Zij is dit jaar tot de meest sociale mens verkozen. Niet dat ik het daar wel of niet mee eens ben, van mij mag Erica Terpstra dat zijn, maar met haar uitleg over hoe ze hier toe heeft kunnen uitgroeien ben ik het niet eens. In de uitzending van Knevel en van den Brink legde ze wel erg veel nadruk op haar opvoeding. Ze gaf haar ouders, die overigens al geruime tijd aan het hemelen zijn, wel heel erg veel eer.
Het komt mij toch ietwat simplistisch over als je als zestigjarige vooral boogt op je genoten opvoeding. Natuurlijk weet ik ook wel dat er in de jeugd een basis gelegd wordt, maar het zou niet best zijn als dat het enige was. Treurig ook, voor degene die het als kind niet zo erg met zijn of haar ouders getroffen zou hebben. Maar gelukkig zijn er talloze mensen uit deze laatsgenoemde groep, die tot prima mensen zijn uitgegroeid en die bovendien ook heel sociaal zijn.
Kortom, ik ergerde mij aan haar would be vrolijke maar o zo oppervlakkige uitspraken. Als zestigjarige ben je tweederde van je leven volwassen en leef je je eigen leven, maak je je eigen keuzes al dan niet geënt op de zienswijze van de vroegere opvoeding. Mensen veranderen gedurende hun leven. Veranderen door hetgeen ze meemaken i hun leven. Vrolijke gebeurtenissen, verdriet, telerustelling, ieder mens krijgt zo door het leven heen zijn eigen ervaringen en dat alles maakt de mens tot wat hij is.
En denk nu niet dat ik de zon niet in het water kan zien schijnen. Ik heb een prima opvoeding gehad, maar ik ben toch zeker niet meer dezelfde als toen ik twintig was. Ik heb heel veel bijgeleerd en dat heeft mij mede gevormd tot wie ik nu ben. Misschien ben ik over twintig jaar in grote lijnen nog wel dezelfde als wie ik nu ben, maar ik hoop toch wel iets te verschillen met het nu, want anders zou ik in mijn ogen die twintig jaar niet geleefd hebben. Natuurlijk zijn bepaalde karaktertrekken nog herkenbaar van toen ik twintig was en die zullen over twintig jaar ook nog herkenbaar zijn. Karakter is een duurzaam gegeven, maar niet helemaal onveranderlijk.
Misschien ben ik met dit blogje wel niet helemaal zo sociaal als Erica, maar ik ga liever meer voor het echte. Dat ligt meer in mijn aard.
Het meisje uit het vorige blog inspireerde mij tot nog een blog, waar zij de aanleiding voor is, maar nu met een wat minder zwaar beladen onderwerp. Zij mocht in de uitzending van Paul de Leeuw op zondagavond zelf de kaars aansteken. Natuurlijk is het extra spannend met al die camera's op je gericht. Ik zag haar handje bibberen. De eerste keer afstrijken mislukte. Dat bracht mij in een flits terug naar het punt in mijn herinneringen dat ik zelf groot genoeg geacht werd om een lucifer af te mogen strijken. Ik vond het maar knap eng en ik weet dat ik het luciferstokje veiligheidshalve maar van mij afstreek in plaats van wat het meest gebruikelijk is, het houtje naar mijzelf toe te strijken. Ik ben het vrij lang een beetje eng blijven vinden, zo kan ik mij nu nog herinneren, maar uiteindelijk is het punt toch gekomen dat het tot een automatisme is verworden.
Tijdens het schrijven van dit stukje hoor ik dat er in de nieuwsdienst een berichtgeving is over het feit, dat leden van het koninklijk huis, ik heb in ieder geval de naam van Pieter van Vollenhove horen noemen, een bezoek hebben gebracht aan de ouders van de man die zoveel verdriet heeft veroorzaakt. Dit noopt mij om het toch in dit stukje te verwerken waardoor het minder luchtig zal worden dan dat het van oorsprong mijn bedoeling was. Ik hoop dat de ouders en verdere familie met dit bezoek en het aansteken van de kaars zich gesteund voelen en hieruit moed kunnen putten om verder te gaan met hun leven ondanks de afschuwelijke herinnering die zal blijven.
Toevoeging:
Om toch bij de herinnering van het aansteken van de lucifer te blijven eindig ik met de vraag of meer mensen zich het afstrijken van de eerste lucifer kunnen herinneren?
Met veel waardering heb ik naar het meisje in de uitzending op zondagavond van Paul de Leeuw gekeken. Jammer was het dat Paul het accent net iets anders neerlegde dan dat het meisje naar mijn idee bedoelde. Hierbij vraag ik mij wel af of ik zelf misschien de woorden van het meisje net iets anders inkleur dan het bedoeld is, maar voor het item doet het er eigenlijk niet toe. Het meisje wilde graag een kaars aansteken om troost te bieden aan de familie van de man die zoveel ellende op koninginnedag heeft aangericht.
Dat is precies wat er in die dagen, begin mei door mij heen ging. Wat zal dit zwaar zijn voor de ouders van die man. Voor de moeder, het is toch haar zoon, ooit een kind wat ze gekoesterd zal hebben, een kind van zijn vader, een broer van de andere kinderen. Een begrafenis is altijd al een droevige zaak maar de foto die ik van dit gebeuren zag, sneed door mijn ziel.
Na de vakantie lieten diverse leerlingen mij weten het erg jammer te vinden dat de lessen psychiatrie afgelopen waren. Ze hadden het graag met mij over de dader willen hebben. Zou je van zo'n iemand kunnen zeggen dat hij ziek zou kunnen zijn? Wel verantwoordelijk voor zijn daad, maar toch weer niet....Bijvoorbeeld een stoornis in de impulsbeheersing waar we het nogal uitvoerig over gehad hadden. Ook bij een aantal van hen gingen er, naast de emoties omtrent de slachtoffers, ook gevoelens van medeleven uit naar de familie van de dader.
Dit alles wilde ik nog steeds in een blogje verwerken, maar het gebeuren in Zwijndrecht versnelt dit. Met heel veel interesse heb ik gisteravond geluisterd naar wat de psychiater tijdens de uitzending van Knevel en van den Brink te zeggen had. Hij maakte een naar mijn idee logische verbinding in beide zaken. Hij noemde beide personen ziek. Niet gestoord, maar ziek, zoals ik het ook aan mijn leerlingen had uitgelegd. Het maakt het gedane niet minder erg, helemaal niet.
Wij zullen als samenleving veel meer als taak moeten opvatten om meer op zoek te gaan naar de signalen van deze ziekte. Hoe komt het dat een mens zo ziek in zijn hoofd wordt, geen rem meer voelt en daardoor zover kan komen om zich over te geven aan deze destructieve handelingen met desatreuze gevolgen. Met alleen ook deze persoon te veroordelen komen we er als samenleving niet, net zo min als dat we er zouden zijn met het meeleven betuigen aan alle nabestaanden.
Het gaat niet echt heel snel, maar vandaag ben ik dan toch op het punt aangekomen, dat ik halverwege de voorgeschreven rustperiode ten behoeve van mijn rechtervoet ben aangekomen. Hoewel de ene dag wat langer duurt dan de andere is er niet echt sprake van verveling. Meer van even geen zin hebben in de mogelijkheden die er zijn. Toen ik vanmorgen bij P. in de auto zat, op weg naar de bibliotheek, besefte ik opeens dat ik het altijd wel als heel vanzelfsprekend heb gevonden dat ik gezond was en kon gaan en staan waar ik wilde. Dat, wanneer er niets aan de hand, je je er niet eens van bewust bent dat het zo fijn is om gezond te zijn en helemaal niets te mankeren.
De bibliotheek heeft tegenwoordig al heel snel de nieuwste boeken in haar collectie zoals: "alles te verliezen" van Esther Verhoef. Het boek moet dan binnen 14 dagen teruggebracht worden. Met mijn zeeën van tijd is dat natuurlijk geen punt. Het was een aardig boek, maar niet meer dan dat. Rendez Vous kon mij toentertijd meer bekoren. Maar goed, na dit boek heb ik "Broei" van Loes den Hollander gelezen en daarachteraan "Daglicht" van Marion Pauw. Om ook eens een iets andersoortig boek te lezen om mij op wat andere gedachten te brengen, ben ik begonnen met een boek over Angela Merkel. Daarnaast probeer ik "De tragische geschiedenis van mijn succes" geschreven door Elle van Rijn tot het einde toe uit te lezen. Het boeit niet zo heel erg, maar net genoeg om er niet mee op te houden. Zo af en toe lees ik hele leuke uitspraken zoals: 'liegbeest, botervloot, je moeder steekt je vader dood! Liegbeest, liegbeest!'
Dit rijmpje kende ik niet, maar het heeft wel tot gevolg dat mijn gedachten afdwalen door het woordje botervloot. Vroeger stond zoiets bij elke broodmaaltijd op tafel. Tegenwoordig zitten alle smeerselen in een kuipje. Opeens zie ik het gele plastic botervlootje wat ik voor 79 cent als moederdagcadeautje voor mijn moeder kocht weer voor me. Wat is dat lang geleden. Ik heb het boek weggelegd en ik ben voor een wijle in mijn herinneringen gaan vertoeven. Op zo'n moment is het opeens wel fijn om daar gewoon eens even de tijd voor te hebben. Herinneringen zijn soms net privefilms en nu het kan neem ik de tijd om er in op te gaan.
Het gaat niet echt heel snel, maar vandaag ben ik dan toch op het punt aangekomen, dat ik halverwege de voorgeschreven rustperiode ten behoeve van mijn rechtervoet ben aangekomen. Hoewel de ene dag wat langer duurt dan de andere is er niet echt sprake van verveling. Meer van even geen zin hebben in de mogelijkheden die er zijn. Toen ik vanmorgen bij P. in de auto zat, op weg naar de biblitheek, besefte ik opeens dat ik het altijd wel als heel vanzelfsprekend heb gevonden dat ik gezond was en kon gaan en staan waar ik wilde. Dat, wanneer er niets aan de hand, je je er niet eens van bewust bent dat het zo fijn is om gezond te zijn en helemaal niets te mankeren.
De bibliotheek heeft tegenwoordig al heel snel de nieuwste boeken in haar collectie zoals: "alles te verliezen" van Esther Verhoef. Het boek moet dan binnen 14 dagen teruggebracht worden. Met mijn zeeën van tijd is dat natuurlijk geen punt. Het was een aardig boek, maar niet meer dan dat. Rendez Vous kon mij toentertijd meer bekoren. Maar goed, na dit boek heb ik "Broei" van Loes den Hollander gelezen en daarachteraan "Daglicht" van Marion Pauw. Om ook eens een iets andersoortig boek te lezen om mij op wat andere gedachten te brengen, ben ik begonnen met een boek over Angela Merkel. Daarnaast probeer ik "De tragische geschiedenis van mijn succes" geschreven door Elle van Rijn tot het einde toe uit te lezen. Het boeit niet zo heel erg, maar net genoeg om er niet mee op te houden. Zo af en toe lees ik hele leuke uitspraken zoals: 'liegbeest, botervloot, je moeder steekt je vader dood! Liegbeest, liegbeest!'
Dit rijmpje kende ik niet, maar het heeft wel tot gevolg dat mijn gedachten afdwalen door het woordje botervloot. Vroeger stond zoiets bij elke broodmaaltijd op tafel. Tegenwoordig zitten alle smeerselen in een kuipje. Opeens zie ik het gele plastic botervlootje wat ik voor 79 cent als moederdagcadeautje voor mijn moeder kocht weer voor me. Wat is dat lang geleden. Ik heb het boek weggelegd en ik ben voor een wijle in mijn herinneringen gaan vertoeven. Op zo'n moment is het opeens wel fijn om daar gewoon eens even de tijd voor te hebben. Herinneringen zijn soms net privefilms en nu het kan neem ik de tijd om er in op te gaan.
Vorig jaar tijdens de meivakantie zag ik het al regelmatig: een hondenkar. Dat leek mij ook wel wat, niet omdat het plezier in het wandelen tanende zou zijn, nee meer met het oog op Sjors. Toen was hij dertien en ik begon mij zorgen te maken dat hij moeite zou krijgen om ons te blijven vergezellen op onze wandeltochten van toch wel rond de twintig kilometer. P. vond het vorig jaar onzin, hij had nog nooit aan Sjors gemerkt dat hij het niet meer zou kunnen.
Deze meivakantie was er iemand met een hondenkar op de SVRcamping waar wij ook stonden. Omdat het lopen van mij toch niet helemaal je dat was, is het besluit genomen om een fietsendrager achter op de caravan te laten monteren èn een hondenkar aan te schaffen. Ook al kan Sjors nog wel een aantal jaren in goede gezondheid leven, eens zullen wij afscheid van hem moeten nemen. Maar daarvoor kan zijn gezondheid gaan afnemen en een hond alleen in een caravan laten? Never! En als Sjors er dan niet meer zou zijn dan zullen we toch weer met een puppy moeten beginnen en die kan dan toch ook niet direct zulke afstanden lopen. Een hondenkar is dus een goede investering naar ons idee.
Alleen...... wij hebben geen rekening gehouden met het feit dat een veertienjarige hond niet zoveel zin meer heeft om iets nieuws te leren. Ons hele dorp weet inmiddels dat wij een hondenkar hebben, maar stukje bij beetje gaat het beter. P. heeft de afgelopen week bijna iedere avond met hem gefietst. Vandaag ben ik mee geweest. De gipsvoet leverde geen probleem op. Sjors wel. Het blaffen was tijdens de oefenrondes met P. flink afgenomen, maar met mij er bij was het weer behoorlijk raak. Gezellig samen fietsen was er niet bij. Ik moest ver vooruit zodat hij mij niet zag. Na een tijdje werd het toch wat beter. Maar het blijft een feit, ik vind Sjors vooralsnog een ondankbare hond.
klik
Het begint steeds meer tot mij door te dringen, ook ik lijk wel een beetje aan de ziekte van DEUX te lijden. Terwijl ik netjes op de bank zit met mijn rechtervoet liggend op een bankje voor mij en ik kijk wat om mij heen, begin ik opeens toch enigszins te transpireren. Niet van het harde werken, hoewel, rust houden is voor mij toch een hele grote klus, wat mij erg veel moeite en energie kost, maar nee, daar ga ik niet van transpireren. Nee, het is die ziekte van DEUX. Als ik rechtuit naar buiten kijk zie ik eerst in de vensterbank twee dezelfde bruine bloemtpotten met orchideeën die op het krijgen van nieuwe bloemen staan te wachten. Te saai om te fotograferen. Dan zie ik twee rode meidoornen, weliswaar in deze tijd van het jaar prachtig bloeiend, maar toch twee...... En onder de twee meidoornen bevinden zich twee polletjes blauwe bloemen. Kijk maar.
Waar zou die ziekte van DEUX toch vandaan komen zo vraag ik mij af. Opeens schiet een mogelijk antwoord mij in de gedachten. Was Jan des Bouvries hier niet verantwoordelijk voor? Ik mijmer wat verder over de symboliek van twee. Het doet mij teruggaan naar een gedachte van een paar dagen geleden. Hoe langer een echtpaar bij elkaar is, hoe meer de echtelieden een twee-eenheid lijken te worden. Als je met elkaar trouwt, is het grootste part van het leven terug te voeren naar een afzonderlijk leven. Wanneer men meer dan dertig jaar met elkaar getrouwd is, wordt het part van het leven wat men gezamenlijk heeft doorgebracht steeds groter ten opzichte van het stukje afzonderlijk leven. En toch is het een noodzaak om elk een eigen persoon te blijven. Ik zucht. Natuurlijk blijft elk mens een eigen persoonlijkheid. Elk bloempje verschilt toch ook van de ander, hoeveel ze ook op elkaar lijken. U kunt de proef op de som nemen door de foto hieronder goed te bestuderen.
de foto's zijn aan te klikken voor een groter formaat.
Hoe ziek kun je zijn? Nee, ik bedoel niet de man Pedro Horillo van de Raboploeg die in een ravijn gestort is. Hij zal zeker erg ziek zijn en ik hoop voor hem op een gunstig herstel. Ook denk ik niet aan de Toppers, die misschien een beetje misselijk zijn van de teleurstelling. Als songfestivalfan had ik hen best een plekje in de finale gegund, maar een echt winnend lied was hun inzending toch niet. En Gordon die met de gaydemonstratie in Moskou had mee willen doen maar besloot hier van af te zien wil ik ook niet ziek noemen, eerder verstandig.
Nee, ziek wil ik wel die Katinka van Bruggen noemen die haar, weliswaar, depressieve kat doodde, haar vilde om van het velletje een handtas te maken. Ziek vind ik ook Jeroen Pauw en Paul Witterman om de beelden daarvan in de uitzending te laten zien. Ziek vind ik ook de leugens van die Katinka. In de uitzending vertelde ze dat de kat nog niet zo heel lang bij haar woonde. Op het vorige adres zou de kat zodanig mishandeld zijn waardoor herstel eigenlijk niet meer mogelijk was.
Ik ben wat op onderzoek uitgegaan en op een website van haar, nee ik ga hier geen link van plaatsen, werd ik met deze uitspraak geconfronteerd: Enkele jaren geleden besloot Katinka van Bruggen, die toen als studente ingeschreven stond bij het Sandberg Instituut in Amsterdam, haar ,,depressieve'' kat eigenhandig te doden en van de vacht een tas te maken. ,,Normaal gesproken brengen mensen hun ziek dier naar de dierenarts voor een spuitje, maar mijn kat vond het afschuwelijk om naar de arts te gaan. Het was vreselijk om te doen, maar voor mijn gevoel heb ik het heel netjes gedaan.'' En waarom dan de tas? ,,De kat wilde altijd het liefst bij me zijn. Als handtas kon dat. Pinkeltje heeft als kat een heel goed leven gehad en van het villen heeft het dier niets gevoeld . Ze haalt in dit stukje haar gevoel er bij. Ik wil niet zover gaan om te stellen dat deze dame geen gevoel heeft maar mijn gevoel zegt dat deze dame niet deugt. Niet in haar daden en niet in haar woorden. Zoiets zou ik ziek willen noemen, maar of er voor haar een kans van genezen bestaat waag ik te betwijfelen. Jeroen en Paul gaan nu eerst met vakantie. Misschien is er voor hen nog hoop op herstel waardoor ze zich een volgend jaar niet meer verslikken in dit soort ziekmakende onderwerpen.
Ding dong, de bel gaat. Meestal doe ik open, maar nu in deze weken dat ik weinig mag lopen dus niet. "Arme collectanten", denk ik als P. opstaat om naar de deur te gaan, want meestal geeft hij niets. Ik ben het daar niet altijd mee eens, maar we hebben afgesproken elkaar daarin vrij te laten. Het is in onze visie niet strikt noodzakeljk om binnen het huwelijk altijd dezelfde denkbeelden en opvattingen te moeten hebben. Dit keer duurt het even voordat de persoon weer vertrekt en ik hoor P maar praten.
"Was het moeilijk vol te houden om niet te geven?" vraag ik P. als hij weer in de kamer komt. "Nee, het zat anders. Jij bent nu eenmaal lid van de Oranjevereniging en dat moet gewoon betaald worden, maar de dame vroeg of ik ermee accoord ging dat het volgend jaar automatisch van de rekening afgeschreven gaat worden. En dat willen wij niet. Ik heb tegen haar gezegd dat we dan net zo goed onze portemonnee op straat kunnen leggen en tegen iedereen zeggen haal er maar uit wat je nodig hebt". Met het uitspreken van deze woorden overhandigt hij mij het bewijs van lidmaatschap.
Ik zie het bedrag. Het gaat om vijf euro, eenmaal per jaar en ik geef P. helemaal gelijk. Waar gaat het nu helemaal om. Bij grote logge instanties kan ik me bij die automatisering nog wel iets voorstellen. En het niet toestaan van automatisch incasseren gaat steeds meer kosten. Dat is een reden dat we er niet altijd onderuit kunnen. Maar dit? Nee hier zou ik ook geen toestemming voor gegeven hebben. Hierover zijn we het samen wel eens.
Ik beken: ik ben songfestival fan. Al jaren! Al vanaf 1963. Grethe & Jörgen Ingmann uit Denemarken (zie foto) waren in dat jaar de winnaars met het liedje Dansevise. Ik heb het toen alleen maar zijdelings gehoord op de radio, maar ik weet nog dat ik met mijn zondagmiddagvriendinnetje Magda (in die tijd had je gewone schoolvriendinnetjes en een speciaal vriendinnetje voor de zondagmiddag) telkens weer die voor ons zo vreemde Deense klanken nadeden. We lagen samen in een deuk. We lachten in die tijd heel wat af; we waren twaalf en zo heel langzamerhand gingen we de puberteit in. Dat tijdstip lag toen nog iets later dan nu en begon bij vele meisjes met voor de omstanders tot vervelens toe onbedaarlijke lachbuien. Gezien heb ik het toen niet, want we hadden toen nog geen tv. De reikwijdte van zo'n songfestival ging ook nog wat aan mij voorbij
Dat was het jaar daarop anders. Wij hadden inmiddels tv gekregen en het was prachtig om life mee te maken hoe de zestienjarige Giglio Cinquetti won. Een meisje dat maar een paar jaar ouder was dan ik. Omdat lang nog niet iedereen televisie had, waren een tante en een oom bij ons op visite. De meningen waren verdeeld. De één vond het "kind" nog veel te jong, een ander vond het een schatje en ik weet nog dat mijn vader haar ook nog maar een kind vond, zeker vergeleken bij zijn verheerlijking van die in zijn ogen zo wonder mooie vrouw: Teddy Scholten. Veel later ben ik pas gaan zien dat mijn moeder ook wel iets weg had van deze vrouw.
Ik sla Poupeé de cire Poupeé de son van France Gall en Udo Jürgens even over om dan bij Sandy Shaw op haar blote voeten aan te komen. Dat songfestival heb ik met de hele meidengroep van onze klas gezien, omdat we toen een verjaardag van één van ons vierden.
Later, toen dochterlief in de leeftijd was van twaalf jaar en wat ouder, vond ik het ook heel gezellig om met haar te kijken. Daarna is het meer een te hooi en te gras kijken geworden, hoewel dat als ik op zaterdagavond verhinderd was, door de week het spektakel wel altijd bleef volgen. Ook dit jaar zal ik op zaterdagavond wegens een afspraak met vrienden niet in de gelegenheid zijn om te kijken. Het opnemen helpt niet. Dit is nu net zo'n spektakel wat je als tv-live moet volgen. Een dag later in je eentje gaan kijken terwijl de uitslag al lang bekend is, is gewoon niet leuk zo is mijn ervaring.
Daarom vind ik het helemaal top dat er twee voorrondes zijn. Van de eerste avond heb ik zitten smullen en ik kijk al uit naar de volgende. Ik vind het een prima oplossing. zo kom ik tenminste ook aan mijn trekken. En ieder jaar is er wel weer wat. Nu dat gedoe met die demonstratie. Het hoort er gewoon bij. Zelfs op politiek gaat men zich er nu mee bemoeien. Ik mag dat wel, zo één keer per jaar. Ik zie dat hele songfestivalgedoe als een lekker sausje over de gewone dagelijkse beslommeringen. Iedereen maakt zich druk om niets. Nu zal ik heus reacties krijgen van: Het laat mij koud, dus het heeft lang niet de interesse van iedereen, neehee, weet ik. Maar laat mij nou, ik vind het nu eenmaal wel leuk om een klein beetje van dat saamhorigheidsgevoel te hebben. Het kan echt geen kwaad. Er zijn ergere dingen.
Voor de lezer die zich ook even wil onderdompelen in het songfestivalgedoe geef ik hier de volgende link. http://songfestival.web-log.nl/songfestival/2004/10/50_jaar_songfes_28.html (morgen bewerk ik deze link wel even tot één woord)
De laatste maal dat ik echt over mijn voet geschreven heb is dertien april en bij de reacties op dat blog "Ik weet het niet" heb ik iedereen voor de steun bedankt en vermeld dat ik niet meer over de pijn wilde schrijven, maar dat ik wanneer er iets nieuws zou zijn ik dit zou vermelden. Welnu, de botscan heeft inmiddels plaats gevonden, ruim twee weken geleden. Tijdens die scan was al duidelijk waarneembaar dat er wel iets aan de hand was. Tussen de rechter en de linker voet was er heel goed een verschil te zien. Het bot in de pijnlijke rechtervoet gaf aan dat daar onrust is, dat daar een te grote activiteit is waar te nemen. Vanmorgen om tien over acht kon ik bij de arts terecht die met mij de uitslag van de scan zou bespreken. Op grond van de scan vermoedt men dat het een ontsteking in één van de gewrichtjes zal zijn. De behandeling is: de voet immobiliseren door middel van gips, rust en het innemen van medicijnen die ontstekingsremmend zijn. Over drie en een halve week kan ik terugkomen. Dan mag het gips er af en hoopt men dat de ontsteking over is en ik dus van de pijn af ben. Om negen uur vanmorgen zat het gips erom. Ik mocht een mooi kleurtje uitkiezen. Daar ik in het voorjaar gek van groen ben heb ik die kleur maar gekozen. Ik kreeg er ook nog een mooie schoen bijgeleverd. Niet dat ik er veel mee kan want het is de bedoeling dat ik niet ga lopen. Autorijden met gipsvoet valt buiten de verzekering, dus dat kan ook niet. De komende weken kan er domweg niet gewerkt worden, ook niet met de tanden op elkaar onder het motto ff doorbijten. Nee, ik zit de komende weken echt aan huis gekluisterd en u zult nog wel van mij horen. Misschien wel tot vervelens toe.......
Een paar weken geleden hoorde ik iemand uit de politiek deze uitdrukking gebruiken. Je stinkende best doen. Ik had hem ooit wel eens eerder gehoord, maar ik vond en vind het een uitdrukking van niks. In de afgelopen week hoorde ik op de radio opnieuw iemand deze uitdrukking gebruiken en nu maalt dat al dagen in mijn hoofd en het wil maar niet verdwijnen. Als het nu nog een leuk gezegde was, maar nogmaals, ik vind het foeilelijk en ik zou het zelf dan ook nooit gebruiken. Toch herhaal ik heel stilletjes in mij zelf steeds maar weer die woorden. Misschien om aan mijzelf te bewijzen dat het echt geen mooie uitdrukking is en dat het bovendien niet klopt. In ieder geval niet in mijn belevingswereld. Je stinkende best doen. Stinken duidt op een onprettige geur. Ik kan er niets aan doen maar ik associeer het telkenmale met het ruiken van een onwelriekende scheet. En nu gebeurt het steeds, dat, als ik zoals deze week bijvoorbeeld, heel erg druk bezig ben om het onderwijsprogramma voor het eerste jaar bij te stellen waardoor er meer samenhang komt wat de kwaliteit ten goede komt, op eens die rare uitdrukking door mijn hoofd schiet: ik doe nu dus mijn stinkende best om er wat goeds van te maken. Hetzelfde gebeurde vanmiddag in de tuin. Opeens flitst het door mij heen: Nu doe ik dus mijn stinkende best om er weer wat moois van te maken. En terwijl ik dit schrijf, gaat het door weer mij heen, ik doe ondanks alle drukte toch mijn stinkende best om er een mooi stukje van te maken. En daar zit wat mij betreft de knoop. Stinken en iets moois past niet bij elkaar.
Allerdaagse gebeurtenissen beschrijven is niet een thema waar ik mij heel veel mee bezig houd, maar zo af en toe vindt er iets plaats waarvan ik vind dat het de moeite van het beschrijven waard is. Om te laten zien dat er in het gewone leven fouten gemaakt worden, ergernissen zijn, oplossingen gezocht en gevonden worden en dat dit alles plaats vindt in een persoonlijke beleving zonder dat het wereldschokkende gevolgen heeft. Op de laatste avond van een fijne vakantie bedacht ik, terwijl ik naar boven liep om naar bed te gaan, wat ik de volgende dag aan zou willen trekken. A ha, dat mooie nieuwe poloshirtje. Het was gewassen, weer droog, maar het kraagje was niet netjes glad, dus ik pakte nog even de strijkplank en de strijkbout om dit nog even bij te strijken. Terwijl de strijkbout warm werd liep ik naar de kast om de bijpassende broek vast klaar te leggen. Oei, die was, omdat ie mee op vakantie was geweest ietwat kreukelig. Ook maar even de strijkbout erover halen. Nadat het kraagje er weer netjes uitzag, was de broek aan de beurt. Pffft deed de strijkbout. Ik tilde hem vliegensvlug op, maar het was al te laat. Een deel van de stof van de broek, die ik zo mooi vond, die lekker zat en die ondanks dat deze al van vorig jaar was, maar nog o zo modieus was, zat vastgeplakt aan de strijkbout. Einde van de broek waar ik zo van hield. Mismoedig ruimde ik de spullen op. In bed kon ik niet meteen de slaap vatten. Ik probeerde mijzelf in slaap te sussen door mijzelf te beloven de volgende dag op zoek te gaan naar een vervangend exemplaar. Ik ben daar redelijk in geslaagd. Het is een aardige broek, maar niet zo mooi als degene die ik had. De tijd zal het leren of de aanschaf echt een goede vervanger is geworden.
klik
klik op de foto's
De bloeiende boomgaarden met de geknotte wilgen, met op de achtergrond de toren van Zaltbommel. De foto hieronder laat de bomen in de oude boomgaarden zien. Deze bomen kunnen soms de meest wonderlijke vormen aannemen, maar ook de knotwilgen kunnen er wat van.
Vervolgens een van de vele smalle weggetjes die over de dijken langs de Linge zijn aangelegd. Dit is een deel van de beroemde Appeldijk. De foto beneden laat een prachtig laantje zien op het "eilandje" Nederhemert zien
Het fluitenkruid geeft de bermen een wonderschoon kleed aan. Hier lijkt het wel een zomers sneeuwtapijt. Op de foto hieronder is het vermengd met koolzaad, anders, maar zeker niet minder mooi
Dit is een van de vele rivieren die het land aan alle kanten doen begrenzen. Wanneer er geen pont vaart en er ook geen brug is, blijft slechts een kijken naar de overkant over.
Meivakantie
Alweer een jaar verder. Had ik het vorig jaar tijdens de meivakantie in Zeeland prima naar mijn zin, dit jaar is het in de Betuwe zeker niet minder het geval geweest. Al een paar jaar wijken we van het geijkte patroon af door niet steeds opnieuw naar de voor ons bekende plekjes terug te keren. De Veluwe en Drenthe kan ik wel als bekend terrein aanmerken. Tegenwoordig mag ik graag met de kaart van Nederland voor mijn neus een plek opzoeken waar ik niet of nog nauwelijks ben geweest. Met grote haast over een autoweg er door heen geraced, mij even afvragend of Zaltbommel een leuk stadje zou zijn….
Ja, dat is zeker een leuk stadje. Vanaf de SVRcamping was het ongeveer 4 kilometer lopen en daar zijn we de eerste dag mee begonnen. Tot vijftien kilometer lopen gaf de voet in de eerste dagen weinig problemen en daar heb ik dankbaar gebruik van gemaakt. Al lopend heb ik het rivierenlandschap goed op mij in kunnen laten werken èn in een week zien veranderen. In het begin van de week was er nog wat bloesem aan de fruitbomen, maar het hoogtepunt was eigenlijk al voorbij. Misschien viel daarom mijn oog meer op de knotwilgen, al dan niet geknot. Aan het eind van deze week hadden de geknotte bomen al een aardig pruikje. De meidoornen kwamen tot bloei en met hun witte bloesem werden ze, gelijk als vele bruidjes in het wit, een lust voor het oog met de daarbij behorende zoete geur.
De laatste dagen konden de wandeltochten maar kort zijn vanwege de toch weer opspelende pijnlijke voet, maar er was zoveel te zien. De prachtige bermen met het witte fluitenkruid, het gele koolzaad er door heen gevlochten en hier en daar een blauwe bloem en dat alles staande op een groene ondergrond.
Ook was het een genot om door al die mooie stadjes te kuieren. Geldermalsen, Buren, Rossum, Heukelum of Deil of Tuil, het is maar een willekeurige greep uit de vele mooie stadjes en dorpjes die de `Btúwe rijk is. De tuinen van Appeltern zijn mooi, slot Loevestein is mooi, maar naast alles wat ik zoal genoemd heb mag ik toch zeker niet die kleine slingerende dijkjes en de uitzichten op diverse wateren vergeten te noemen. De rivieren die op vele plaatsen een doorgaande weg van plek A naar plaats B beletten, maar juist door de begrenzingen die zij scheppen, spelen zij hun eigen spel. Een prachtig stukje Nederland. Foto's volgen nog.
|
|