Het schooljaar loopt ten einde. Nog een paar dagen en dan kan de vankantie gaan beginnen. Dit jaar zal de fiets waarschijnlijk een hoofdrol gaan spelen. Het was dan ook helemaal leuk dat we in het afgelopen weekend hier een voorproefje op konden nemen. Nina en haar moeder hebben al vakantie en zijn weer een paar weken in ons land. Natuurlijk mocht een bezoek aan oma en opa niet ontbreken. Haar papa had een lekke band en had daarom de fiets meegenomen om deze in de tuin te kunnen plakken. Ook de fiets van haar mama was mee en werd even onder handen genomen. En toen kon er gefietst worden
(klik)
Tijdens de fietstocht schaterde Nina het telkens uit als we haar vroegen of ze ook moe werd van het fietsen. Nee, mama wel. En dat ze niet moe was geworden bleek wel. Ze had nog genoeg energie over om de planten water te geven.
Vandaag heb ik gekozen voor mijn eigen reisje. Met het personeelsuitje meegaan is voor mij om meerdere redenen nog net een brug te ver. Ik ga liever nog een dagje naar Nina toe.
Ook vandaag kwam er nog regelmatig een nummer van Michael Jackson langs. Nu hij dood is, begin ik opeens een beetje te begrijpen waarom zijn muziek mij nooit zo heeft aangesproken. Ik heb er denk nooit veel moeite voor gedaan om er eens echt goed naar te luisteren. Voor mij klonken alle nummers een beetje hetzelfde. Hetzelfde ritme, dezelfde beat, dezelfde drum en van tijd tot hetzelfde gilletje.
Maar sinds zijn dood gisteren, weet ik dat er bij mij iets meer aan de hand is met zijn muziek. Ooit vond ik de Jackson Five GEWELDIG!. I'll be there en ABC klonken mij echt als muziek in de oren. En toen was daar opeens die brainwave. Ik was ontzettend, verschrikkelijk verliefd op éne Anne. En oh wonder, die Anne zag mij ook staan. Hij was als leerling verpleegkundige overgestapt van Ermelo naar Amersfoort. Ik zie mij nog naast hem in de auto zitten, op weg naar zijn ouders. Tijdens die rit werden deze nummers van The Jacksons gedraaid. Waarschijnlijk op radio Luxemburg of op Veronica. We hadden nog maar net iets met elkaar, maar we waren dat weekend samen vrij en hij moest wat ophalen bij zijn ouderlijk huis. Hij had gevraagd of ik zin had om met hem dat ritje heen en weer te maken. Natuurlijk had ik daar zin in. Ik wilde niets liever dan dicht bij hem zijn, dus ik was in die auto volmaakt gelukkig....
Dat geluk heeft maar heel kort geduurd. Drie weken later was het al weer uit. Ik heb dagen gehuild en maandenlang verdriet gehad. Het nummer "Ben" kwam een paar jaar later uit. Op de één of andere manier werd ik hier verschrikkelijk door geraakt. Het herinnerde mij altijd aan die verschrikkelijke verdrietige tijd. Misschien heeft dit telkens weer onbewust een rol meegespeeld als ik een nieuw nummer van Michael Jackson hoorde. Ik was nooit enthousiast. En nu het éne na het andere nummer voorbij komt, vraag ik mij opeens af wat mij bezield heeft om dat niet mooi te vinden. Oh heus niet alles, maar er zijn toch een heel aantal nummers die ik nu bij nader inzien zeker de moeite van het luisteren waard vind.
Geen tijd hebben of geen tijd maken, het lijkt op elkaar en toch is er verschil. Tenminste, als het zou moeten zou ik het heel goed kunnen verdedigen dat 'geen tijd maken voor iets' te maken heeft met het stellen van prioriteiten en dat 'geen tijd hebben' veel meer wijst op hele drukke bezigheden. Vandaag heb ik mij afgevraagd hoe het komt dat ik gedurende bijna een week geen blogje geplaatst heb. OK, ik was behoorlijk druk, waardoor ik geen tijd kon vrijmaken. Dacht ik. Of het had geen prioriteit, denk ik nu. Geen zin? Ach ik weet het niet. De laatste maanden is er niet de scherpte zoals die er wel eens geweest is. De gebeurtenissen in de wereld boeien mij niet zo. Soms overvalt mij in mijn eigen persoonlijke wereldje het gevoel van voortdurende herhalingen. De tennisclub eist opnieuw veel aandacht van mij door de ombouw van enkele banen, maar ik heb dat al eens meegemaakt. Ook de twee harde banen gaan op de schop en worden gerenoveerd. Natuurlijk ben ik trots dat dit ook nog in mijn voorzitterstijdperk gerealiseerd gaat worden, maar ik merk toch dat het spetterende enthousiasme van drie jaar geleden, toen vier gravelbanen naar French Court banen werden omgebouwd, wat tanende is. Ik begin zo langzamerhand ook uit te zien naar het tijdstip dat ik de voorzittershamer kan doorgeven. Ach en dan ben ik nog bezig met de revalidatie van mijn voet. Dat gaat niet helemaal naar wens. Ik weet niet wat ik er van denken moet. Het is wel iets verbeterd, maar echt over is het niet. Ik heb vorige week geprobeerd om de draad van mijn dagelijkse wandelingen weer op te pakken, maar dat gaat dus niet. Er is geen vooruitgang te boeken. Zolang ik maar niet of nauwelijks loop voel ik weinig pijn, maar zelfs dat kan van dag tot dag verschillen. En dan is er zo maar weer eens een dag dat ik zonder moeite wel een stukje kan lopen. Afgelopen zondag liepen we met Rixte en haar moeder door de duinen naar het strand. Het lopen ging goed, stijgen en dalen was geen probleem en we hadden samen veel plezier. Totdat.........
dochterlief mij wees op dat rare verschijnsel van een tijdje geleden dat een soort luizen zich in de vorm van webben helemaal over auto's en dergelijke verspreidden. Die webben waren in de duinen nog zichtbaar in bepaalde bomen. We stonden even stil om het wat beter te kunnen bekijken. Opeens begon Rixte te huilen. Onze bijna vierjarige bleek kennis gemaakt te hebben met een brandnetel. Tsja, dat prikken is natuurlijk geen prettig gevoel. Zo eindigde die vrolijke wandeling ietwat abrupt, De kus van haar moeder kon het prikken niet laten stoppen, maar ondanks dat kijk ik toch terug op een geslaagd ommetje. Voor herhaling vatbaar. Zo is dit een blogje over verschillende alledaagse dingetjes geworden. Het leven is nu eenmaal vaak een aaneenschakeling van alledaagse zaken en herhalingen en daar is ook niets mis mee. Het gaat gewoon zoals het komt.
Vandaag vond ik opeens een geel blokje terug met van die plakplapierjes die als memo-tje gebruikt kunnen worden. Ik schoonde het blokje op door er een paar blaadjes er af te scheuren die niet meer ter zake deden en zo kwam ik bij het blaadje waar ik een flink aantal weken geleden een paar onderwerpen genoteerd had waar ik een blogje over wilde schrijven. Witte muisjes, baby's en eerste tongzoen las ik. De tongzoen kan ik niet meer herleiden, het onderwerp baby's wel.
Eind maart, begin april heb ik vele intakes van nieuwe leerlingen gedaan. Tijdens zo'n intake gesprek moet ik proberen te achterhalen waarom zo'n 16 jarig meisje geïnteresseerd is in de opleiding Verpleging en Verzorging. Sommigen hebben er al wel een heel aardig idee over waarvoor ze opgeleid zullen gaan worden, maar er zijn er ook die nog een wat kinderlijke voorstelling van zaken hebben. Zo is er een behoorlijk aantal aspirantleerlingen die als ideaal hebben om op een kinderafdeling in het ziekenhuis te gaan werken. Als motivatie hoor ik, dat ze kinderen zo leuk vinden en dat ze graag iets voor zieke kinderen willen doen. Ik moet ze dan vaak teleurstellen, want dat is een lange weg te gaan. Zeker als men niet in nieveau vier kan beginnen. Ook probeer ik dan het beeld wat bij te stellen. Zieke kinderen zijn niet altijd blij, huilen als ze een prikje moeten hebben en vraag ik dan wie moet ze dat prikje dan geven? Juist jij.
Ook is er altijd een grote categorie die graag de kraam in willen gaan. Maar een losse opleiding tot kraamverzorgende is er niet meer. Zo'n leerling zal dan toch eerst bij ouderen moeten werken. Ook het idee van kraamverzorgster behoeft dan vaak een bijstelling. Echt een beetje tutten met de baby is er bijna niet bij. De moeders doen tegenwoordig liever zelf hun baby in bad dan dat ze dat een kraamverzorgende willen laten doen.
Ik vroeg me toen in die tijd van de intakes af wat een mogelijke reden zou kunnen zijn, dat deze zeer jonge meisjes zo baby of kind gericht waren. Ik vond twee verklaringen. Of de tijd dat deze meisjes nog met poppen speelden was nog niet zo heel lang voorbij en was de motivatie om dit werk te willen gaan doen meer op een soort heimwee naar die tijd gebaseerd. Een tweede verklaring zou kunnen zijn , dat deze meisjes inschatten dat je voor het werken met baby's en kinderen minder volwassen zou hoeven zijn, dus zelf nog een beetje kind konden blijven..
In de afgelopen dagen heb ik weer menig gesprek met de huidige eerste jaars gehad. Velen van hen hebben hun beeld bijgesteld en zeggen nu vaak dat ze nog geen goede inschatting hadden gehad. Meestal blijft er een handjevol leerlingen over die echt de kraamopleing willen gaan doen. Zij moeten nog een jaar wachten, want dat kan pas in het derde jaar. Diegene die na dit basisjaar de opleiding Verplegende niveau vier gaan doen, zijn ook een heel stuk realistischer geworden. Zij zeggen, eerst maar eens zien hoe het in een ziekenhuis er toe gaat. Dan zie ik wel weer. Het blijft altijd weer boeiend om de leerlingen deze ontwikkeling te zien doormaken
Nu ik weer volop aan het werk ben, merk ik dat het ook weer voor mij geldt, het gevoel van: jammer het weekend is al weer voorbij. Maar juist als je werkt lijkt het of je dubbel zo veel geniet, zeker als het zulk mooi weer is als dit weekend. Vandaag kwam mijn vriendinnetje op bezoek en haar man natuurlijk. Toch wel heel bijzonder als je elkaar al meer dan vijftig jaar kent. Het voelt zo lekker, zo vertrouwd. Op zo'n dag voel ik mij blij en gelukkig. Kennen en gekend worden samen in balans. Maar voor zij gearriveerd waren had ik nog even tijd om te lezen in het boek: "De geur van brood" geschreven door Sarah-Kate Lynch. Ik had even moeite om "erin" te komen, maar na een goede tachtig bladzijden heb ik de smaak te pakken. Alleen maar Esther Verhoef, Simone van der Vlugt en nog meer van dat genre doet de leeshonger ook wel eens verstillen, althans wel de mijne. Nee als ik dan hele beschrijvende passages lees over de meanderende rivier, dan is dat toch wel weer even andere kost. Maar mijn mond viel open toen ik het woord prerafaëlitisch las. Daar had ik echt nog nooit van gehoord. Ik las het, nog net voor het bezoek er was en ik heb het gelijk opgeschreven, want anders verdwijnt zo'n woord in de vergetelheid en ik wil de betekenis er toch wel van weten. Vanavond heb ik het opgezocht. Ik ben heel wat wijzer geworden. Weer wat aan mijn algemene ontwikkeling toegevoegd. Hieronder kunt u als lezer van dit blog deze kennis tot u nemen, tenzij u hier al lang van op de hoogte was. Dan kan het gewoon als niet geplaatst beschouwd worden.
Deze groep schilders verenigde zich in 1848 en werd opgericht door William Holman Hunt, John Everett Millais, Dante Gabriel Rossetti en diens broer William Michael Rossetti. Ook Edward Burne-Jones, William Morris en John William Waterhouse waren aanhangers van deze kunststroming.
De Prerafaëlieten (een vertaling van de Engelse naam Pre-Raphaelite Brotherhood) noemden zich zo, omdat ze de schilder Raphaël overgewaardeerd vonden en terug wilden naar de schilderkunst van voor zijn tijd. Ze legden de basis voor de Jugendstil.
Het Prerafaëlisme sluit aan bij de renaissance en neorenaissance. De schilderijen zijn romantisch van aard en leunen aan tegen de populaire Arts-and-craftsbeweging.De doeken hebben vaak een schijn van piëtisme, de schilders waren dan ook academisch opgeleid.
Routine wil ik het niet noemen. Ik zou het meer onder ervaring willen rangschikken. De afgelopen dagen heb ik mij weer met hart en ziel gestort op de taak om de nieuwe vorm van onderwijs, waar we overigens in september al mee begonnen zijn, in een beter passend jasje te krijgen. Dit zal zeker de vierde of de vijfde keer in mijn arbeidzame leven zijn dat ik mij hier mee bezig houd. En elke keer vind ik het weer leuk om dat te doen. Door deze werkzaamheden leer ik zo'n opleiding van haver tot gort en van links naar rechts kennen.
De eerste keer dat ik dit werk deed, had ik het idee, dat we dan weer jaren vooruit konden, de tweede keer was ik wat sceptischer. Ik vond het meer iets hebben van oude wijn in nieuwe zakken. De derde keer moest ik eerst over een grote drempel heen. Ik vond die die veranderingen niet zo nodig en ik had er veel weerstand tegen. Was ik eenmaal die weerstand voorbij, dan kon ik wel weer enthousiast worden. En nu ik opnieuw met een dergelijke klus bezig ben, begin ik de humor er wel een beetje van in te zien. Het schudt je wakker en elke nieuwe vorm of verandering heeft zo zijn eigen terminologie.
De eerste verandering waar ik actief bij betrokken was, was de ombouw van de lesstof naar het modulaire stelsel. Te pas en te onpas werd het woord module gebruikt. Tegenwoordig kom ik dat woord bijna nooit meer tegen. Na de modules deden de deelkwalificaties hun intrede. Hierna was het de beurt aan het PGO. Dit staat voor Praktijk of Probleem Gestuurd Onderwijs. Voor vele opleiding werd even later het duale leren (weer) in het leven geroepen. Dit wil zeggen, drie dagen in de week naar stage en twee dagen naar school. Alleen is het woord stage vervangen door de term Beroeps Praktijk Vorming. En nu zijn we dus helemaal overgeschakeld naar het competentie gericht leren.
Al schrijvend en invullend ontdekte ik vanmorgen dat ik het woord evalueren, een must in de negenter jaren, nergens meer voorkomt. Hiervoor lijkt het woord reflecteren in de plaats gekomen te zijn. En ach, ik pas mij gewoon aan. Evalueren of reflecteren, echt heel veel verschil is er niet. Ik heb het voor de zekerheid maar even opgezocht. Bij evalueren gaat het volgens Van Dale om iets achteraf te bespreken, om er van te leren. Bij reflecteren lees ik: weerkaatsing, overweging, overdenking.
Ach, het nieuwe woord heeft misschien wel zijn voordelen. Als het goed is zal een leerling waarschijnlijk zijn reflectieverslag niet meer beëindigen met de kreet: Ik heb er niets van geleerd zoals ik bij de vele evaluatieverslagen tegenkwam. Ontegenzeglijk kom ik weer heel andere onvolkomenheden tegen, maar zo gaat dat nu eenmaal.
Echt een dip wil ik het niet noemen, meer een gevoel van "het zou wel wat beter kunnen". De echte passie is er even niet. Oh. ik vind het heerlijk weer aan het werk te zijn. Na dat ik thuis heel veel op de computer voor het werk bezig ben geweest, is het toch ook wel prettig van tijd tot tijd weer op de echte werkvloer te verschijnen. Daar mankeert het niet aan. En toch, als ik niet aan het werk ben is er een vorm van enige landerigheid. Ik kan wel een aantal redenen opsommen. Het weer werkt niet echt mee, Roland Carros is weer afgelopen en heeft niet de winnaar die ik had willen hebben. Het clubfeest van de tennisclub waar ik voorzitter van ben zal waarschijnlijk niet dat hoogtepunt worden waarop ik gehoopt had. Na een jaar op bestuurlijk niveau hard gewerkt te hebben om de renovatie van de twee betonbanen te realiseren, blijkt nu dat de werkzaamheden niet op tijd afgerond zullen zijn. Ik kan mij ook even niet verliezen in het bestuderen van de Duitse kaart, dit in het kader van de vakantieplannen. Dit jaar zou de reis richting Weimar, Erfurt, Jena, Gera en mogelijk Dresden gaan. Ik heb het in deze afgelopen winter al helemaal uitgeplozen. Deze vakantie zou een lekkere afwisseling gaan worden van de ene dag oude steden bezoeken en een volgende dag een mooie wandeltocht maken. Allengs zijn de plannen al wat bijgesteld. Er is een fietsenrek op de caravan gemonteerd, zodat de fietsen dit jaar mee zouden kunnen. Als lopen dan niet zou lukken, zou er gefietst kunnen worden. Maar de laatste dagen begin ik mij steeds meer af te vragen of er dit jaar überhaupt wel een vakantie in zal gaan zitten. Nadat we ons uitje tijdens het hemelvaartweekend hebben moeten schrappen, begin ik steeds meer een bang vermoeden te krijgen, dat er misschien ook niet zo veel van de zomervakantie terecht zal komen. De voet wil tot nu toe niet echt opknappen. Leek het aanvankelijk de eerste dagen goed te gaan toen het gips eraf was, de laatste twee dagen neemt de pijn alleen maar toe. Ik houd mij nu nog vast aan de gedachte als hang ik aan een zwiepende tak, dat het een kwestie van gewenning is. Dat het mogelijk spierpijn kan zijn. De spieren en zenuwen moeten immers weer in hun gewone doen komen....Eerlijk is eerlijk, de twijfel wordt met de dag groter en dat zal wel de grootste oorzaak van mijn niet helemaal welbevinden zijn. Om moed te houden heb ik met dit blog maar geprobeerd woorden aan mijn gevoel te geven. Ik wil (nog) niet bij de pakken neer gaan zitten.
Zo dichtbij....Vanmorgen zijn we op de fiets gestapt om naar de Stoepa te gaan. Het zou ruim een half uur fietsen zijn. We wisten ongeveer waar het moest zijn. Het regende nergens, maar daar waar wij fietsten vielen steeds wat spetters. Net niet zo dat het hinderlijk werd. Ik heb genoten van het frisse Friese vlakke land. In Hantum hebben we iemand gevraagd waar we moesten zijn. De stoepa ligt in de bossages verscholen. Dit was de eerste aanblik en we wisten het zeker, hier waren we nog nooit eerder geweest. De tekst bij de ingang De stoepa in vooraanzicht. Een vriendelijke man, geen monnik, kwam naar ons toe en vroeg ons of we ook binnen een kijkje wilde nemen. Wel moesten de schoen uit. Allemaal dezelfde beeldjes. Nadat we binnen gekeken hadden, werden we uigenodigd rond de stoepa te lopen en alle trommels in beweging te zetten. Dat bevordert de vrede. Een detail in de voorgevel. Deze tekst wil ik verder in mijn leven meenemen.
Het was een welbestede zondagmorgen die ik waarschijnlijk nooit meer zal vergeten. Al fietsend ben ik mij zowel op de heenweg als op de terugweg, welke een heel andere was, zeer bewust geweest van de omgeving. Er kwam een heel vredig gevoel over mij. Door de jaren heen ben ik mij in dit vlakke frisse Friese land thuis gaan voelen.
Naast het nieuws over de verkiezingen sijpelt er in de berichtgevingen mondjesmaat wat informatie door over het bezoek van de dalaï lama. Toen mij van de week gevraagd werd wat ik nu van dat bezoek vond, moest ik tot mijn schande bekennen niet eens zo goed op de hoogte te zijn. Zelfs de Stupa in Hantum, nog geen tien kilometer bij mij vandaan, heb ik nog nooit met eigen ogen gezien. Het wordt hoog tijd om mij hierin eens verder te gaan verdiepen. Na wat onderzoek begrijp ik nu de commotie die is ontstaan over het bezoek van deze goeroe en de rol die de betrekkingen met China hierbij spelen. Tot 1950 was Tibet een zelfstandige natie waar China een eind aan gemaakt heeft. Vanaf dat moment wil China de dienst uitmaken en daarbij is geen ruimte voor een spiritueel leider. Dat dit verzet oproept is begrijpelijk. Wat de paus is voor de Rooms Katholieke kerk, is de dalaï lama voor het Tibetaans Boeddhisme.
Voor mij heeft het Rooms Katholicisme nogal wat poespas waar ik mij niet in kan vinden, maar het heeft zeker ook elementen wat ik als waardevol zie en niet wil onderschatten. Zo begin ik het Tibetaans Boeddhisme ook te zien. Tenzin Gyatso, dit is de naam van de huidige dalaï lama, deze term duidt niet één enkele persoon aan maar een lijn van elkaar opvolgende leiders, is door die reïncarnatie tot hoogste spiritueel leider geworden zijn. En hier wordt het voor mij wat vaag en haak ik wat dat betreft af. Ik neem wel aan dat deze dalaï lama met zijn spirituele aanzien vanuit deze kant met zijn inzichten een bijdrage aan onze wereld wil leveren wat mensen in geestelijk opzicht wil verrijken. Vanuit die gedachte kan deze man op een zelfde manier door onze regering ontvangen worden dan dat de paus destijds ontvangen is. Ook daar heeft China of geen enkel land iets over te zeggen gehad.
In ieder geval ben ik geprikkeld door dit onderwerp. Ik wil er meer van weten. Om te beginnen zal ik zeer binnenkort de Stupa in Hantum eens gaan bezoeken. Ik kan dat nog niet als een pelgrimstocht gaan lopen, maar op de fiets moet het toch zeker als een kleine bedevaartstocht te doen zijn.
Het gips is er af, maar om nu te zeggen dat ik weer kan lopen als een kievit? Nou nee, nog niet, maar dat zal vast wel weer komen. Morgen wat in huis rondscharrelen, zaterdag wat om het huis heen en zondag een klein ommetje. Zo mag ik het elke dag wat uitbreiden, met als toetje mijn dagelijkse rondje van vier kilometer, àls de pijn tenminste niet terugkeert.
Van de gipsjuffrouw hoorde ik dat er in mijn status artritis staat te lezen. Zo weet ik eindelijk waar mijn "kwaal" onder geboekt is. Natuurlijk heb ik, voor ik per taxi naar een teambijeenkomst zou gaan, even gegoogeld. Het lijkt erop dat de behandeling op deze kwaal gericht is geweest. Alleen bij het zo snel mogelijk de oorzaak bestrijden met medicijnen heb ik zo mijn twijfels, alhoewel, vanaf half februari heb ik ontstekingsremmers geslikt, de diagnose was dan misschien niet snel gesteld, maar de medicatie was op voorhand juist en wel heel erg langdurig.....
Wie weet hebben deze medicijnen in combinatie met maagbeschermingstabletten ook wel een gunstige uitwerking op mijn darmklachten gehad. Het kan namelijk heel goed zijn dat de voetklachten een voortvloeisel is geweest van een infectie elders in het lichaam. Dan zou het een reactieve artritis hebben kunnen zijn. Dit is een steriele ontsteking (en hoewel de arts weinig heeft uitgelegd, heeft hij ooit deze term wel laten vallen) met als gevolg beschadiging van het kraakbeen. Kraakbeen geneest slecht omdat er geen bloedvaten in lopen. Dit verklaart ook de lange tijd van rust die voorgeschreven is.
Hoe het ook zij, ik hoop dat ik genezen ben en dat ik voorlopig verschoond blijf van allerlei klachten en kwaaltjes. Ik heb mij altijd mogen verheugen in een goede gezondheid en ik hoop dat nu weer bereikt te hebben. Er is één verschil, ik ben wel gaan beseffen hoeveel het waard is om een goede gezondheid te hebben. Heel veel dus en wellicht ga ik in de toekomst iets zorgvuldiger met mijn lijf en leden om. Als het goed is, kom ik voorlopig niet meer op dit onderwerp terug. Maandag pak ik de draad van het gewone leven weer op. En dit keer zonder pijn zo mag ik hopen.
Gisteravond hing dit kleintje uit haar huisje. Misschien wel om afscheid te nemen. Het is een jonkie, want ik had net de vader en de moeder zien wegvliegen. Drie en een halve week hebben we met elkaar opgetrokken. Tijdens mijn verplichte zitten, of op het terras buiten, of in in de keuken of aan de eetkamertafel, heb ik vader en moeder ontelbare malen het huisje in en uit zien vliegen om de kleintjes te voeren. Dat voeren begon op de dag dat mijn voet in het gips was gezet. Ik weet uit ervaring, dat die voederperiode ongeveer drie en een halve week duurt. Ik vroeg mij toen af wie het eerst uit de voeten zouden kunnen, de kleine koolmeesjes of ik. De koolmeesjes hebben gewonnen. Zij zijn vandaag uitgevlogen. Helaas heb ik het uitvlieggebeuren maar zijdelings kunnen gadeslaan. Mijn aandacht werd door iemand, die de keuken kwam opmeten, opgeëist, maar op een gegeven moment zag ik drie, vier bolletjes de coniferenhaag inschieten. Wel hoorde ik een tijdje daarna, de meetmeneer was inmiddels weer vertrokken, een paar eksters in de buurt van de haag schetteren. Zo vlug ik kon ben ik naar buiten gegaan en ik heb hen met veel kabaal heen gezonden. Die kleintjes moeten toch wel de gelegenheid krijgen om te leren vliegen en om op eigen benen te kunnen staan. Ik zal de vogeltjes missen, alhoewel, als het goed is kan ikzelf morgen ook weer uit de voeten. Dan is de tijd gekomen dat het gips er weer af mag. Ik kijk er naar uit om weer geheel onafhankelijk te zijn en te kunnen gaan en staan waar ik wil. In staat te zijn om gewoon mijn eigen vleugels uit te kunnen slaan, op eigen wieken het leven van alledag te kunnen leiden.
klik
klik op de foto voor een groter formaat
Het prachtige weer tijdens de pinksterdagen lokten velen naar buiten. Ook ik ben hele dagen buiten geweest en vanaf verschillende terrasjes heb ik heel veel gade kunnen slaan. Bijvoorbeeld een tortelend paartje, een gezin met opgroeiend kroost en mijn eigenste steeds groter wordende kleinkind. De terrassen die ik deze dagen bezocht heb bevinden zich namelijk in de tuin bij mijn eigen optrekje. Door de dag heen moest ik wel eens van terras naar terras verhuizen vanwege de windrichting. En toch heb ik de drie dagen zittend in de tuin niet als saai ervaren. Als je goed kijkt en luistert gebeurt er heel veel om je heen.
Al verscheidene jaren hebben we in het voorjaar achterburen. De familie Meelkoos neemt dan achter in de tuin haar intrek in het huisje op de paal. Dan wordt er fors gewerkt aan gezinsuitbreiding en eind mei vinden pa en ma het welletjes en wordt er naar toe gewerkt dat de kinderschare op eigen benen (pootjes) gaat staan. Dit jaar heb ik het hele proces goed kunnen volgen.
Ook hebben zich onverwacht en onuitgenodigd twee nieuwe gasten aangediend en wel ma en pa houtduif, of althans, dat zouden zij graag willen worden. ouders van kroost. Zij geven er de voorkeur aan om een eigen onderkomen te willen bouwen. Dameduif heeft plaats genomen op een onmogelijke plaats in de boom, een treurberk. Heerduif is de hele dag bezig om takjes aan te dragen. Waarschijnlijk zou dat hun nest moeten worden, alleen lukt dat van geen kant. Alle takjes die heerduif de boom insleept, vallen met een zelfde noodgang weer naar beneden. Onderaan de boom ligt het bezaaid met takjes, genoeg voor wel drie nesten. Ruim drie dagen ben ik nu al getuige van het falen van dit stel om een goed en solide nest te bouwen. Ik heb er ook geen vertrouwen in dat het dit jaar nog lukken gaat. Gisteren heb ik me laten vertellen dat dit een leerproces is. Vogels, in dit geval houtduiven kunnen ook niet zomaar alles. Ook zij hebben tijd nodig om zich te ontwikkelen.
Dat brengt mij bij mijn derde observatie. Ik heb genoten van het kijken naar het spelen van een bijna kleuter. Lekker knoeien met water, een gieter, een tuinslang en een zandbak om dan tussendoor even tot rust komen door samen een spelletje te doen. Iets mooiers is er bijna niet. Uiteraard zijn er foto's gemaakt. Heel veel. Toch volsta ik dit keer met de foto van de duif.
|
|