Als men vindt dat iets bijzonder is, worden er vaak woorden gebruikt om aan te duiden, dat men echt onder de indruk is. Mooi is dan vaak nog maar zwak uitgedrukt. Fantastisch lijkt al iets meer de gevoelswarde aan te geven dat iets echt mooi is. Weergaloos en megaloos zijn woorden, waarmee geprobeerd wordt om niet afgezaagd te klinken, maar aan te geven dat het toch echt wel heel bijzonder is. Ach ja en dan het woord magnifiek. Ik heb er niet veel mee, maar toch gebruik ik het heel af en toe. Net zoals het woord schitterend.
Mieters duidt naar mijn mening meer op gezelligheid, maar wordt vandaag de dag niet veel meer gebruikt. In oudere boeken lieten schrijvers de moderne jeugd van de jaren vijftig dit woord nog wel eens gebruiken. Het was eigenlijk een heel klein beetje stout. Ik mocht het als tiener in de jaren zestig in elk geval niet zeggen. Met het woord tof wordt ook niet helemaal mooi bedoeld, het is meer een uitdrukking die in Brabant gebruikt wordt. Ik leerde het van een meisjessoldaat waaraan ik toen een tijdje les gegeven heb. Van dat groepje soldaten, waarvan zij deel uitmaakte leerde ik ook de uitdrukking vet en vet cool kennen. Elke keer als ik die woorden hoor denk ik even aan hen. Zelf zal ik die woorden niet gebruiken. Het past niet bij mij.
Voor deze dag hoef ik niet één van deze superlatieven te gebruiken. Hoewel, superlatieven zijn het eigenlijk niet, want deze woorden zijn geen van allen de overtreffende trap van een bijvoeglijk naamwoord. en toch zeggen ze net iets meer dan wanneer ik zeg: Ik heb een fijne dag gehad. En zo gaat deze dag wel de boeken in. Het was vandaag een gewone doorsnee dag, niets bijzonders, maar daarom wel een fijne dag.
Zaterdag was zij er ook om de verjaardag van haar vader samen te vieren Zondag was zij bij ons en werd er gespeeld Wat heet spelen, zogezegd vol overgave met een onderbreking om leren oog te krijgen voor de natuur. Een pad is dus helemaal niet eng
Vandaag is het 33 jaar geleden dat ik voor de tweede keer moeder werd. Met het krijgen van een eerste kind, wist ik dat ik ook graag een tweede kind zou willen hebben. Ik weet dat ik dit nu heel makkelijk zeg, maar ik weet ook, dat er vrouwen zijn die graag kinderen zouden willen hebben, maar voor wie dit niet weggelegd is. Ik ben altijd heel blij geweest met de twee kinderen die ik heb mogen krijgen. En zeker, toen de kinderen nog kind waren, was ik een hele blijde en trotse moeder.
Het moederschap heeft mij ook heel veel geleerd. Het heeft mij geleerd, mij zelf opzij te zetten. De zorg voor de kinderen kwam altijd en overal op de eerste plaats. Het heeft mij geleerd, dat, hoe goed ik ook mijn best deed, ik niet in staat was om alle pijntjes en verdrietjes bij hen weg te nemen. Het heeft mij geleerd om aan hen vertrouwen te geven. Het heeft mij geleerd om los te laten. Het heeft mij geleerd, dat zij recht hebben op hun leven. Door het wonder van de geboorte, zijn zij elk op eigen wijze een eigen leven begonnen, ondanks dat hun leven in mijn lichaam is begonnen en ik hen gebaard heb. Leven, ik blijf het een wonder vinden.
Vandaag is hij dus jarig en ik ben zo blij, dat we dit weer samen kunnen vieren. Wat zal ik weer genieten van het leven wat zich inmiddels voortgezet heeft in de twee kleinkinderen. De vorige keer dat we allemaal samen waren zijn er veel foto's genomen, waarvan ik op digitale wijze een klein album heb laten maken. Daarin staat Rixte met de Bretonse trui, die ik voor haar gebreid heb. Voor Nina heb ik nu een bijna identiek exemplaar gebreid en deze ga ik haar vandaag natuurlijk geven. Het resultaat ziet u hieronder.
Er lijken er steeds meer te komen, paarden. Niet, dat ik er iets op tegen heb, nee helemaal niet. Ik vind het prachtige dieren. Maar waarom neemt de aanwezigheid van deze dieren in mijn omgeving zo hand over hand toe, zo vraag ik mij af. 'Even tussendoor, "mijn omgeving", hiermee bedoel ik niet, dat de omgeving mij toebehoort, maar precies andersom, de omgeving waarvan ik deel uitmaak.' Langs de grote weg die het dorp verbindt met het vier kilometer verderop gelegen stadje staan wel drie keer van deze grote hoeveelheden paarden in een weide. Het zijn er per keer zeker twintig bij elkaar. Het ontgaat mij even welk nut deze paarden zouden kunnen hebben. Ik heb ook geen idee wie de eigena(a)ren is of zijn.
En het is niet alleen in mijn directe omgeving, zo weet ik inmiddels. Dit weekend op weg naar een verjaardagsvisite elders in de provincie, zag ik eenzelfde beeld, met één verschil, in die weilanden stonden er naast de paarden ook nog heel wat veulentjes. Een opmerkelijk feit is ook nog, dat ik heel vaak zie, dat vele paarden hele stukken van de dag liggend door plachten te brengen. Ook dat schijnt iets van deze tijd te zijn. Mij is geleerd dat paarden liever staan, zodat ze bij onraad direct in staat zijn om te vluchten.
Ooit zal ik wel te weten komen waarom het houden van paarden heden ten dage zo interssant is. Zo heb ik ooit ook op antwoord gekregen op mijn vraag waarom het opeens interessant was om mais te gaan verbouwen of om op zo'n grote schaal schapen te houden. Ook hier zal vast wel weer sprake zijn van een of ander economisch belang.
Wat kon mijn moeder daar laatdunkend over doen. "Dat is zo'n manwijf", zei ze dan en in gedachten zag ik dan altijd een hele grote forse vrouw voor mij, gehuld in zo'n lange ouderwetse leren jas, die vrouwen wel droegen als ze achter op de motor zaten. Wie ze heel concreet bedoelde weet ik niet, want ik kan mij eigenlijk niet herinneren dat er zo iemand bij ons over de vloer kwam. maar er werd bij ons dus wel over gesproken.
Gisteravond tijdens de tv uitzending over Foekje Dillema schoof dit beeld ineens weer voor mijn ogen. Manwijf, een forse en bazige, ruwe vrouw is de omschrijving in de Van Dale. Zo kon ik Foekje toch echt niet zien. Goed, ze had misschien wat mannelijke trekken, maar de schoonzuster van mijn tante, de zus van mijn moeder, had een enorme sterke haargroei op haar benen. Als kind vond ik het heel interessant om naar die hoeveelheid zwarte haren op die benen te kijken. En ook de stem van een oudtante, een tante van mijn vader vond ik uitermate boeiend, omdat die zwaar was en daardoor bijna wel een mannenstem leek, maar om deze twee vrouwen nu manwijven te noemen, nou nee.
Nu is er dan vast komen te staan dat deze Foekje zich wel terdege vrouw had mogen blijven noemen. Misschien had ze een heel klein beetje voordeel van het kleine beetje mannelijke hormoon wat ze dan misschien toch in hele lichte mate gehad zou hebben, maar veel te weinig om haar niet tot de vrouwelijke sexe te rekenen. Wat zal deze vrouw zich eenzaam en onbegrepen gevoeld hebben. Afgewezen als atlete en eigenlijk afgewezen als mens. De glans van het behalen van de vier medailles van mevrouw F. Blankers Koen is wat mij aangaat helemaal verdwenen. Wat dat betreft is het toch goed, dat het is uitgezocht, al heeft Foekje er geen baat meer bij. Afgeserveerd. Wat moet dat hard zijn geweest, zeker in een tijd dat er nog weinig openlijk over dit soort zaken gesproken werd.
Tijden lang
denk ik
dat er
niets verandert
om
dan opeens
tot
de ontdekking
te komen
dat er
niets
hetzelfde
is gebleven.
hannah, 20 juli 2008
Ik denk dat ze gaat winnen, de tourorganisatie. Tegelijkertijd vraag ik mij af of ik dat echt denk of dat er toch meer sprake is van hopen. en dan ben ik bang dat het toch het laatste is. Ik zou graag willen dat er eindelijk een einde komt aan die dopingschandalen. Een klein beetje tourgek ben ik wel, maar niet echt heel fanatiek. Alleen als ik tijd heb, of als ik het in de planning heb staan, of op het laatste moment in de planning zet, zoals drie jaar geleden.
We stonden op een camping in Vizille, toen de camping volstroomde met passanten die de touretappe op Alpe-d'Huez wilden zien. Toen wij een paar dagen voor de bewuste étappe bij deze berg kwamen en daar eens rond keken, leek het ons niets om daar tussen al die campers te gaan staan. Wij gingen niet naar de tour. Maar.... een paar dagen later kreeg ik toch de kriebels en zo zijn we naar Villard le Lans gegaan en we hebben ons uitstekend vermaakt.
Ook dit jaar had ik mij niet geprepareerd op de tour. Omdat wij zo vroeg met vakantie gingen, had ik geen idee wanneer de tour waar zou zijn. Wij waren bezig met een wandeltocht in de buurt van la Banne d'Ordanche boven het meer van Guéry. Ik genoot van de stilte. Totdat...... "Stil eens", zei ik tegen P., "hoor jij dat ook? Het is net of ik de indringende stem hoor die bij de Tour de France hoort." P. hoorde eerst niets, maar de flarden van geluid werden steeds duidelijker en ja, P. hoorde het ook. En toen we een bocht omsloegen en vrij uitzicht kregen, zagen we het ook, ver beneden ons in een ander dal reed de tourkaravaan. Nu werd het ons ook duidelijk waarom we door borden gewaarschuwd werden, dat de weg die we daarnet gereden hadden om bij ons startpunt te komen, na een bepaald punt was afgesloten... We hebben een poosje bovenop de rots naar beneden zitten kijken. Het was wat heiïg en alles was heel klein. Later bleek het de etappe van Super Besse te zijn.
Nee, dit jaar hoefde ik er niet live bij te zijn, maar ik had mij wel voorgenomen om wanneer ik thuis zou zijn lekker op tv de tweede helft van de Tour te gaan volgen. En dat doe ik dan nu.
Maar ik kan mij goed voorstellen dat de Tour aan populariteit inboet als je als publiek zo door de renners in de maling genomen wordt. Het is prachtig om te zien hoe zo'n jonge kerel de klim naar de top van de berg maakt. Alleen vind ik wel dat het op eigen kracht moet gaan en niet met gebruik van stimulerende middelen. Ik vind het goed, dat er zeer streng opgetreden wordt tegen diegenen die het gebruiken. Ploegleiders, artsen en andere begeleiders spelen hierbij natuurlijk ook een rol, maar de wielrenner zelf is en blijft uiteindelijk verantwoordelijk voor zichzelf.
Het was niet prettig om via de televisie getuige te zijn en te zien en te horen hoe de held van enkele dagen geleden, Riccardo Ricco, nu door het publiek uitgejouwd werd, maar misschien is dit wel DE methode om dit soort praktijken een halt toe te roepen. Als ik juich, wil ik juichen voor iemand die op een juiste wijze zijn prestatie levert. Ik hoop van ganser harte dat de organisatie van de Tour uiteindelijk gaat winnen en dit onder controle krijgt.
De was weer in de kast, de tuin aan de kant, deze zag er overigens dank zij de goede zorg van buren nog heel goed uit, dus tijd om de draad weer op te pakken en verder te gaan met waar ik gebleven was. Voor een groot deel zal dat wel gaan. De meeste dingen blijven wel zoals ze zijn, maar toch zijn er ook wel enkele veranderingen waar te nemen. Ik weet nu weer heel goed wat het woord 'verwerken' betekent. Dit jaar had ik er voor gekozen om tijdens deze vakantie niet met het weblog bezig te zijn. Achteraf kan ik zeggen dat dit mij ruimte heeft geboden om een punt te zetten achter de vele ontwikkelingen die de afgelopen maanden hebben plaats gevonden. Hiervoor heb ik de vele wandeltochten, die wij gemaakt hebben, gebruikt.
Op één van die vele tochten kwam ik een oud richtingaanwijzingspaaltje tegen. "Ja", dacht ik, terwijl ik mijn weg vervolgde en tegen de helling opklauterde, "dat is van een tijd geleden. Toen had ik het wandelen nog niet ontdekt en maakten we nog vele dagtochtjes met de auto om zoveel mogelijk van het land te zien. Wat zijn mijn doelen van nu dan veranderd. Nu wil ik het landschap zoveel mogelijk lopend ervaren." Ondertussen geef ik mij over aan allerlei gedachten. In flarden beleef ik weer het abrupte einde van mijn werk en daardoor de gedwongen wisseling van locatie. Soms ben ik boos, soms voel ik mij verdrietig, maar echt heel lang kan ik niet in die stemming blijven hangen, want ik moet de gele streepjes ook in de gaten houden.
Ik moet namelijk wel bij de les blijven. "Lopen we nog goed?" Even de tekst raadplegen, want alleen het samenspel van de beschrijving van de wandeltocht en het volgen van de gele streepjes garandeert ons, dat we bij de auto terugkomen. "Verder maar weer." Dan ben ik opeens in mijn hoofd bij de begrafenis van schoonmoeder. Aan elk leven komt een einde, zo ook aan het hare. En het was goed zo. Een langer leven zou haar, zoals ze de laatse maanden was, zeker geen voldoening meer hebben gegeven.
"Waarom moeten we nu opeens een stuk dalen. We zijn nog niet op de hoogte die we moeten bereiken. Straks moet ik het er allemaal weer bijklimmen. Had men echt geen ander pad kunnen vinden? Al die losse keien, het daalt zo moeilijk."
"Ach ja, ook van mijn oude oom heb ik afscheid moeten nemen. Dat ging opeens wel erg abrupt. Als ik straks weer thuis ben moet ik toch zeker mijn tante gaan bezoeken. O, ja het boek wat ik geschreven heb. Hoe zal dat gaan? Wie zal ik voor de presentatie allemaal uitnodigen? Ik ben toch wel erg benieuwd hoe alles geregeld zal gaan worden en vooral hoe het ontvangen gaat worden. En dan die kwestie met vriendin A. Toch wel vreemd dat aan die vriendschap zo maar een einde is gekomen. Zal ik haar toch maar wel uitnodigen, of toch maar niet... Ik heb toch wel een heel vreemd half jaar achter de rug. O ja, dacht ik gisteren ook al."
P staat voor mij even stil en wijst op een geel streepje. Ik knik. "Loop maar door, ik kom wel."
Ondertussen gaan mijn gedachten verder, maar ik keer terug tot de realiteit. "We zijn nog steeds op het goede spoor. Zie ik het goed? Het lijkt net of het tussen de bomen iets lichter wordt. Nog even, dan zijn we boven en kan ik weer om mij heen kijken. Misschien is het dan ook tijd om even te stoppen om wat te eten en te drinken."
Dit zijn ongeveer de gedachten die deze weken vele malen door mij heen gegaan zijn, maar dit mijmeren heeft mij op de één of andere manier toch erg goed gedaan. Ik merkte dat ik in de laatste week steeds minder of niet meer bezig was met de tijd die nu tot het verleden hoort. En toen kwam ook het moment dat ik mijn laptop en mijn weblog ging missen. Ik weet niet of ik volgend jaar weer eenzelfde keuze maak door ergens heen te gaan waar geen netwerkverbinding is, maar daarover hoef ik nu geen beslissing te nemen.
Ik ga nu gewoon weer over tot de orde van de dag. Het lezen van andere weblogs en het regelmatig plaatsen van een artikeltje op dit weblog hoort daar zeker bij.
Een paar dagen geleden heb ik deze column geschreven, ik was toen nog in Frankrijk. Vandaag ben ik weer thuis gekomen en ondanks dat ik dit jaar niet helmaal het ultieme Frankrijkgevoel van vroeger te pakken kon krijgen, was het er toch weer fijn. Waarschijnlijk zal de ervaring van het vele malen vakantie vieren in Frankrijk een rol spelen. Het aanzien van al dat nieuwe blijft natuurlijk niet nieuw en wordt op den duur ook weer gewoon. En ook in Frankrijk regent het wel eens. Soms denk ik nog wel eens met een heel klein beetje weemoed terug aan die tijd van toen. Wat kon ik toen genieten en waarschijnlijk vergat ik zeer selectief de dagen dat de zon niet scheen. Niet dat ik van deze vakantie niet genoten heb, o zeker wel. Maar toch anders, veel meer met ervaring als bagage toegerust en toch ook weer niet. Ik ben door de jaren heen veranderd, maar Frankrijk is natuurlijk in al die jaren ook niet hetzelfde gebleven.
Zo liep ik, nadat er meer dan een kwart eeuw in tijd voorbij is gegaan, weer in Clermont-Ferrand. Eerlijk is eerlijk, behalve het beeld van de kathedraal kon ik mij niet veel meer van deze stad herinneren, terwijl de belevenissen in die stad mij als het ware nog vers in mijn geheugen lijken te liggen. Daar was het, dat ik voor het eerst geconfronteerd werd met een nog jonge, bedelende vrouw met een baby op haar arm. Haar indringende herhaalde verzoek om geld maakte toen een hele diepe indruk op mij. Of dat van invloed is geweest, op het feit dat ik in de toren van die kathedraal, die toen nog te beklimmen was, ineens overvallen werd door een onbeschrijflijke angst met als gevolg dat ik ging hyperventileren, weet ik niet. Ik heb daarna wel een tijdje last gehad van deze aanvallen, maar gelukkig heb ik dit ook weer weten te overwinnen.
Ik was erg benieuwd of er bij het zien van dit alles nog herinneringen naar boven kwamen, die ik òf verdrongen had, òf gewoon vergeten was, maar nee, er kwam niets boven drijven. Ik vond het wel een hele vreemde ervaring om te zien dat de kerk op alle fronten gesloten is. Het heeft kennelijk als toeristische trekpleister afgedaan.
Zal dit ook het lot worden van de vele oude stadjes zo vraag ik mij af. Door de ontvolking gaan de stadjes wat deprimerend op mij werken. Neem Thiers. Van buitenaf gezien een prachtige stad, opgebouwd uit terrassen, maar wanneer je door de eeuwenoude straatjes loopt en je ziet dat pand na pand onbewoond en dichtgespijkerd is, dan gaat voor mij de schoonheid en de glans er toch wat af. Na de epicerie verdwijnen ook de boulangerie en de boucherie-charcuterie meer en meer uit het straatbeeld, ook in de kleinere stadjes en dorpen. Wat overblijft is hier en daar nog een Press/Bar Tabac met wat ansichtkaarten en soms nog een klein kledingboetiekje, maar dat is het dan wel. De stadjes worden zo wat stil en uitgestorven.
Wat nieuw en van deze tijd is, dat aan het begin van veel steden, enorme grote en allemaal op elkaar lijkende nieuwe gebouwen staan, laagbouw en met veel aluminium aan de voorkant, waar de grote winkelketens van nu zijn ondergebracht.
Wat gelukkig wel gebleven is en steeds meer wordt uitgebreid, zijn de vele mooie wandelroutes die in kaart gebracht zijn. Elk jaar lijken deze meer en meer gekoesterd te gaan worden, wat zeker het onderhoud van deze routes ten goede schijnt te komen. De veelal gele strepen die we meestal moesten volgen, waren goed te vinden. Ook dit jaar hebben wij weer vele kilometers te voet afgelegd en heb ik al het moois van het landschap in de Auvergne in mij opgenomen. Op een paar hele warme dagen na was het uitstekend wandelweer. En och, één zoâ??n enorme onweersbui heeft achteraf ook wel weer iets spectaculairs. Kortom, ik heb een fijne vakantie gehad, waarvan ik toch gewoon weer volop genoten heb.
|
|