en bezig gaat zijn weg door het lichaam te vinden. Mijn vader heeft een slechte nacht gehad. De pijn in de slokdarm wilde niet echt weg. De dag daaropvolgend had hij last van zijn darmen, maar dat kan ook nog wel heel goed het gevolg zijn geweest van de koek en andere laxeermiddelen. Vader was de volgende dag erg boos en nam het de verzorgster zeer kwalijk dat zij de medicijnen op deze wijze aan hem verstrekt had. Ik heb geprobeerd om hem in te laten zien dat ook hij zijn verantwoordelijkheid heeft en dat iemand die daar nog toe in staat is zelf verantwoordelijk is voor wat hij tot zich neemt. (Dat is ook heel duidelijk de visie van de revalidatieafdeling van het verpleeghuis. Alles wat iemand zelf nog kan, moet de persoon ook zelf doen en ik ben het daar ook wel mee eens. Het is ten slotte geen hotel en de versorgsters zijn in die zin geen personeel van de patient die daar tijdelijk verblijft. Het doel is om weer terug te gaan naar de eigen woning om daar weer een zelfstandig leven te gaan leiden.) De arts, die 's avonds toch even geconsulteerd was, gaf dus de opdracht om koek en andere etenswaar te geven wat laxerend werkt en de ontlasting van de komende dagen goed te onderzoeken op het aantreffen van de paracetemol in verpakking. Inmiddels zijn we een aantal dagen verder. Of er niet altijd goed gecontroleerd is, weet ik niet, maar er is tot nog toe niets aantoonbaars gevonden. Van opspelende darmen is gelukkig ook geen sprake meer. We zullen het maar zien als iets wat voorbij is en als afgedaan beschouwen. De kinderen hebben er toentertijd van geleerd dat e niet zo maar iets ergens in konden stoppen of in konden slikken. Ik hoop dat mijn vader op zijn oude dag heeft geleerd om toch eerst maar even te kijken wat hij gaat innemen.
Van 't één naar het ander. Omgaan met gedachten, omgaan met mensen, omgaan met gevoelens en omgaan met gebeurtenissen; per dag kost het heel wat stuurmanskunst om alles in goede banen te leiden. En als je dan ook nog als hobby hebt om vrij geregeld een blogje te produceren over van alles en nog wat, en daarmee een doorkijkje wilt geven van een gewoon doorsnee mensenleven anno nu en als daar dan ook nog kop en staart aan moet zitten, dan is dat soms een moeilijke opgave. Neem nu een dag als gisteren. Een gewone doorsnee zaterdag. Ik had mij voorgenomen en voornemens dienen uitgevoerd te worden, om weer wat meer aan het lange afstandwandelen te gaan doen. We zouden in ieder geval de jaarlijkse wandeltocht in Beetsterzwaag doen. Doordat we weinig training meer hebben zouden we het ook dit jaar bij de 25 kilometer laten en niet, zoals we vaak gedaan hebben, kiezen voor de 40 kilometer. Bijtijds uit bed en vroeg op pad. Bij het zien van de eerste paddestoelen deed ik een pijnlijke ontdekking. Ik had het fototoestel vergeten. "Jammer", maar zo troostte ik mijzelf, "verleden jaar had ik met het nieuwe toestel prachtige paddestoelen in beeld gebracht, die foto's kon ik zo weer op de computer opzoeken. Bovendien is zo'n wandeltocht niet echt geschikt om steeds foto's te maken. Het haalt je steeds uit je ritme". Nu was er van loopritme weinig sprake, want de paden waren erg drassig en modderig. Je- in ieder geval ik, heb het volle verstand er bij nodig om hoppend van de ene pol naar de andere enigszins met droge voeten te kunnen blijven lopen en ook nog een beetje tempo te houden. Dat dit niet meevalt bleek die morgen wel weer. Op een bepaald moment kon ik met geen mogelijkheid uit de beschrijving opmaken bij welk punt we waren. Toch volgden we nog wel steeds pijlen. Waarschijnlijk niet de goede, want na ruim twee uur lopen waren we al bij de finish. P. en ik kunnen veel maar gèèn 25 kilometer in ruim twee uur lopen. Een beetje onvoldaan reden we weer naar huis, maar ach de dag was nog lang en er gebeurde die dag nog veel. In ieder geval een aantal telefoongesprekken.Het voert te ver om te beschrijven wat de vele telefoontjes allemaal inhielden, maar één van de telefoontjes heeft wel tot gevolg dat ik maandag mijn vaste vrije dag voor een keer zal moeten inleveren. En 's avonds was er nog een verjaardag. Daar passeren natuurlijk ook nog vele onderwerpen de revu. Eén ervan was Flipje Tiel. Het leek even heel ver weggestopt te zijn, maar ik wist bijna zeker, dat wij in het Flipjemuseum geweest zijn. En zie daar, even zoeken op de computer en voor een tweede maal geniet ik van foto's die al weer een tijdje geleden gemaakt zijn. Op zoek naar de foto van Flipje, zit ik opeens weer midden in de meivakantie van 2009, die we in de Betuwe doorbrachten. En zo heb ik geprobeerd om over zomaar een zaterdag, medio september 2010 te schrijven. Een zaterdag die niet zoveel verschilt met een zaterdag medio september in 2002 of 1996. Ook toen zal er een verjaardag zijn geweest, ook toen zullen we gewandeld hebben, en ook toen zal ik mij bewust zijn geweest van de naderende herfst. Alleen zal ik toen nog geen blogjes geproduceerd hebben, want daar ben ik in 2005 pas mee gestart.
(klik)
Televisie kijken doe ik heel weinig. Boer zoekt vrouw, de Mol, een goede detective en sommige series zoals vroeger "Oud Geld"en nu Penoza wil ik dan nog wel eens volgen, of wat sport zoals de grote tennistoernooien en het wielrennen en dan met name de voorjaarsklassiekers en de Tour de France, maar veel meer zie ik ook niet. O ja, nu ik bijna dagelijks bij mijn vader op bezoek ga, (het gaat overigens heel goed met hem, het been mag nu tot 50% belast gaan worden), zie ik nog wel eens iets van de wereld draait door. Om niet helemaal wereldvreemd te worden, bedacht ik vorige week dat ik maar eens een keertje naar een uitzending van Paul de Leeuw moest kijken. Ik vond het op diverse punten een hele onsmakelijke vertoning. Letterlijk en figuurlijk. Om het begin van het suikerfeest te accentueren werd zijn medepresentator onder de poedersuiker gezet. Ik vind dat gesmeer met eten wel zo banaal en infantiel, maar dat was nog niets bij de figuurlijke onsmakelijkheid. Het was geloof ik de bedoeling dat er een verkiezing van look-a-likes van Yoran van der Sloot zou komen. Hoe haalt iemand het in zijn hoofd om zoiets te verzinnen. Is dit onsmakelijke vermaak nu echt typerend voor deze tijd? het lijkt er wel op. Vanavond werd ik opnieuw geprikkeld toen ik iets las waarvan ik onmiddellijk dacht dat ik dat ook een onsmakelijk idee vind. Welke waarde heeft het om de auto, waarmee Karst T.. in Apeldoorn zo'n grote ravage aanrichtte, als voorwerp in een tentoonstelling op te nemen? Ik hoef dat ding niet te zien. Geen interesse. Laten we als Nederlander maar trots zijn op de meer traditionelere dingen, zoals de ijscokar en de oliebollen- of poffertjeskraam. Misschien wel oubollig, maar zeker zo smaakvol.
Een tweede kans. Ik weet niet hoe het bij u als lezer overkomt, maar ergens gaat er bij mij dan toch altijd weer een heel vervelend belletje rinkelen en komt de associatie naar boven: tweede kans/tweede keus/tweede rangs en dat terwijl ik zelf heel veel in mijn leven te danken heb aan tweede kansen. Waarschijnlijk komt het omdat het misschien ook wel verwijst naar mislukking, fouten of foute keuzes, je niet waar gemaakt hebben. Het begrip tweede kansonderwijs is een tijdje in zwang geweest. Gelukkig wordt dit nu niet meer gebruikt, maar bij de nieuwe groep volwassenen aan wie ik les geef heb ik een vurig pleidooi gehouden over het krijgen van nieuwe kansen. Daarbij heb ik mijzelf als voorbeeld gesteld en uitgelegd dat ik op en top een tweede kans mens ben. Met mijn opleiding psychiatrisch verpleegkundige kon ik in combinatie met mijn kinderen niet zo goed uit de voeten. Na de komst van mijn kinderen ben ik pas in deeltijd gaan studeren, ik heb die studie voltooid en daarna ben ik er in geslaagd om wel een baan te vinden die met een gezin te combineren is. In diezelfde tijd ben ik ook gescheiden om een paar jaar later met mijn huidige P. in het huwelijksbootje te stappen. Het zilveren huwelijksfeest ligt al weer enige tijd achter ons. Beide tweede kansen hebben mij zielsgelukkig gemaakt. Ik vind het prachtig om te zien hoe deze groep volwassenen, hun leeftijd varieert van midden twintig tot ruim vijftig, hun kans aangrijpt om geschoold te raken in de zorg. De één wat aarzelend, de ander overenthousiast, maar over het algemeen heel verwachtingsvol. Verwachtingsvol naar de lessen, naar mij en naar zichzelf. Hoe zullen ze het er van af gaan brengen. In mijn hoofd was ik met dit onderwerp bezig toen ik in het weekend hoorde dat Yuri van Gelder er weer in geslaagd is een gouden medaille te veroveren bij het onderdeel ringen van de sport turnen. Een dag later zag ik hem in een interview. Hij gebruikte daar ook de term een tweede kans. En ik gun het hem van ganser harte. Hij weet als geen ander dat hij in het verleden niet de juiste keuzes heeft gemaakt, maar het is mogelijk om in een tweede kans heel wat van je leven te maken. Dat geldt voor hem, maar ook voor mijn nieuwe cursisten, zoals de volwassen leerlingen aangeduid worden. Door mijn eigen ervaringen hiermee is er na al die jaren nog altijd de inzet om hen te ondersteunen waar het nodig is. Zoals gezegd, mijn aandacht richtte zich in de afgelopen dagen nog al op het krijgen van een tweede kans. Mede daardoor vond ik het misschien niet zo verwonderlijk dat de informateur verder gaat waar hij gebleven was. Hij krijgt een nieuwe kans om met de rechtse partijen zodanige afspraken te maken zodat zij een regering kunnen gaan vormen. Vaak pakt zo'n tweede kans goed uit, maar of dit nu ook gaat gelden voor het verkrijgen van een kabinet waag ik te betwijfelen. Of we met deze tweede kans nu wel zo blij moeten zijn weet ik nog niet. De tijd zal het uitwijzen.
Ook ik hield bij wijze van spreke mijn adem in. Wat zou er in Amerika gezegd gaan worden. En net als vele anderen, in die zin zijn we eigenlijk allemaal kuddedieren, verdiepte ik mij dit weekend meer als anders, in de denkbeelden en opvattingen rond de invloed van de islam op de politiek. Ik las een artikel in onze regionale krant en stuitte daar op een wel heel opmerkelijke uitspraak. In dat artikel werden een paar uitspraken van Fred Leemhuis, emeritus hoogleraar islamwetenschappen in Groningen weergegeven. Enkele daarvan vond ik wel verhelderend. "Dat godsdienst, lees de islam, gebruikt wordt in politieke ideologiën is niet vreemd. Ook de politieke ideologiën van bijvoorbeeld het CDA zijn gestoeld op de christelijke leer. Dat vinden we hier in Nederland toch ook heel gewoon. En legde deze kenner in dat artikel verder uit, ook is vergelijkbaar dat van de 1 miljoen moslims die in ons land wonen er 'maar' 200.000 - 250.000 belijdende moslims zijn. Van de vele mensen die zich christen noemen is er ook maar een beperkt aantal belijdend lid van een kerk. Geen echte eyeopeners, maar aardig om dit weer eens onder ogen te krijgen. Maar, gaat het artikel verder, het verschil moet gezocht worden bij de fundamentalisten van de islam, aldus deze hoogleraar. Zij schrikken niet terug voor geweld: maar, zo staat er dan te lezen, we moeten wel bedenken, ze maken meer slachtoffers onder de andere moslims dan onder niet moslims." einde weergave citaat. Zoals zo vaak op zaterdagmorgen het geval is, zat ik met mijn krant aan de eettafel, maar na het lezen van die laatste zin viel ik bijna van mijn stoel. Hoe dien ik dit op te vatten.? Het doden van andere moslims is minder erg dan het doden van niet moslims? Nee mijnheer Leemhuis. Mijn overtuiging is heel duidelijk, al dan niet gevormd vanuit een christelijke leer: Gij zult niet doden! En zo sluipt de waanzin van het bestrijden van elkaars ideologiën ook mijn leven weer voor even binnen. Ook ik vind het, net als vele anderen, kennelijk nodig om hier mijn zegje over te doen. Als u nu vraagt of ik ook een mening heb over die srtrijd rond het bouwen van die moskee? Ja zeker, maar wel heel naïef en simplistisch. Het zou mooi zijn als de bouwers van de moskee zouden zeggen, ok. dat is kennelijk te dichtbij, we bouwen een paar kilometer verderop. Het zou ook mooi zijn als de tegenstanders zouden inbinden en konden leven met het feit dat de moskee niet echt op ground zero komt te staan. Ik geloof zelf namelijk heel erg in het volgende: Leven en laten leven.
Het moet toch niet gekker worden. Straks gaat de reclamewereld, lees 'de commercie' nog bepalen welke culturele invloeden de moeite waard zijn om gestimuleerd te worden waardoor iets een bredere plaats in onze samenleving gaat krijgen. Vanmorgen hoorde ik dat in een radiouitzending vermeld werd, dat het einde van de ramadan nabij is en dat het suikerfeest voor de deur staat. Hierbij werd de verbazing uitgesproken, dat de reclamewereld nog niet inspeelt op dat naderende feest. Verkoopcijfers van zoetwaar, maar ook van kleding, vooral kinderkleding, wat vaak voor dit feest aangeschaft wordt, omdat dit met vele familiebezoeken gepaard gaat, zouden door hierop toegespitste reclamecampagnes omhooggebracht kunnen worden. In eerste instantie dacht ik: alsjeblieft niet, dat overdreven gedoe met het kerstfeest is al meer dan genoeg. Toch kwam ik later op de dag een beetje in de knoop met mijzelf. Als ik zeg dat ik voorstander van een geïntegreerde samenleving ben, dan moet ik het normaal gaan vinden dat ook de commercie inspeelt op dit jaarlijkse feest en zich met haar reclames hierop richt, los van het feit dat ik al dat reclamegedoe eigenlijk maar niets vindt. Met kerst wordt iedereen toch ook ongevraagd maar opgezadeld met het aanpraten van een kerstgevoel? Maar dat de integratiegedachte nu juist uit de hoek van de commercie moet komen vind ik dan weer minder. Wat mij betreft hadden ze hierover hun mond wel mogen houden. We zullen zien of volgend jaar één of ander bureau toch iets in deze richting gaat ontwikkelen, want zo gaat dat, het ene jaar wordt het aangezwengeld als iets wat gemist wordt en een volgend jaar wordt het in de praktijk gebracht. Ik heb maar vast een voorschot genomen op de nieuwe ontwikkeling, want ik schat in dat dit heus gaat komen. Bretagne is heel bekend om haar vele zoetwaar en koeken. Behalve in Concarneau waren er in meerdere plaatsen dit soort winkeltjes te vinden, ouderwets aandoend ingericht met een uitstalling van heel veel verschillende soorten koek en ander zoetwaar. Ik heb daar in verschillende plaatsen een aantal foto's van genomen, waarvan er nu enkele geplaatst zijn.
(klik)
Hadden we tot voor kort gedacht, dat de brief zo heel langzamerhand wel zou gaan verdwijnen, blijkt opeens dat EEN BRIEF helemaal hot kan zijn. Mijn moeder placht vroeger nog wel eens te zeggen, ik weet niet meer in welk verband dat was, 'wie schrijft die blijft', maar dat gaat anno 2010 dus niet meer op. Klink is vertrokken en naar mijn mening is dat ook de enige juiste beslissing. Briefjes schijven aan anderen die dan weer niet voor iedereen bedoeld zijn komt mij nogal amateuristisch over. Ik kan mij nauwelijks voorstellen, dat zoiets gebeurt door mensen die capabel zouden moeten zijn om ons land te besturen. Politiek wordt voor mij op deze manier steeds ongeloofwaardiger, maar desondanks blijf ik wel geïnteresseerd. Er kan zonder meer vastgesteld worden dat er heel wat gaande is in ons land en er valt mijns inziens geen zinnig woord te zeggen over hoe het op de lange duur gaat uitpakken. Over een aantal jaren zal, achteraf, dat wat er nu gaande is, makkelijk te verklaren zijn, maar het is in het nu maar moeilijk te verwoorden. Het is ongrijpbaar en dat beangstigt mij. Wanneer ik om mij heen kijk, kan ik niet anders concluderen dan dat we met zijn allen ook niet eerlijk en rechtuit durven te zijn. Nu de PVV zo groot is geworden, één op de vijf kiezers zou zijn stem aan deze partij gegeven hebben, kan het niet anders zijn dan dat er ook mensen in mijn directe omgeving op deze partij gestemd hebben, maar ik moet nog de eerste tegenkomen die hier voor uit durft te komen. Als ik in de lunchpauze met meer dan twintig collega's samen ben probeer ik wel eens een inschatting te maken, wie er een PVVstemmer zou kunnen zijn,maar echte aanwijzingen zijn er niet te vinden. In mijn familie en kennissenkring zijn er geen PVVstemmers te vinden. Op veel plaatsen waar ik kom, hangt er een zogenaamde sfeer dat op de PVV stemmen not done is. Het krijgt daardoor iets stiekems, terwijl een groot aantal mensen toch zijn of haar stem aan deze partij geeft. Ook die brief van Klink roept bij mij iets op van niet eerlijk zijn. Wat mij betreft mag de politiek wel een voorbeeld nemen aan de eerlijkheid van een aantal boeren. Zij geven ruiterlijk toe het moeilijk te vinden om een juiste levenspartner te vinden. Zij hopen op hun oproep veel reacties te krijgen. Kijk dat is helder en transparant. Zij hopen brieven te krijgen waardoor zij constructief met hun toekomst aan de gang kunnen gaan. Misschien is het idee van Mark Rutte ook zo gek nog niet om zelf een brief te schrijven en daarmee de boer op te gaan om te zien met wie er uiteindelijk samengewerkt kan gaan worden. Misschien gaat voor Rutte de eerder genoemde zegswijze 'wie schrijft die blijft' wel op.
up date: Voor alle duidelijkheid, zelf ben ik geen PVVstemmer, maar dit bedoel ik nu exact, dat ik de behoefte voel om heel duidelijk te stellen dat ik niet op die partij stem!!
De eerste werkweek zit er voor mij weer op. De leerlingen, de nieuwe-eerste jaars, ervaren zo'n eerste week vaak nog als relaxed. Een beetje om je heen kijken, een beetje kennismaken met de school en met elkaar, och het heeft nog niet zo veel om de hakken. Wij, docenten doen ons best om het hen nog niet al te moeilijk te maken, zo'n eerste week kunnen ze vaak nog wel in hun consumerende rol blijven. Wij hebben het programma gemaakt en wij dragen wel uit wat wij per programma-onderdeel van ze verwachten. Wel houden we hier en daar al wat korte inleidingen die een beetje verband houden met onze onderwijsvisies, onze aanpak, de opleidingsstrategie om hen aan het leren te zetten en wat al niet meer, maar veel heeft het nog niet om het lijf. Het mag wel iets inhouden, maar het moet vooral nog een beetje relaxed zijn, voor de meesten dan. Een paar staan echt te trappelen om te gaan beginnen. Zij hebben echt zoiets van: kom maar over de brug met je nieuwe lesstof, ik ben er klaar voor om het te ontvangen. Zij houden helemaal niet van die flauwekulopdrachten waardoor ze het gevoel krijgen bezig gehouden te worden. Elkaar leren kennen doe je en passant wel in de loop van het jaar. Zelf ben ik ook niet zo'n geweldige fan van zo'n introductieweek, maar dat heeft een heel andere reden. Ik vind zo'n week doodvermoeiend en ik krijg echt geen beeld van al die nieuwe meisjes en die paar jongens. Ik ben, (wij zijn), namelijk alleen maar heel druk om alles op rolletjes te laten lopen en tegelijkertijd, tussen de bedrijven door, volop aan het improviseren voor de komende weken, want heel veel dingen zullen (weer) niet gaan zoals het voor de vakantie was uitgezet. De roosters van ons zelf maar ook van de lesprogramma's zien er toch weer heel anders uit dan wij als wensen neergelegd hadden, de vacature is nog niet opgevuld en helaas is er ook nog een collega met een grote taakomvatting door ziekte voorlopig uitgeschakeld. Met de nieuwe organisatiestructuur wordt van het team verwacht om voorstellen te doen hoe met deze lesuitval om te gaan. De persoon die gaat invallen en deze lessen voor haar of zijn rekening neemt zal, zo deze al gevonden gaat worden, pas weken later aan de slag gaan en tot die tijd zal het team de lesuitval zelf moeten zien te beperken. Kortom, ik had het gevoel regelrecht in een marathon gestapt te zijn met daarin ook nog eens een obstakel van moeilijkheidsfactor veel!. Boven bij de hindernis aangekomen kon ik het parcours zien. Vanuit de verte lijkt het toch redelijk vlak en begaanbaar. Tijd om een beetje bij te remmen en dat zal ik dit weekend zeker doen.
(klik)
|
|