Ik had prachtige ideeën voor een vers blogje in mijn hoofd. Iets over slakken, of een verhandeling over het belang van humor binnen een relatie. Ook had ik wel iets willen schrijven over een persoon die verklaart bang voor mij te zijn, waarop ik nu na een paar jaar eindelijk een antwoord op denk te hebben. Waarschijnlijk heeft zo iemand niet een zuiver geweten...., maar daarover gaat het blogje niet. Het gaat ook niet over mijn schoonmoeder en hoe het mij vanmorgen trof hoe ze alleen en ogenschijnlijk zinloos en uitzichtloos in haar stoel zat met als enige bezigheid: heel driftig haar zakdoek tot een prop verfrommelen om hem vervolgens weer glad te strijken. Het gaat ook niet over het feit dat haar denkwereld nog in tact lijkt te zijn, maar dat ze geen mogelijkheden meer kan vinden om op een andere manier de dag door te brengen. Ik zal ook niet schrijven over het feit dat ik mij toch een beetje "zondig" voelde door deel te hebben genomen aan de koopzondag. Ik zal ook (nog) niet schrijven over het boek wat ik aan het lezen ben "Ik omarm je met duizend armen" van Ronald Giphart, waarin ik vele onbekende woorden aantref zoals "agëist" en "ritornellen", nee ik schrijf een heel klein blogje over de nieuwe CD van KATIE MELUA.
Ik had de track: "if you were a sailboat" al verscheidene malen op de radio gehoord en toen ik haar gisteren in TROS Muziekcafé hoorde en later 's avonds bij Paul de Leeuw zag, wist ik het zeker, die CD wilde ik hebben. Wat is het dan mooier om dit als een verrassing van P. te krijgen. Als je, net op het moment dat je zelf besloten hebt om de onverantwoorde uitgave voor een keertje te willen gaan doen, van hem hoort, dat hij zojuist de CD voor je gekocht heeft. Aan het eind van de middag hebben we samen thuis de nieuwe muziek tot ons genomen en ons eigen gemaakt. Dit gebeurt niet meer zo heel vaak, maar het was weer net zo knus als vroeger. En van het één kwam weer het ander. Van Katie naar Leonard Cohen en van Cohen naar Dido. Onvoorstelbaar hoeveel dwarsverbindingen en associaties er in de loop der tijd in mijn gedachten een weggetje gevonden hebben en het geheel telkenmale toch tot een logisch geheel weten te vormen. Muziek, het heeft niet meer zo'n prominente plaats in mijn leven als toen ik jong was, maar ik kan er nog steeds van genieten.
Het is een hele toer om als werkende vrouw, temidden van een viergeneratiefamilie, tijd voor alles en iedereen te vinden. Schreef ik in mijn vorige blogje hoe ik een modus gevonden heb om mijn vader regelmatig te zien, vandaag wijd ik een blogje aan het onderhouden van het contact met mijn kleinkind. Ook daar heb ik een manier voor gevonden. Het behoeft natuurlijk geen betoog, dat ik mijn schattige kleine kleintje regelmatig wil zien, haar moeder ook, maar dat is van een iets andere orde.
Ik kan mij dit jaar regelmatig een vrijdag vrij maken en dat doe ik nu ook. Vorig jaar gebeurde het te vaak dat ik meer werkte dan dat ik aan beschikbare werkuren had en op een gegeven moment gaat dat knellen en irriteren. Een baporegeling is leuk, maar drie uur per week salaris inleveren om zeven uur minder te hoeven werken en dan te merken, dat er toch steeds te veel gewerkt wordt, voelt niet goed. Ik bewaak de uren nu goed. Ik heb daarom aangeboden om zo af en toe op vrijdag oppasoma te zijn en dat was gisteren het geval.
Omdat Rixte wat grieperig was zou ik proberen om zo vroeg mogelijk in Den Haag te zijn, zodat ze maar kort in de creche zou hoeven te zijn. De rit naar Den Haag viel niet mee. Normaal kan ik het binnen de tweeëneen half uur rijden maar gisteren werd ik wel erg gehinderd door het grootonderhoud aan Neerlands wegen. Voor de Afsluitdijk kreeg ik een door mij zeker niet op prijs gestelde rondrit door Friesland aangeboden. Vanuit Franeker richting Sneek, langs Bolsward, allemaal leuk en aardig, maar de weg was lang. De Afsluitdijk zelf mocht ik niet nemen met de gebruikeleijke 120 km. per uur, nee het moest met een slakkengangetje van 70. Afijn, het voordeeltje was, dat de file bij Roelofarendsveen was opgelost toen ik daar eindelijk na drie uur aankwam.
Goed, ik ben er gekomen en ik heb een leuke omaoppasdag gehad. Het snoetje van Rixte toen ik bij de creche binnenkwam zal ik niet gauw vergeten. "Oma", riep ze zachtjes om vervolgens zo snel mogelijk van de glijbaan af te komen om door mijn armen opgepakt te worden. We hebben samen lekker gepuzzeld, boekjes gelezen, geslapen, boodschapjes gedaan, bloemen voor mama gekocht en lekker rondgelummeld.
Ik had besloten om maar een andere terugweg te nemen langs Utrecht en door de polder. Ik vond het maar een beetje dom van mij dat ik er niet eerder aan gedacht had, want ik was immers door een paar mensen gewaarschuwd dat het moeilijk was om langs Harlingen te komen... Rijdend van Lelystad naar Emmeloord zag ik dat het voor de heenweg zeker geen alternatief was geweest omdat ze ook daar met groot onderhoud bezig zijn. Vandaag lees ik in de Kampioen dat de A4 tussen Zoeterwoude Hoogmade van 19 t/m 22 oktober afgesloten zal zijn. Pffft. Voor mij mag er wel iets meer reclame gemaakt worden voor deze site http://www.vid.nl/kaartwegwerk.html want als ik dit allemaal had geweten was ik wel iets beter voorbereid op weg gegaan.
Na een paar dagen van 's morgens vroeg tot een eindje in de avond voor schoolwerkzaamheden in den lande te zijn geweest, was het vandaag weer een verademing om gewoon op school te zijn. Een lesje draaien en daarom heen veel tijd om allerlei boodschappen die bij mij op het bureau geparkeerd waren af te handelen. En opeens schoot het mij te binnen dat ik mijn vader had zullen bellen. Helaas kreeg ik geen gehoor.
Terwijl ik de telefoon neerlegde hoopte ik maar dat hij zich wel gewoon aan de afspraak zou houden en zo rond vijf uur met de taxi bij ons aan zou komen. Het is een nieuwe regel, die ik na onze vakantie heb ingesteld, dat hij één keer in de veertien dagen op woensdagavond bij ons komt eten. Mijn vader is 86 jaar, is nog wel vitaal maar het reizen begint hem toch iets moeilijker af te gaan.
In het voorjaar heeft hij de tip gekregen om een regeling voor taxivergoeding aan te vragen en dit is hem toegekend. Zoals een goed Nederlander betaamt, wil hij nu ook graag gebruik maken van die voorziening. Want zeg nu zelf, wie kan er nu voor één euro en vijf cent dertig kilometer reizen? Niemand toch? Het leek mij een goed idee om, nu de mogelijkheid er was, het bezoek van mijn vader aan ons ietwat te structureren waardoor ik hem wat regelmatiger zie. Door mijn drukke bezigheden schiet een bezoekje aan hem er nog wel eens bij in.
Hij is nu een paar keer met de taxi geweest en ik kan niet anders zeggen dan dat het werkt. We drinken eerst een kopje koffie samen en terwijl ik kook worden de laatste nieuwtjes onderling uitgewisseld. Het samen eten is voor hem natuurlijk veel gezelliger dan alleen aan tafel te moeten zitten en door alle drukte van onze bezigheden heen doet hij toch ook weer nieuwe ideeën op om het voor zichzelf wat gezelliger te maken.
"Wat ga je nu doen?" vroeg hij, toen ik na de afwas met een stapel reclamefolders bij hem aan de grote tafel ging zitten. "Ik ga even kijken wat er zoal in de wereld te koop is", antwoordde ik. Hij keek wat beteuterd toen ik vluchtig de ene folder na de andere even inzag en allerlei aanbiedingen van commentaar voorzag. Ik ga bijvoorbeeld zeker geen mutsje en sjaaltje voor mijn hond gaan kopen.
"Eigenlijk is dat best even gezellig om al die goed bedoelde aanbiedingen even voorbij te zien komen. Het is net of je even aan het winkelen bent. Ik denk dat ik de sticker na al die jaren toch maar van mijn brievenbus af ga halen," was zijn conclusie.
Ik moest inwendig een beetje lachen. Mijn doel was bereikt. Het overbrengen van gewoon de mogelijkheid hebben om een beetje gezelligheid voor jezelf te creëren. Nu weet ik wel dat samen aan tafel reclamefoldertjes doorkijken gezellger is dan wanneer je zoiets alleen doet, maar toch. Een beetje wegdromen bij het zien van het één of het ander lijkt mij toch veel leuker dan het stille niets. Geheel opgewekt vertrok mijn vader om acht uur per taxi weer naar huis.
Dit werkt, dit kan ik vol houden en op deze manier ben ik eindelijk van mijn schuldgevoel af dat ik mij niet genoeg om mijn vader zou bekommeren. Natuurlijk ga ik zo af en toe wel een kopje thee bij hem drinken, maar de druk is van mijn schouders. Lang leve de taxiregeling.
Gisteren las ik een artikel over al weer een nieuwe variant op het wandelen. Naast dat er verscheidene mensen (veel) verdienen aan het nieuwe wandelen, het wandelen met stokken of anders gezegd, aan het nordic walking, schijnt er nu ook business te zijn voor een blotevoetenparcours, de zogenaamde blote voeten paden. Onwillekeurig moest ik even in mij zelf lachen.
Mijn gedachten gingen terug naar de warme zomer van "75 toen zoonlief geboren is. Tot groot afgrijzen van mijn eigen moeder liep ik met een peuter van drie en een half aan de hand barrevoets achter de kinderwagen. De hele zomer lang. Daar in de ogen van mijn moeder mijn kleding en mijn lange haren in die tijd meer de kant van een hippieachtig bestaan opgingen dan van een keurig net getrouwd vrouwtje, voldeed ik bij lange na niet aan het beeld van de dochter die zij voor ogen had. Tot haar grote ergernis werd het traject Kampen - Leeuwarden, de afstand tussen haar en mij, met openbaar vervoer meerdere malen blootvoets afgelegd.
Ook de zomer van 1976 was erg warm en ik wilde opnieuw zonder schoenen gaan, maar daar stak dochtertjelief een stokje voor. In navolging van mij, haar moeder, wilde ook zij geen schoentjes meer aan, en kijk, dat ging me nu net iets te ver. Ik wist heus wel dat de huid een orgaan is die in staat is om schadelijke stoffen in zich op te nemen en in het lichaam te verspreiden en aan dat gevaar wilde ik mijn kind niet bloot stellen. Ook had zij nog niet de eeltvorming die ik had en die mij tegen scherpe voorwerpen bescherming gaf. Om het goede voorbeeld te geven ben ik toen maar weer sandalen gaan dragen.
Een paar jaar later, tijdens mijn (deeltijd) studie, werd ik nog één keer geconfronteerd met het blotevoeten werk. Tijdens een studieconferentie nodigde een mental trainer ons uit om, na een ultra korte nachttrust, de ochtend te beginnen met het op blote voeten door het dauwnatte gras te lopen. Daarmee zou een mens goed aarden zo werd later die dag in zijn verhandeling over aarden en ontaard zijn uiteen gezet....
Door de jaren heen heb ik mij verzoend met het dragen van schoeisel. Sterker nog, ik stel hele hoge eisen aan mijn schoenen, laarzen of wat er dies meer zij.... Het blote voetenwerk is er bijna niet meer bij, behalve......
deze zomer in Frankrijk. In dit pad stond het water zo hoog, dat het mij beter leek om op dit stuk de schoenen maar uit te trekken. Maar om nu entree te gaan betalen om een blotevoetenpad te mogen betreden, nee dat zie ik mijzelf niet doen. Maar voor wie het eens wil proberen en meer informatie wil klikt hier: www.lieteberg.be Er schijnen meerdere paden te zijn. Tik bij google blotevoetenpad in en er gaat een wereld open.
Deze week is het Vredesweek. Hoe is het mogelijk dat dit bijna totaal aan mij voorbij gaat, evenals vorige jaren, zonder dat ik er enige aandacht voor heb. Dat is wel eens anders gweest. Eind zeventiger, begin tachtiger jaren was ik hier in maatschappelijk opzicht veel meer bij betrokken. En dat gold voor velen. Ik, en met mij vele anderen, maakten zich meer en meer los van een kerk, maar we wilden wel "iets" uitdragen. Het IKV en Pax Christi werden een vormende en structurerende motor om met vele "losse" vrijwilligers, voortkomend uit die groep kerkverlaters, jaarlijks de Vredesweek gestalte te geven. Vrede, dat was wat we als jong volwassenen wilden hebben. Een wereld waar het goed toeven zou zijn voor ons en voor onze kinderen. Dat ging net iets verder dan de "gezelligheidsgedachte" van de flower-powerbeweging. In de jaren negentig werd er op de scholen nog steeds veel aandacht besteed aan de Vredesweek door middel van posters en folders. De laatste jaren merk ik er weinig meer van. Het thema van "De Zoutkorrel", het katern dat we gebruiken voor de dagopeningen, is deze week: Slecht Nieuws. Dit verwijst nog wel naar de internationale Dag van de Vrede, maar omdat ik op geen enkele dag het eerste uur les geef en dus geen dagopening hoef te verzorgen, zou het mij dit jaar helemaal ontgaan. Het leeft niet meer zo als veertig jaar geleden, niet bij mij en niet in de maatschappij. Jammer, want ik vind Vrede nog steeds een heel belangrijk goed wat voor iedereen bereikbaar zou moeten zijn.
Natuurlijk zou mijn weblog ook over Rita Verdonk moeten gaan. En ik heb er ook zeer zeker een mening over, maar omdat ik denk, dat er al heel veel weblogs over haar zullen gaan, kies ik voor een heel ander onderwerp.
Al een aantal dagen hoor ik een zeer merkwaardig reclamespotje op de radio. Het eindigt dat, als ik in het ziekenhuis kom, ik in goede handen ben. Ik vind het een hele vreemde reclamecampagne. Ik hoef niet geënthousiasmeerd te worden om het ziekenhuis in te gaan. Ik wil niet naar het ziekenhuis en ik ga zeker niet bedenken of er iets is waarmee ik in het ziekenhuis kan komen zodat ik in goede handen terecht kom. Kom nu, laat men hier mee ophouden!
Als het nu nog een wervende reclame voor het ene of het andere ziekenhuis was waaruit ik kan kiezen, dan zou ik het nog enigszins kunnen begrijpen, maar om reclame te maken voor het ziekenhuis in het algemeen gaat mijn begripsvermogen te boven. Nogmaals, ik wil helemaal niet naar een ziekenhuis.
Worden die reclames gefinancierd door middel van onze zorgbijdragen? Laat men er dan snel mee stoppen. Volgend jaar worden we weer geconfronteerd met de stijgende kosten. En dat is dan niet alleen het gevolg van de gestegen zorgvraag en de vergrijzing, maar ook van dit soort onzinnige dingen.
Daar ik dus de laatste twee tennistoernooien niet heb kunnen spelen, kwam ik op het idee om mijzelf maar eens te verwennen door mijn sport van weleer weer op te pakken. Het lange afstandslopen. Ik had gezien dat er deze zaterdag in de buurt van Beetsterzwaag een wandeltocht gehouden werd met de afstanden 10, 15, 25 en 40 kilometer. Ik vond dat ik als compensatie het recht had om mij niet te laten hinderen door een overleg binnen de tennisclub. Deze heb ik weliswaar wat laat, maar toch echt keurig en netjes afgezegd.
We startten om 9.15 uur. De eerste uren gebeurt er niet zoveel. Het stapt zo lekker weg in het zonnetje. Na een tweeëneen half uur begint de wens te ontstaan om ergens bij een rust te komen om een kop koffie te kunnen drinken. Tijdens die rust onmoetten we een aantal mensen die ons nog kenden van vroegere tijden.
Het is eenentwintig jaar geleden dat we deze tocht ook liepen. Het was toen onze eerste keer dat we 40 kilometer liepen. Ik had die zomer de Nijmeegse Vierdaagse gelopen, maar door de ongetraindheid heb ik hem toen niet uitgelopen. (In later jaren heb ik hem vele malen gelopen) P. had mij destijds een beetje uitgelachen en ik had gedreigd met als ik een tocht van 40 km zie gaan we hem lopen. Dat gebeurde dus 21 jaar geleden. Ik zie P. nog de laatste kilometers op een sukkeldrafje achter mij aan komen. We hebben er saampjes nog altijd veel plezier om. Sinds een jaar of vier, zo lang zijn we al weer lid van de tennisclub, lopen we bijna niet meer.
Zo na een kilometer of dertig gebeurt er iets, als je tenminste niet al te goed getraind bent. De vermoeidheid slaat toe en dan begint het echte werk. Alleen maar lopen. Er komen geen gedachten meer op gang, met de blik op oneindig ben ik alleen maar bezig om te stappen. Ik voel de vermoeidheid, maar ik voel ook de mogelijkheid om gewoon door te gaan met lopen. Alsmaar verder. Gedachtenloos, of hoogstens denkend aan het lekkere koude glas drinken wat ik zal kunnen drinken als ik bij de finish ben. Of denkend hoe fijn het zal zijn om straks lekker in de auto te kunnen zitten. En voor je het weet is de eindstreep bereikt. Dit maal na zeven en een half uur. We hebben er lang over gedaan, maar hoera! we kunnen het nog steeds. Het was fijn om het te doen en ik merk dat het nog steeds werkt: Mijn hoofd is weer lekker leeg en vrij van allerlei spinsels. Het was een hele mooie dag.
Het is nog net zo als vroeger, 's morgens, op de heenweg, is het bijna windstil en tegen de tijd dat je naar huis gaat, is de wind behoorlijk aangewakkerd om dan vervolgens net uit de verkeerde hoek te komen. Ondanks dat ik vanmiddag behoorlijk moest trappen genoot ik toch.
Vanaf mijn school, die bijna aan de rand van het stadje staat, neem ik een lange rechte B-weg. Aan weerszijden weilanden. Het is één uur. Ik ben vier kilometer lang de enige deelnemer aan het verkeer. In de verte kraait een haan. Er dringt een niet helemaal lekkere geur mijn neus binnen van een weiland wat nog niet zo lang geleden bemest is. De geur wordt net niet irritant. Door de wind beginnen mijn ogen een ietsje te tranen. Behalve dat mijn spieren in werking gezet worden, wordt er ook een beroep op mijn zintuigen gedaan.
Opnieuw beleef ik plezier aan het fietsen en ik ervaar hoe vredig het leven zijn kan. Opeens word ik opgeschrikt door het harde geluid van gevechtsvliegtuigen. Het zijn er een stuk of zes. Opeens moet ik denken aan de film "Zwartboek" en daardoor aan de oorlog. Hoe vaak zouden er in de oorlog mensen bij het horen van dit geluid angstig zijn geweest en de adem ingehouden hebben, wachtend op wat er ging gebeuren?
Bij het wegsterven van het geluid keert het vredige leven terug. Een echte plattelandservaring waar de rust en de ruimte de boventoon voert. Ik hoop dat ik die vrede nog heel vaak en heel lang mag ervaren.
Over hoe al onze boosheid en negativiteit vrijwel altijd ontstaan
uit gefrustreerde (meestal onbewuste) verlangens, en over wat we daaraan
kunnen doen. Boosheid betekent een zeer egocentrische en mentaal
gestoorde toestand en tevens respectloosheid. En zo verpest
zij ook nog de levenskwaliteit van anderen.
Het gebeurt niet zo heel vaak, maar zo af en toe kan ik verschrikkelijk boos worden. Eerst herken ik die boosheid niet als zodanig. Ik voel een mengeling van beledigd-, bedroefd- en teleurgesteld zijn en pas veel later voel ik dat ik eigenlijk heel boos ben. Nog in het stadium van die gemengde gevoelens weet ik dat ik mij beter even kan terugtrekken. Waarschijnlijk is het ook maar goed dat ik alleen ben want ik merk (achteraf) dat mijn realiteitszin in die situatie toch wel wat te wensen overlaat. Mijn boosheid over iets kan ook best wel enige tijd aanhouden. Soms wel een paar dagen. Dat was gisteren en vandaag ook het geval.
Een bepaalde situatie op de tennisclub maakte mij inwendig erg boos, althans ik merkte later thuis dat ik erg boos was, want eerst was er die mengeling van al die zo juist beschreven gevoelens. Toen ik vanmiddag in de tuin bezig was merkte ik dat die boosheid vandaag nog steeds aanwezig is. Al onkruid wiedend verdween de boosheid en nam mijn relativeringsvermogen ook weer toe. Dit zette mij aan het denken en ik besloot eens op zoek te gaan naar een beschrijving over de emotie boosheid. Via google kwam ik bij deze site levenskwaliteit terecht. Het boeide mij dusdanig dat ik het heb uitgeprint en het vervolgens met grote aandacht heb gelezen.
Boosheid zou uiteindelijk altijd ontstaan uit een gefrustreerd verlangen naar veiligheid, verbondenheid of waardering. Hierbij zij aangetekend dat de frustratie vaak een (onbewust) verlangen naar hoe jij vindt dat de dingen zouden moeten zijn of hadden moeten gaan.
Tijdens het lezen van dit en nog veel meer begreep ik helemaal mijn boosheid en hoe boosheid in het algemeen werkt. Dat wat er gebeurd is hoef ik niet leuk te vinden en dat mag ik ook kenbaar maken. Maar het is niet nodig om in een boosheids-act te vervallen zoals in het artikel is beschreven. Maar wat dan?
Boosheid lost op bij de aanvaarding van het ontbreken van dat waar we naar verlangden. En dat moment voelde ik vanmiddag in de tuin, met mijn handen wroetend in de aarde. Ik blijf het jammer vinden dat niet ik maar die ander gevraagd is om bij een tennistoernooi in te vallen, maar ik aanvaard dat dit feit er nu eenmaal ligt. Om uit boosheid helemaal met tennissen te stoppen zou wel erg rigoureus en overtrokken zijn. Gelukkig is dat idee weer uit mijn hoofd en daarmee ook van de baan.
Deze boosheid heeft echter wel zin gehad. Ik ben erg veel over boosheid en de werking hiervan te weten gekomen. Misschien weet ik een volgende keer ook wel iets van die wijsheid toe te passen.( voor de site: klik op rode ster bovenaan, ga naar script en dan naar hoofdstuk12.)
Het aantal vrienden bij hyves wil nog niet zo groeien. Nu ligt dat ook wel een beetje aan mijzelf, want ik ben daar ook niet zo actief. Ik heb er wel wat rondgekeken en ik ben een paar mensen tegengekomen die ik ken. Alleen ik had nu niet zo de behoefte om hen uit te nodigen om vriend te worden. Neem DvD bijvoorbeeld.
Hem ken ik nog vanuit mijn leerlingentijd in de verpleging. Hij was midden twintig en was één van de vijf subhoofden op een paviljoen waar we samen werkten. Ik begon te merken dat hij iets meer dan een gemiddelde belangstelling voor mij begon te krijgen. Hoewel ik vanaf het begin wist dat er bij mij van verliefdheid geen sprake was vond ik die belangstelling wel leuk. Het was in de tijd dat de musical HAIR opgevoerd. Ik liet hem weten daar wel erg graag naar toe te willen gaan. Ondanks dat het hele hippiegedoe niet zo bij hem paste bood hij aan om er met mij heen te gaan.
Helaas, toen we op een avond in Amsterdam aankwamen bleken we een paar dagen te laat te zijn. De tent waarin HAIR opgevoerd werd was reeds afgebroken. In de weken die volgden zijn we een paar keer de film geweest en hij nam mij één keer mee naar zijn ouderlijk huis. Dat had hij misschien niet moeten doen, want toen zijn moeder ging vertellen hoe spaarzaam D wel niet was en dat hij de mooie auto waarin hij reed had kunnen kopen zonder een lening aan te gaan kreeg ik de kriebels. Dat verergerde toen hij mij na een week of drie wilde gaan zoenen.
Ik zat behoorlijk met hem in mijn maag. Het was beslist mijn type niet. Op een middag zou hij bij mij langs komen en ik sprak met mijzelf af dat, als hij dat vreemde jackje weer aan had, ik tegen hem zou zeggen dat het maar voorbij moest zijn. Ik was behoorlijk zenuwachtig, want hij had net toestemming gekregen om mij in mijn kamer in de zusterflat te mogen opzoeken. Dat had hij mede verkregen door zijn leeftijd en zijn status van subhoofd zijn. Zo ging dat toen nog in die tijd.
Toen hij na geklopt te hebben mijn kamer binnenstapte wist ik wat mij te doen stond. Ik heb hem netjes binnengelaten en hem daarna verteld dat er wat mij betreft van verliefdheid geen enkele sprake was. Het bleef heel lang stil. Uiteindelijk heb ik hem gevraagd of hij wilde vertekken. Het was absoluut niet leuk om hem weg te zien gaan.
Uitgerekend hem kom ik ergens bij hyves tegen. Ik vind het toch maar beter hem niet uit te nodigen om vriend te worden....
Deze week bedacht ik op een morgen, tijdens het aankleden, dat het al weer meer dan veertien dagen geleden was dat ik op mijn nieuwe fiets gezeten had. Poing, het "kwartje" viel, ik keek naar buiten, het leek goed weer te zijn en ik besloot een broek in plaats van een rok aan te trekken en op de fiets naar mijn werk te gaan. Ik voelde me een beetje trots want ik ging nu echt invulling geven aan mijn in eerdere jaren al heel vaak gemaakte goede voornemens. Ik had toch niet voor niets aan het begin van de zomer een nieuwe fiets aangeschaft.
Een half uurtje later was ik op weg en het voelde goed, en zo in alle rust, tussen de weilanden, liet ik de fietsen die ik ooit heb gehad, de revue eens passeren. Dit was mijn derde nieuwe fiets.
Toen ik zes jaar werd, kreeg ik mijn eerste nieuwe fiets. Op de dag dat ik jarig was stond de fiets 's morgens vroeg in de kamer te pronken. Het was winter er lag sneeuw en van fietsen kwam het die eerste weken niet. Toen de sneeuw later verdwenen was, bleek het nog een heel karwei te zijn om te leren fietsen. Vooral het op- en afstappen bleek voor mij niet eenvoudig te zijn.
Omdat ik op zesjarige leeftijd niet echt groot te noemen was had ik een iets kleinere maat fiets gekregen dan de meeste kinderen wat tot gevolg had dat ik er met elf jaar uitgegroeid was. Er moest een andere komen. Ik mocht kiezen. Of eerst een tweedehands en dan een nieuwe als ik naar de middelbare school zou gaan, of direct een nieuwe, maar dan een goedkopere uitvoering zonder handrem en versnelling, want hiervoor moest echt gespaard worden. Ik ging voor nieuw met waarschijnlijk in mijn achterhoofd wat ik heb, heb ik, volgend jaar moet ik nog maar zien of ik het krijg. Achteraf vind ik het nu wel een beetje een raar dilemma waarvoor ik geplaatst was, maar goed, ik was blij met mijn nieuwe fiets, hoewel ik diep in mijn hart toch ook wel erg graag handremmen had willen hebben, want een jaar later kregen al mijn vriendinnen zo'n fiets....
Hoe die fiets aan zijn einde is gekomen weet ik niet meer, maar toen ik mijn twee kinderen had, heb ik mijn fiets van toen, een tweedehandsje met handremmen en versnelling geruild voor een omafiets van 30 jaar oud. Dat was toen helemaal hot. Daarna heb ik nog een paar andere niet nieuwe fietsen gehad waarvan ik de laatste wel erg mooi heb gevonden. Het was een één jaar oude Gazelle en daar heb ik altijd met veel plezier op gefietst. Echt helemaal aan zijn eindje was-t-ie nog niet, maar opknappen zou ook behoorlijk wat gaan kosten, vandaar de keuze om nu een nieuwe aan te schaffen. Samen met P. want zijn fiets was wel helemaal ten einde.
En zo reed ik in de vroege ochtend al mijmerend op mijn nieuwe fiets naar school. Het voelde goed, zeker met de wetenschap dat het niet noodzakelijk is om met de fiets te gaan, maar dat het een volledig vrije keuze kan zijn. Eerlijk is eerlijk, en fiets is voor mij meer speelgoed dan een noodzakelijk iets wat ik gebruiken moet. Maar speelgoed is er niet om in de kast te laten staan, vandaar dat ik mijzelf nu toch van tijd tot tijd zal verplichten om mij op mijn stalen ros te verplaatsen. De ruim zes kilometer afstand die ik af moet leggen zou ook enige rust in mijn drukke bestaan kunnen geven.
Een aantal jaren geleden werd het afgeschaft, nuancering in de beoordelingen door middel van cijfers. in cijfers. Het zou geen goede invloed hebben op het zelfbeeld van de leerling. Beoordelingen mochten niet meer in cijfers worden uitgedrukt. Er kon worden volstaan met een voldoende of een onvoldoende. Hierdoor werden leerlingen veel gelijkwaardiger aan elkaar. Ik was hier zeer beslist geen voorstander van. Mijn slogan was, wat goed is, mag ook goed heten, maar veranderen kon ik het niet. Ik had het besef heel goed te weten wie ik ben. Ik ben veel te middelmatig om dit denken te doorbreken en er restte mij niets anders dan aan deze nieuwe zienswijze mee te moeten doen. Het was immers vastgelegd in allerlei protocollen?
Nu zal de mentaliteit van de middelmatigheid omgeturnd moeten worden. Er moet weer plaats komen voor bollebozen, zo vindt de minister president, onze eigen bolleboos J.P. Balkenende. Plasterk viel hem bij door ook een duit in het zakje te doen. Europa zou een wetenschappelijk een ontwikkelingsland zijn. Europa moet nog leren van de universiteiten in de V.S en Groot-Brittannië.
Europa moet nog van Groot-Brittannië leren? Ik frons mijn wenkbrouwen. Een echt intelligente opmerking vind ik dat niet. Groot-Brittannië ligt toch in Europa? Ach ik ben geen bolleboos, mijn capaciteiten zullen meer in de middelmatigheid liggen of net iets daarboven. Ik durf dat voor mij zelf vast stellen door dit te meten aan de cijfers die ik vroeger op mijn schoolwerk behaalde. Laten we die ietwat domme opmerking van minister Plasterk dan ook maar gauw vergeten net zoals het vroegere opgelegde streven naar middelmatigheid en blij zijn met de nieuwe zienswijze.
Zou ik dat willen zo vraag ik mij af. Ik las dit weekend in de krant een artikel van iemand die al een aantal jaren in Amerika woont. Hij vertelde in dat interview zich daar een stuk jonger te voelen dan wanneer hij hier in Nederland is, want hij wordt er nooit overvallen door muffe herinneringen die aan van alles en nog wat kleven. Ter illustratie gaf hij een voorbeeld: het gaat om herinneringen die zo oud zijn dat ze duidelijk behoren bij iemand die zich de treinramp bij Harmelen nog levendig kan herinneren.
Ik kan mij nog goed de treinramp bij Harmelen herinneren. Het aantal slachtoffers liep al snel op. Toen het dodenaantal diezelfde dag de twintig passeerde, kreeg het ongeluk onmiddellijk de status van nationale ramp. Uiteindelijk waren er meer dan tachtig doden te betreuren. Later, toen ik veel met het openbaar moest reizen, heb ik heel vaak in de bus of in de trein het aantal passagiers geteld met het oog op, dat als er iets zou gebeuren, of er dan sprake zou kunnen zijn van een nationale ramp, maar dit terzijde. Dit soort herinneringen worden door deze mijnheer dus als "muf" getypeerd. Wanneer het leven je niet telkens aan het verleden zou herinneren, zou je je leeftijdslozer voelen.
Eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat ik in de vakantie weinig aan mijn leeftijd heb gedacht. Of dit nu kwam omdat ik nog nooit in dat deel van Frankrijk was geweest waardoor herinneringen geen rol speelden weet ik niet. Net zo min als ik kan zeggen dat ik daardoor gelukkiger was. Zou ik dat willen, op een plek wonen die nieuw is waardoor er weinig prikkels in de vorm van herinneringen op mij af zouden komen? Nee, ik denk niet dat het bij zou dragen aan mijn geluk. Ik vind het juist fijn herinneringen te hebben, ik koester ze. Dat ik mij daardoor oud ga voelen neem ik er bij. Oud worden is onafwendbaar en niet tegen te houden en herinneringen, muf of niet, horen bij mij en bij mijn leven.
Ik ben altijd weer blij als de eerste week van het nieuwe schooljaar voorbij is. Ik ben niet echt dol op het introductiegebeuren. Het is mij te rommelig en als ik heel eerlijk ben zie ik niet helemaal het nut van in. OK het is speels, het maakt de overgang van de vrijheid in de vakantie naar de gebondenheid in het schoolleven iets minder abrupt, maar een hele dag met een derde jaarsgroepje naar Ameland vind ik qua tijd wel een grote investering. Gelukkig was het mooi weer zodat ik tijdens het uitstapje wel genoten heb.
Toch is de start van het nieuwe schooljaar niet de enige de oorzaak, dat er deze week weinig berichtjes geplaatst zijn en dat ik weinig weblogs bezocht heb. Ook kan ik niet zeggen dat ik veel met schoonmoeder in de weer ben geweest, dat heb ik dit keer aan P. overgelaten. Nee, er is een heel andere reden. Ik ben deze week vreemd gegaan. Ik heb elders een nieuw cyberonderkomen ingericht en ik ben daar eens flink aan het rondkijken geweest. Ik ben namelijk hyver geworden, dit mede naar aanleiding van de openingstoespraak dit schooljaar.
Het heeft even wat tijd opgeslokt, maar ik ben er helemaal uit. Het was leuk om het te maken, maar ik zal daar waarschijnlijk niet zo actief worden. Het goed onderhouden van dit weblog en regelmatig de andere weblogs lezen kost al genoeg tijd. Zo af en toe items schrijven die ergens over gaan, reacties geven en krijgen, geven mij meer voldoening dan het verzamelen van "vrienden". Dit neemt niet weg dat als er lezers zijn die "vriend" van mij willen worden, van harte welkom zijn. Meld je gerust aan, want ik heb nu nog maar 2 "vrienden" en dat is natuurlijk wel erg magertjes. Een beetje populair lijken vind ik ook wel leuk, zo ben ik dan ook wel weer.
|
|