IJSKOUD
 , huilende tulp houdt zich staande
Ik hoor de persoon, die er elke week voor moet zorgen om een "aantrekkelijke" LiDLfolder in elkaar te knutselen, al zuchten: "Wat moet ik in vredesnaam nu weer eens verzinnen om een gezellig ogend foldertje in elkaar te zetten. Eens even kijken, wat moet ik deze week onder de aandacht brengen? Oh, ik zie het al, een grasmaaier, een Verticuteerapparaat en een droogrek en ook nog een zithulp bij de strijkplank. Ja, hebbes", jubelt die persoon. "Gevonden. Ik plaats een vrouw bij de tuinattributen. Zij gaat het gras maaien. Dat geeft meteen het gevoel dat deze machine heel makkelijk en licht in gebruik is. De man zet ik dan bij het droogrek (in de folder staat hij er wel, maar op internet niet te vinden) en de strijkplank. Helemaal aangepast aan deze tijd". Vijftig jaar geleden zouden deze beelden ondenkbaar zijn geweest. Toch een goed voorbeeld van onze geëmancipeerde maatschappij. Of niet dan? Maar mijn vraag is, maakt deze rolomkering ons nu echt gelukkiger? Het is wel een voorbeeld van hoe onze samenleving veranderd is en altijd aan verandering onderhevig zal zijn. Daarom is mijn toekomstvisie niet somber. Het komt vast wel goed met onze multiculturele samenleving. Als we maar tijd van leven hebben.
Er schijnt een storing te zijn die elders ligt en nog niet is opgelost. Excuses voor het ongemak.
Gisteren las ik in de krant: APELDOORN (ANP, GPD) -Wim Mager, de grondlegger van de Apenheul is zondag overleden. Hij werd 67 jaar. Het begon met twee aapjes die Mager had gekocht om thuis te houden maar.......
Naar aanleiding van dit bericht gingen mijn radertjes werken. Ik was opeens weer elf, twaalf of dertien jaar. Ouder kan niet, want op mijn dertiende ben ik na de zomer uit Apeldoorn vertrokken. Vanaf mijn tiende jaar kreeg ik elke zomer een abonnement van het zwembad, vroeger Bosbad en later Kristalbad geheten. Dit zwembad lag en ligt in de prachtige wijk, Berg en Bos geheten. De laan, waaraan het zembad gelegen is, werd toen al omzoomd door prachtige grote beuken. Deze bomen voorzagen de laan in het voorjaar van een dak bestaande uit prachtige licht groen gekleurde bladeren, die allengs in de zomer steeds donkerder van kleur werden. Ook zie ik de fietsenstalling, gelegen in het bos tegenover het zwembad, waar ik de fiets bij elk bezoek keurig in bewaring gaf,voor mij. De geur van de humusachtige grond kruipt bijna weer in mijn neus. Ook zie ik nog beelden, dat de fietsenstalling vaak werd beheerd door, ja wat zal ik zeggen, wat olijke jongens van rond de achttien negentien jaar. Daarbij zie ik beelden dat in één van die laatste zomers dat ik daar kwam, ik heb dat vaak aan manlief en kinderen verteld, één van die jongens van de fietsenstalling wel eens een aapje bij zich had en dat dit het begin van Apenheul was. Als ik het er met broerlief over heb weet hij het zich niet te herinneren en ook weet ik niet of mijn dierbare vriendinnetje dit nog weet. En toch zitten die beelden ergens in mijn hoofd.
Nieuwsgierig als ik ben, en ook bewijsvoerig van aard, ben ik op zoek gegaan en al googelend kwam ik het volgende tegen:
Mager en een vriend van hem kochten in de jaren zestig allebei een dwergaapje in een dierenwinkel, toen dat nog mogelijk was. Zijn vriend was het na een paar weken zat, waarna Mager beide aapjes ging verzorgen. Een paar maanden later waren er jonge aapjes.
Ergens kan ik mij niet aan de indruk onttrekken, dat mijn herinnering wel juist zal zijn. Ik word er wel niet gelukkiger door, maar mogelijk geeft het mij een heel klein beetje zelfvertrouwen. En... alle kleine beetjes helpen. Overigens misschien aardig om te weten, ik ben nog nooit in Apenheul geweest. Wellicht de hoogste tijd om dat binnenkort eens te gaan doen.
Kinderen en kleinkinderen zijn er om van te houden. Een eerste paasdag is dan een hele goede gelegenheid om zo'n dag met elkaar door te brengen. Natuurlijk hebben we een dik groot paasei meegenomen, maar we wilden ook aan de wens tegemoet komen: iets leven(digs) in de brouwerij brengen. We hebben een vissenkom met daarin een grappige kleine goudvis voor hen gekocht. Wij hebben er van te voren over nagedacht en toen het standpunt ingenomen: ja, wij vinden dat dit kan. We zijn heel voorzichtig met het vervoer van vis geweest en na een paar uurtjes, toen hij wat bekomen was van de reis, begon deze opgewekt te zwemmen en rond te kijken. Ons meiske is er blij mee en ze vertelde vol enthousiasme dat ze op de creche ook een vis in een vissenkom hebben. Vorig jaar zijn we eerste paasdag naar het gemeentemuseum in Den Haag geweest. toen was er een tentoonstelling over de zestiger jaren. Omdat we allemaal hieraan nog steeds goede herinneringen bewaren, namen we het besluit om ook dit jaar naar het museum te gaan. Picasso trok ons wel aan. Ons kleine meiske vindt het al helemaal geweldig om met ons door zo'n groot gebouw te mogen rondlopen. Ze hoeft het (nog) niet allemaal te begrijpen. Kunst is niet altijd te begrijpen, als het maar iets met je doet. En ook deze tentoonstelling "deed" iets met ons. Het was fijn om door de zalen en zaaltjes te dwalen. En dat we niet altijd overal heel lang bij stil konden staan was niet erg. Het was mooi om te zien en we hadden het goed naar onze zin. Aan het eind van de dag serveerde dochterlief een heerlijk diner bestaande uit lekkere gemarineerde zeeduivel, rucola sla en aardappelpuree, klaargemaakt vanuit uit het kookboek van een heel ander soort kunstenaar, namelijk Jamie. En zo was er deze dag sprake van vis en kunst, kunst en nog een keer vis.
Soms is er een tijd dat ik het even niet zo erg met mijzelf getroffen heb. Dat schijnt mijn uitstraling dan ook te zijn, flets en kleurloos. In een dergelijke periode hoor ik dan ook niemand mij een compliment makend over mijn gulle lach of over mijn ondeugende ogen. In zo'n periode, en geloof mij, ik zal de laatste zijn die niet zal zeggen, dat zo'n periode vanzelf weer over gaat, probeer ik dan wel oog te hebben voor "gezellige" berichtjes. Zo hoorde ik een paar dagen geleden een berichtje, dat Maxima de mooiste lach zou hebben.
Ik zal wel niet helemaal goed geluisterd hebben, want toen ik via google even wilde kijken wat daar allemaal over te lezen was, tikte ik stralende lach in en toen kwam ik bij allerlei pagina's over tandpastalachen terecht. Mijn tijd was toen op en ik liet het maar even zitten. Vanmiddag pakte ik de draad weer op en ik besloot nog eens een diepgaand onderzoek te doen. Ik startte met eens uit te zoeken hoe "lach" beschreven wordt. Van Dale geeft het volgende. lach (dem) 1 uiting van vrolijkheid waarbij de mondhoeken worden opgetrokken en dikwijls met voortbrenging van geluid
Daarna ben ik op zoek gegaan naar het woord mooi. De eerste uitleg van "mooi" is: aangenaam om naar te kijken. Stralend wordt omschreven als: een uitdrukking van geluk vertonend. Toen ik vervolgens "mooiste lach" bij de zoekmachine intikte, bleek ik op allerlei websites, onder andere:www.mooistelach.nl terecht te kunnen komen.
Conclusie: Iemand met een stralende lach heeft een prachtig gebit en is gelukkig. Iemand met de mooiste lach = overtreffende trap, is dus het aangenaamst = overtreffende trap om naar te kijken. Dat brengt mij tot de gedachte dat een mooie lach ingestudeerd kan worden. Dat ga ik proberen. Misschien word ik dan vanzelf ook wel weer wat gelukkiger.
VRIENDSCHAP
Twee mensen ontmoeten elkaar
zij worden zich gevoelens gewaar
hun ontmoetingen krijgen een betekenis
't is niet slechts een laagje vernis
Twee mensen raken op elkaar gesteld
wederzijdse ervaringen worden verteld
deuren naar gevoelens worden opengedaan
om een stukje samen op de levensweg te gaan
In dit stukje samengaan wordt veel beleefd
wat voor beiden waarde heeft
Wanneer na enige tijd gaat blijken
dat de gezamenlijke paden gaan wijken
geeft dat vaak een gevoel van onmacht en verdriet
maar garantie heeft een vriendschap niet
Wat geweest is, dat was goed
de herinnering hieraan blijft zoet
de levensweg van beiden gaat door
mogelijk komt daar opnieuw een vriendschap voor.
hannah sept. '76
Een merkwaardig stel. De eik staat nog te treuren in zijn winterkleding en de prunus heeft reeds haar mooiste voorjaarskleed aangetrokken. Het is voor de elfde keer dat ik hier, in onze tuin, het voorjaar meemaak, maar het is me nog nooit op deze manier opgevallen. Waarschijnlijk komt dit doordat ze nu van gelijke grootte zijn.
En ineens denk ik aan het boek van psychiater J. Maas: Bomen spreken en stenen hebben pijn. Ooit las ik daarin: Het voorjaar kan vele koude dagen hebben en het najaar kent altijd wel een aantal warme dagen. En zo is het ook in het leven. Ieder komt in zijn jeugd de minder leuke momenten tegen en velen zullen de rijkdom van het ouder worden ervaren.
Ik vond dat toen, en ik vind dat nog steeds, een hele hoopvolle gedachte. Het boekje ben ik kwijt, dat heb ik vast aan iemand uitgeleend. Het is op marktplaats nog te koop en ik ga het zeker opnieuw aanschaffen.
Een voordeel van mijn nieuwe taakomschrijving is, dat ik veel meer thuis ben. En als ik thuis ben luister ik nogal eens naar de radio. Vaak is het muzikale achtergrondbehang, maar onwillekeurig vang ik toch ook wel het één en ander op. Sander de Heer heeft op radio twee sinds kort een nieuw ontbijtprogramma en eerlijk is eerlijk, het moet nog wennen en het programma moet ook nog groeien.
Dat is zeker het geval met de rubriek "een dag iets anders". Een luisteraar mag dan voor één dag het beroep gaan uitoefenen waarvan hij/zij vaak verzucht "Dat zou ik zo graag eens willen doen!" Iemand kan zichzelf opgeven maar ook iemand anders.
Vrijdag hoorde ik dit: "Met Connie" "Dag Connie, met Sander". Sander vraagt haar hoe ze haar werk vindt. "Leuk", is het antwoord van Connie. "Maar als je het even niet ziet zitten wat roep je dan altijd?" "Dat ik liever strandstoelen zou willen verhuren", giegelt Connie. "Nee", zegt Sander, je roept toch altijd dat je stroopwafels zou willen verkopen? en dat hebben wij nu voor je geregeld. Je mag morgen de hele dag stroopwafels verkopen. Hier komt de echte stroopwafelverkoper met wie jij dat mag gaan doen." "Oh", stamelt Connie, "ja dat heb ik ook wel eens gezegd", en begint aan een gedwongen praatje met stroopwafelverkoper om afspraken te maken.
De DJ van het volgende programma en van een andere omroep komt bij zijn inleiding hier even op terug. "Die Sander, dacht hij het toch mooi even geregeld te hebben. Nu moet die arme luisteraar morgen, op haar vrije zaterdag, de hele dag stroopwafels gaan verkopen, terwijl ze veel liever strandstoelen had willen verhuren, maar Sander, het was wel lachen hoor."
Als ik Sander was weet ik niet of ik wel zo blij zou zijn met deze collega. Of ben ik nu te gevoelig?
Dit jaar spreekt het thema van de boekenweek mij erg aan en met name de derde leeftijd. Het geeft mij veel stof tot nadenken, want ik sta aan de vooravond van die levensperiode die volgens Van Dale zo rond het zestigste levensjaar begint. Ik ben erg nieuwsgierig naar hen die net een paar jaar ouder zijn dan ik ben en die met die periode begonnen zijn. Het zijn die mensen die mij in mijn tienerjaren wakker schudden met eerst de nozems, iets later het provoidee en nog iets later de kaboutergedachte en weer iets later, ik was toen in de twintiger jaren aangekomen, de beweging Dolle Mina en het feminisme. Bij dit laatst genoemde was ik zo ver gerijpt, dat ik daar mijn partij in mee heb kunnen blazen. Bij de eerst genoemde punten had ik moeite om die toen net iets oudere generatie, oudere broer, neven en nichten, maar ook collega's, te begrijpen en bij te houden. Ik keek tegen ze op; zij deden het toch maar. Zij brachten veranderingen in de maatschappij waardoor opeens niet alles meer als vanzelfsprekend zijn gewone gangetje zou gaan. Het werd een heel andere maatschappij als waar ik in de boeken van Joop ter Heul over gelezen had, die als decor de jeugd van onze ouders had.
Nu kijk ik weer op tegen de mensen die een paar jaar ouder zijn dan ik ben. Ik kijk om mij heen. Hoe pakken zij dat op, wat spreekt mij aan, hoe wil ik het doen? Wil ik een Rob de Nijs zijn, het jong en strak zijn willen blijven cultiveren? Blijven wij vrouwen van de derde leeftijd de spijkerbroek trouw? Wil ik eeuwig in een spijkerbroek blijven lopen. Blijven we ons op deze leeftijd in kleding hijsen die eigenlijk voor jongeren ontworpen is? Gaat men zich toch zo langzamerhand in kleding steken die mij ergens in de verte toch doet denken aan de kleding die onze moeders droegen toen zij de leeftijd hadden die ik nu heb en ga ik daar in mee? Ga ik eindelijk overstag en doe ik niet meer mee aan alles wat hot en hip is. Of, en dat zou ik het liefste willen, komt er meer en meer een eigen kledinglijn voor de derde generatie? Gaan we weer grenzen aanbrengen tussen de generaties, zodat het straatbeeld geen leeftijdsloze unimensen meer laat zien?
Ik ga in ieder geval helemaal mee met een uitspraak van Renate Dorrestein, dat het niet goed is geweest dat wij als babyboomers jeugdig als superiuer verklaard hebben en ouderdom als inferieur. Laten we er trots op gaan worden dat we in de derde leeftijd aangekomen zijn. Laten we als de babyboomgeneratie nogmaals een nieuwe trend gaan zetten en het beeld bijstellen waardoor we met zijn allen afstand gaan doen van het verlangen naar eeuwige jeugd. Het is niet een kapittuleren omdat we nu zelf ouder worden. Het is een opnieuw wegen gaan banen, omdat wij toch op een andere manier ouder worden dan onze ouders ouders dat zijn geworden. toen ik jong was, was ik er al bang voor dat onze generatie bij het oud worden opnieuw de barricaden op zouden moeten om maatschappelijke veranderingen te weeg te brengen. Dit keer niet om ruimbaan te maken voor storm und drang, nee dit maal om te mogen zijn wie we zijn, gewoon niet jong meer maar wel volwaardige mensen met een eigen identiteit.
Ik hoop dat jongens en meisjes, die net iets ouder zijn dan ik ben, alvast bezig gaan met het klaren van deze klus. Ik ben ook erg nieuwsgierig hoe ze dit gaan doen. Ik laat het eerst, net als in het verleden, maar wat gebeuren en over een paar jaar sluit ik mij dan wel bij hen aan. Een mooier thema voor de boekenweek dit jaar had men wat mij betreft niet kunnen verzinnen.
Dat overkomt mij niet vaak. Meestal heb ik een ijzersterk geheugen met een juiste tijdbeleving, maar dit keer heb ik mij in een jaar vergist. Eind vorige week moest ik voor een project waar ik mee bezig ben even enig research doen over SVRcampings in Zeeland. Nee, ik ga in de meivakantie niet echt naar Zeeland, tenminste dat ligt nu nog helemaal niet in de planning, maar in mijn hoofd was er wel een hele duidelijke reden waarom ik mij moest inbeelden dat ik dan naar Zeeland zal gaan. Ik weet zelfs de plaats waar ik in de buurt zou moeten zijn. Ik moet een camping in de buurt van Nisse hebben.
Ik dacht dat snel even op te lossen. Favorieten opzoeken, SVRcampings aanklikken, naam en nummer invoeren en voila, ik zou bij de nodige informatie zijn. Alleen ik kwam niet in het programma. Nog een keer proberen en nog eens en nog eens. Het ging niet. Vervolgens heb ik in mijn project de juiste plaats maar vaag gehouden, want ik moest en zou hier verder aan werken.
Even flitste het door mij heen: "heb ik wel betaald?', maar ik wist (bijna) heel zeker dat dit wel het geval was. Ik had immers het donateursbewijs heel netjes in drieën opgevouwen en in mijn portefeuille gedaan. Later op de dag controleerde ik dit. Vreemd, er staat 2007 in plaats van 2008. Raar, ik weet toch zeker dat ik het geld heb overgemaakt. Natuurlijk komt dan de vraag in je op: "zou ik de verkeerde kwitantie soms weggegooid hebben?"
Totdat ik een paar dagen later de moeite neem en alle overmakingen van december en januari maar eens aandachtig ga bekijken. Geen donatie op de rekening van de SRV. Dat is vreemd.... Ik denk dat ik de herinnering van 2007, hoe ik de ene kwintantie voor de andere verwisselde, nog vers in mijn geheugen heb staan. Dat ik mijn bewijs toen zo zorgvuldig en met zoveel aandacht heb weggeborgen dat het in mijn herinnering lijkt alsof het dit jaar januari was en niet januari 2007. Een jaar gaat ook zo snel. Soms lijkt een jaar net een dag.
Ik weiger dit al aan mijn leeftijd toe te schrijven en ik wil het ook nog niet toeschrijven aan het motto van de Boekenweek: Van oude menschen, oh nee. Deze week zal ik daar zeker nog een blogje aan weiden. Dat wel. Inmiddels heb ik het geld overgemaakt en zal ik mijn recuutje binnenkort wel ontvangen. Dan kan ik ook weer op die site inloggen.
Bezeerd
door het leven
gisteren
hik ik even
tegen het leven
van morgen
aan
Ik vraag mij af
wat bepaalt
het leven van
nu
Heden is toch
het samengesmolten
moment van
herinneringen
uit het verleden
en verwachtingen
van de toekomst.....
hannah
aug. "82
Naast René Appel had ik ook Simone van der Vlugt mee willen nemen naar La Palma. Het laatste offer, uitgekomen in 2007 had ik nog niet gelezen. Behalve dat ik het werk van deze twee schrijvers erg waardeer, ben ik ook zeker fan van Esther Verhoeff en Saskia Noort. Al deze Nederlandse schrijvers hebben met elkaar gemeen dat zij heerlijke eigentijdse thrillers schrijven.
Toch vind ik "het laatste offer" van Simone van der Vlugt net iets minder toegankelijk. Zo staan er in het begin van het boek hele verhandelingen over mogelijke theorieën dat de wereld veel ouder is dan wij in het algemeen aannemen. Columbus zou Amerika niet ontdekt maar herontdekt hebben. Dit wordt dan weer breed uitgelegd met het verhaal dat de kaart uit 1513 van Piri Reis niet van de reizen van Columbus afkomstig kan zijn. Op die kaarten zijn alle coördinaten berekend, en dat was toen nog niet bekend. Waarschijnlijk was dit in een nog verder verleden wel weer het geval, maar is toen die kennis weer verloren gegaan.. Het is voor mij allemaal nieuw en omdat ik dan weer niet weet wie Piri Reis is, ga ik via google op zoek en kom ik er achter dat het allemaal wel bestaat en juiste informatie is.
Afijn, het boekt speel zich voor een deel in Egypte af en ik moet soms echt mijn best doen om alles wat over de tempels, de archeologische vondsten, de hiërogliefen, de oudste geschiedenis van Egypte en de piramides van 15000 jaar geleden geschreven staat, ook te lezen. Ik heb daar niet zoveel mee en ik heb er ook weinig kennis over.
Maar dan is opeens mijn belangstelling gewekt. Ik lees iets over Mozes en witte poeder, een stof die die de Egyptenaren mfkzt noemden. En dan moet ik opeens aan het krantenartikeltje van gisteren denken. Ons grote regionale dagblad opende gisteren met: 'Mozes zwierf met volk stoned door de woestijn' en dat dat de reden was dat ze ruim veertig jaar onderweg waren geweest van Egypte naar Palestina. Dit zou ook, zo schrijft de krant, de passage verklaren dat wanneer Mozes de berg Sinaï afdaalt dit gepaard ging met bliksemstralen en sterk bazuingeschal. Het instorten van de muren van Jericho zou ook door het vele kabaal gebeurd zijn, maar in het boek van Simone van der Vlugt wordt dan weer uitgelegd dat dit de electriciteit zou kunnen zijn geweest wat opgeslagen was in de Ark des Verbonds. En de archeoloog in het boek zou mogelijk op deze Ark gestuit zijn. Nou ja.
Heel merkwaardig dat, tegelijkertijd dat ik dit boek lees ook een artikel over het zelfde item tegenkom. En dan nog wel op de voorpagina. Die hele materie doet mij verder niet veel. Ik lees het boek uit omdat het verder toch wel spannend is. Ik wil weten wat de reden is waarom de archeoloog uit het boek vermoord is en welk komplot hier achter zit. Kennelijk is men op wereldniveau ook echt nog met deze materie bezig. De schrijfster is dus meer bij de tijd dan ik aanvankelijk in de gaten had en ze heeft er ook heel wat research voor moeten doen.
Met een wat ontheemd gevoel liep ik vanmiddag door de school. Het is net of het niet helemaal mijn school meer is. Mijn eigenste plekje op het kantoor behoort mij niet meer toe, het team is er niet meer, wel collega's die in bepaalde settingen samenwerken, maar de gezamenlijkheid ontbrak en toen er iets geregeld moest worden, hoefde ik mij daar niet druk om te maken.....Van de directe collega's die er waren kreeg ik een knuffel en dat deed mij goed.
Wat ook leuk was waren de leerlingen. Ik begon met een eerste jaars klas en als zestien en zeventienjarigen zeggen blij te zijn je te zien en het leuk vinden om weer les van je te krijgen dan ben ik ervaren genoeg om de conclusie te trekken dat dit gemeend is. Zeker als het tijdens de les stil is in zo'n klas en er echt geluisterd wordt. Bij de derde jaarsleerlingen was het wat chaotischer omdat zij in de afgelopen periode met vervangers van doen gekregen hadden wegens mijn afwezigheid en de andere collega die nog steeds afwezig is. Hun angst was dat ook ik het roer weer om zou gooien, ieder werkt nu eenmaal op zijn manier. Hen heb ik gerustgesteld dat ik dat zeker niet zal gaan doen.
Vervolgens vraag ik mij af waarom ik u dit allemaal meedeel. Dat hebt u te danken aan het boek: Ergens mag ik je wel van Ed Nissink. Dat boek had ik enkele weken geleden aageschaft, alleen ik weet de aanleiding niet meer. Ik had het mee willen nemen naar La Palma. Bij het doorsnuffelen van dit boek stuitte ik op het item: Vraag je eens af waarom je datgene wat je van plan bent om te zeggen, wilt zeggen. Mijn antwoord hierop is in dit geval wel duidelijk. Ik heb ervaren dat het fijn is om een beetje belangstelling en een beetje medeleven te krijgen. Het is overigens een heel aardig boek over verborgen boodschappen in de communicatie,
En als ik het dan toch over boeken heb. Ik ben niet de hele dag door zwaarmoedig. De afgelopen week heb ik mij uitstekend vermaakt met het boek Het Verwende Nest. Het is een boek over zeven vrouwen van deze tijd van rond de vijftig. Alleen het stukje over de gezichtscorrecties sprak mij iets minder aan. Ik ga zeker niet aan facelifting doen. Ik ben zoals ik ben en ga in mijn uiterlijk met mijn leeftijd mee. In dit boek stuitte ik nog wel op een onbekend woord namelijk: embonpoint wat staat voor een (bier)buikje van een man. Ik had er nog nooit van gehoord.
Al met al gaat het best wel goed met mij. Ik ben in ieder geval in staat om verschillende zaken in één blogje te verwerken en zolang mij dat lukt hoeft niemand zich zorgen te maken.
Na een time out in mijn werk van ruim drie maanden, en na vorige week, pak ik de draad weer op. Ik ga weer verder met het "gewone dagelijkse leven". Het deelnemen aan het arbeidsproces zal daarin ook weer een plaats moeten gaan krijgen. Dit gedicht heb ik heel lang geleden al eens geschreven. Ik weet niet meer of het ergens geplaatst is geweest, maar toen ik voor vorige week nog bezig was met de vakantievoorbereidingen, schoot me dit gedicht te binnen. Ik had het op de dag van vertrek willen plaatsen, zodat het mij bij terugkomst zou inspireren om met de juiste instelling een dag later aan het werk te gaan. Het is allemaal heel anders gelopen dan ik toen gedacht had. Maar het leven gaat door en ik ook.
LICHT
Zoekend
kap ik mij
een weg
door het leven
omgeven
met een oerwoud
van
voetangels en klemmen
De hoop op
en de hunkering naar
een harmonieus leven
als enige bagage
met mij mee dragend
hannah
24 okt. â??82