Hebt u hem (haar) al staan, zijdelings van een raam, maar wel zichtbaar, waardoor het net lijkt of iemand heel geïnteresseerd de straat in tuurt? Nee? Ik ook niet, maar mijn buren wel. Wanneer ik de conclusie getrokken heb weet ik niet, maar opeens dacht ik, dat is de oudste dochter niet, dat is een pop, toen ik 's morgens weg reed. Een aantal dagen had ik al gedacht, daar kon wel steeds iemand voor het raam staan, maar goed buurmeisje is vorige week geslaagd, dus ik dacht eerst meer aan ledigheid....
Maar het schijnt een nieuwe rage te zijn. In de krant stond een grote foto van vele paspoppen met het onderschrift:"Beekbergen - In Beekbergen staat één van de drie Nederlandse winkels in tweedehandspaspoppen. Tot de klandizie horen startende kledingwinkels, oorlogsmusea en kunstenaars. De laatste trend is dat particulieren de poppen kopen, aankleden en in hun woning plaatsen voordat ze op vakantie gaan."
Mijn buren zijn overigens niet op vakantie.
Jarenlang heb ik met plezier gewerkt en ik werk nog met plezier. Alleen heb ik in al die jaren gedacht dat ik met werken zou kunnen stoppen als ik begin zestig zou zijn. Een paar jaar geleden kwam aan die toekomstdroom een einde. Ik ben geboren in het verkeerde jaar, voor mij gelden allerlei regels, anders gezegd verworven rechten, niet meer. Ik moet doorgaan totdat ik vijfenzestig ben.
Ik had mij daar bij neergelegd. Natuurlijk, het stelsel moet betaalbaar blijven, er moeten genoeg arbeidskrachten overblijven en zo zijn er vast nog wel een paar argumenten die aannemelijk maken dat er langer doorgewerkt moet worden. Het was even slikken, maar, zoals eerder gezegd, ik had me er al bij neergelegd. Tot vandaag.
Nu raak ik echt het spoor bijster. Ik lees in de krant dat er de komende vier jaar naar verwachting 1,6 miljoen mensen hun baan kwijt raken. Elk jaar zullen er dus 400.000 mensen aan een andere baan geholpen moeten worden. Waar wil men die banen vandaan halen?
Is het dan toch maar niet beter dat de eerder gestelde regels weer geldig verklaard worden, zodat de mensen van mijn leeftijd alsnog kunnen stoppen als ze bijvoorbeeld tweeënzestig zijn. Ik begrijp niet dat ouderen in de tijd die gaat komen verplicht worden om langer door te gaan met werken terwijl er aan de andere kant een tekort aan banen gaat komen en er werk gecreëerd zal moeten worden.
Mijn verstand staat echt even stil. Ik vraag mij echt af of ik het verkeerd zie. Of denk ik nu toch een beetje te veel richting mijn eigen wensen? Hoe dan ook, begrijpen doe ik het op dit moment niet.
"Ben jij ook een Amsterdamse?" vroeg ze aan mij, tijdens de jaarlijks gehouden barbecue van de tennisclub. "Nee hoor, zij komt uut Voass'n" antwoordde een medebestuurslid voor mij. Ik had haar als Amsterdamse in de afgelopen tijd de Veluwse uitspraak geleerd. "Helemaal niet waar, ik kom van 't Loo", bracht ik hier razendsnel en op geaffecteerde toon tegenin. Men moest toch zeker niet te min over mij denken. Om het woord niet kwijt te raken ratelde ik snel verder. "Ik ben een beetje van koninklijke afkomst, ik ben heel in de verte een prinses, heus waar, want toen ik klein was werden de hekken van het paleis voor mij open gezwaaid en dat kan niet iedereen zeggen."
En ik vertelde het verhaal, hoe ik bij mijn vader voor op de fiets zat en dat we zo heel af en toe op bezoek gingen bij een oom van hem. Die oom was houtvester en woonde met enkele andere houtvesters en hun gezinnen, ergens ver achter het paleis, in het bos, in de kroondomeinen. Om daar te komen moest je door het hek van paleis Het Loo, langs de paleiswacht, bij wie er gemeld moest worden wat de reden van het bezoek was. Het was in de tijd dat koningin, toen weer prinses Wilhelmina, nog leefde.
Mijn vader hoefde dan alleen maar de achternaam, welke ook onze naam is, van de oom te noemen en het hek zwaaide open. Dit had voor mij als vijf-, zesjarige, gezeten op het zadeltje voorop de stang van de fiets van mijn vader, wel zoiets magisch; ik zal het nooit vergeten.
"Je voelde je een prinses", bracht iemand anders van het groepje met wie ik samen zat, naar voren. Lachend beaamde ik dit en ik verklaarde dat veel Apeldoorners zich op de één of andere wijze zich toch verbonden voelen met Het Loo. En ja, ik ben van geboorte een Apeldoornse en ik voel me daar altijd nog een beetje toe aangetrokken, ondanks dat ik daar al vele jaren weg ben.
Het leven ontvouwt zich, de dagen rijgen zich aanéén, de tijd schrijdt voort; het zijn allemaal uitdrukkingen voor het feit dat de éne dag wordt opgevolgd door de andere. Terwijl een dag verloopt gebeurt er veel, daar heb ik eerder al eens iets over geschreven. Wanneer er iets heel belangrijks op zo'n dag gebeurt,dan wordt zo'n dag niet vergeten, maar in een herinnering omgezet. Maar ook herinneringen raken nog wel eens op de achtergrond, zo merk ik nu, zeker als het jaarlijks terugkerende gebeurtenissen betreft. Ik ben weer in de periode aangekomen dat er allerlei hoogtepunten plaats vinden. Gisteren waren de finales van de clubkampioenschappen met daarop aansluitend de jaarlijkse barbecue en het clubfeest. Het was al weer voor de derde maal dat ik als voorzitter de prijsuitreiking mocht doen en ik moet zeggen dat een beetje routine hebben zo'n klus wel wat vergemakkelijkt. Hoewel het feest dit jaar niet zo spectaculair was als de twee voorgaande jaren, er was dit keer geen mysterie guest, was het wel weer heel gezellig.
De volgende belangrijke gebeurtenissen zijn de diplomeringen. Ook daarin krijg ik wat meer routine, alleen doet het dit jaar meer met mij dan vorig jaar. Dit keer moet ik wel afscheid nemen van een groep waar ik drie jaar lang nauw bij betrokken ben geweest. Natuurlijk ben ik trots dat deze groep de school met het diploma gaat verlaten. En ik ben helemaal trots dat de leerlingen die er aan deelgenomen hebben de rekentoets van de Pabo gehaald hebben. Maar leerlingen zijn mensen en met mensen kun je een band krijgen, ja je kunt zelfs een beetje van hen gaan houden.... En nu moet ik ze weer loslaten en dat kost, daar moet ik emotioneel altijd iets voor betalen.
Heel toevallig heb ik foto's van de vale gier in mijn foto-archief. Vorig jaar waren we met vakantie in Die. Van daaruit hebben we een paar wandeltochten op en rond de Col de Rousset gemaakt. Daar verblijven permanent een aantal vale gieren. Het is indrukwekkend om deze grote vogels te zien zweven. Als je dat eenmaal gezien hebt vergeet je dat niet weer.
Een aantal dagen later klommen we vanuit Die naar Croix de Justin en boven aangekomen zagen we ze weer zweven. Deze foto's heb ik daar gemaakt. Nu ze in het nieuws zijn, vind ik dat een goede gelegenheid om ze te tonen.
Vorige week had ik dat zo maar. Ik wilde zo graag even "iets" van Rixte. Het liefst wilde ik haar voelen ruiken proeven zien en horen. Ik zou al mijn zintuigen zich aan haar tegoed willen laten doen. Helaas is dat niet altijd mogelijk, maar het bracht mij opeens op het idee dat ik haar misschien wel even zou kunnen horen. Ik belde dochterlief en ik vertelde haar dat ik hoopte iets van Rixtegeluiden op de achtergrond te kunnen horen. Maar wat er ook geprobeerd werd, Rixte was stil en bleef stil.
Vanmiddag ging om half zes de telefoon. "Mam, Rixte wil je spreken!" Dochterlief legde uit dat Rixte in haar spel met mij aan het bellen was, want het woordje oma kwam luid en duidelijk over. Rixte kreeg de echte telefoon van haar moeder, maar het bleef aan die kant stil. Rixte luisterde naar mijn gebabbel. Dochterlief en ik wisselden ten slotte nog een paar woorden met elkaar en toen Rixte aan het eind nog één keer gestimuleerd werd om toch iets te zeggen hoorde ik voor het eerst het ijle stemmetje dat zei: "Dag oma", en een paar tellen later zei ze het nog een keer. Ik smolt. Wat een heerlijkheid. Zo "gewoon" en toch zo bijzonder.
Heb ik deze week lekker buiten in de tuin kunnen lezen, als het regent is het ook fijn om dit binnen, weggekropen op de bank, te doen. Ik ben nog steeds bezig met Trouweloos van Karin Slaughter. Opeens stuitte ik daar op een vreemde passage:
'Voor het eerst liet hij zijn terughoudendheid varen. Mijn vrouw is jaren geleden in het kraambed gestorven. Er verscheen een gekwelde glimlach op zijn gezicht. Tragisch genoeg was het ons eerste kind, maar ik put troost uit mijn Ezekiel'
Ezekiel, ezekiel, wat is in vredesnaam ezekiel zo vraag ik mij af. Ik sla de bladzijde om maar hierover wordt verder geen uitleg gegeven, want de commissaris stelt een vraag over een ander onderwerp. Ik besluit om dit raadsel via google even op te lossen. Op het moment dat ik het heb ingetikt, gaat er bij mij opeens een lichtje branden.
Ach natuurlijk. De groep mensen waar de commissaris op bezoek is heeft wel wat weg van een sekte. Met ezekiel wordt het bijbelboek Ezechiël bedoeld. Daarom staat het ook met een hoofdletter geschreven.
Ik loop terug naar de bank om verder te gaan met lezen. Ik realiseer mij, dat ik niet weet wat er in het bijbelboek Ezechiël staat. Ik merk dat ik net niet nieuwsgierig genoeg ben om ook dat op te gaan zoeken. Ik pak het boek en verdiep mij weer in het verhaal.
Het is in heel veel gevallen beter om jong iets te leren, maar helaas ben ik niet in de gelegenheid geweest om in mijn kindertijd te leren tennissen. Tennissen heeft mij altijd wel heel leuk geleken en zo langzamerhand kan ik zeggen dat ik het op latere leeftijd geleerd heb. Eindelijk ben ik in staat om eens aan een toernooi(tje) mee te doen zonder dat het schaamrood mij naar de kaken stijgt.
Vandaag was het Lady's Day. In vroeger dagen, ook toen ik nog niet tenniste, klonk mij dat altijd heel gezellig en aantrekkelijk in de oren. Meedoen was voor mij niet weggelegd. Eerst omdat ik niet tenniste en later niet omdat ik nog niet goed genoeg kon spelen en daardoor niemand kon vinden met wie ik mij kon inschrijven. Maar vandaag was het zover, ik had een medespeelster gevonden en we konden spelen. Het was voor ons vroeg dag, want het was nogal een eindje uit de buurt. We hebben leuk gespeeld en winnen doe je natuurlijk niet als je voor een eerste keer meedoet.
Dat is ook helemaal niet erg maar, helemaal lekker verliep de dag toch niet.
Aan het eind van de dag heb ik me even heel ongemakkelijk gevoeld. Naast de sport leren beoefenen moet je ook de cultuur er om heen leren kennen. Als ik bij onze eigen club tennis, ga ik na afloop naar huis en douche ik mij daar. Lekker privé en comfortabel in mijn eigen badkamer. Vanmiddag bleek dat ik het eind helemaal fout had ingeschat. Ik had niet echt douchespullen meegenomen en ook geen gewone kleding. Ik kon mij alleen maar een beetje verfrissen en een schoon en droog T-shirtje aandoen, terwijl echt alle andere lady's het heel druk hadden met samen douchen om zich daarna in de mooiste kledij te hijsen. Terwijl ik normaal enige gêne zou hebben om bloot door die kleedruimte te moeten lopen, voelde ik nu enige schaamte omdat ik niet met dit gebruik mee kon doen. "Voel je je dan niet zweterig" vroeg iemand. Echt op mijn gemak voelde ik mij bij deze vraag niet en ik weet ook niet meer precies wat ik geantwoord heb.
Misschien moet ik mijn preutsheid toch een beetje opzij zetten, want ik wil een volgende keer niet weer in zo'n lastig parket terecht komen. In mijn hart blijf ik mijn standpunt trouw. Met kleren aan vind ik mij nu eenmaal meer uitstraling hebben dan zonder. Ik ben heus niet heel veel te zwaar, maar ik heb hier en daar wel een paar vetrolletjes. Ik zal, denk ik, dan ook wel moeite blijven houden met dit ritueel, maar het schijnt er nu eenmaal bij te horen.
En zo is deze dag ook weer ten einde gekomen. Het was zo maar een dag, geen bijzondere dag. een dag die een beetje fris en bewolkt begon, maar waar de zon al in een vroeg stadium te voorschijn kwam. Het was lekker fris in mijn kantoor, mijn raam was al open gezet. Ik was er voor mijn doen al vroeg, even na achten.
Het schema van alle activiteiten die in dit schooljaar nog plaats vinden was redelijk snel in elkaar gezet. Ook kon ik verschillende mensen blij maken door antwoorden te geven op eerder ontvangen e-mails. Het met enige creativiteit opgezette plan om enkele deelnemers een eerder toegezegd bijzonder diploma aan te kunnen bieden ondervond gelukkig bijval.
Om twaalf uur ontmoette ik de middagzon die lekker warm aanvoelde. Ik had wegens verplichtingen nog even geen tijd, ik moest op stagebezoek. Dit begeleidingsgesprek leverde geen moeilijkheden op, een ieder was over het afgelopen jaar tevreden en ik haastte mij in mijn airco gekoelde auto door de felle zon naar een supermarkt om een paar dagelijkse boodschappen te doen.
Op school teruggekomen verwerkte ik nog even wat wijzigingen in het schema en voerde ik nog wat telefoongesprekken. Rond twee uur vertrok ik naar huis alwaar ik mij in toepasselijke zomerse kledij stak. Nadat ik een half uur met hond Sjors rondgesjouwd had heb ik heerlijk ongegeneerd een paar uur in de tuin zitten lezen en griezelen in een boek van Karin Slaughter.
Ik voelde dat rond half zes de zonnestralen minder heftig werden en het kostte me dan ook niet zo heel veel moeite om afscheid te nemen van mijn plekje in de tuin en te gaan koken. Voor de nieuwsgierigen onder ons: tuinboontjes met spekkies, aardappelen en een carbonaadje, het was lekker.
Na de afwas heb ik mij weer verkleed en buiten in het avondzonnetje heb ik met de andere bestuursleden van de tennisclub vergaderd. Het droge witte wijntje aan het eind van vergadering, terwijl de zon onderging, smaakte heerlijk. Thuis gekomen moesten een paar planten nog nodig water hebben. Helaas moest ik nog een paar e-mailtjes versturen en toen ik daar mee klaar was, was het te koud geworden om nog even op het terras neer te strijken.
Nu, tijdens het drinken van een glas rode wijn, overdenk ik mijn dag. Wat gebeurt er eigenlijk veel op zo'n dag. Ik kom er niet eens aan toe om mijn diepere gedachten van deze dag op te schrijven. Het genieten van de zon op allerlei momenten, het vertrouwelijke gesprek met een collega, de gedachten aan mijn kinderen. Het is veel, maar Ik sluit met het schrijven van dit stukje de dag tevreden af.
De ledigheid
Nimmer moet ik ledig wezen;
Alles doen met lust en vlijt.
Bidden, leeren, schrijven, leezen,
Spelen, werken heeft zijn tijd.
(Proeve van kleine gedichten, 1778, p. 18)
Nee, ik ga u niet vermoeien met het opsommen van al datgene wat ik de laatste dagen heb gedaan, maar mijn dagen waren meer dan gevuld met heel veel verschillende bezigheden. Terwijl ik met van alles en nog wat bezig was schoot mij een poësieversje van vroeger door het hoofd. Dit luidde ongeveer zo: Besteed je tijd/ met lust en vlijt/ vraag in gebed/ en verder weet ik het niet meer. Bovenstaand gedichtje is van Hiëronymus van Alphen en heb ik gewoon door het intikken van de zinnen via google gevonden.
Het gebeurt niet zo vaak dat ik er echt niet aan toekom om een stukje te schrijven en om te lezen wat anderen geschreven hebben, maar deze week is dat dus wel het geval. Ik besef dat dit in de toekomst mogelijk meer zal gaan gebeuren als ik mijn plannen doorzet. Ik ga namelijk anders schrijven. Professioneel schrijven. Een paar dagen geleden was ik, op uitnodiging van een uitgeverij, bij een bijeenkomst van auteurs die studiemateriaal schrijven. Na enige aarzeling ga ik de toezegging doen enkele onderdelen die nog geschreven moeten worden voor mijn rekening te willen nemen.
Ik hoop daarmee af te kunnen rekenen met een frustratie van een aantal jaren geleden. Ooit heb ik met een medeauteur een boek geschreven, alleen is het nooit uitgegeven omdat, toen het klaar was, de markt verzadigd was en er niet genoeg afzet meer zou zijn. Plotsklaps was er langszij een nieuwe uitgever met een boek over hetzelfde onderwerp op de markt verschenen. Overigens heb ik het afgesproken honorarium keurig ontvangen, maar geld maakt niet alles goed.......
Mijn verwachting is dat ik wat minder met dit log zal kunnen doen, want tijd kan ik maar één keer besteden. Op dit moment is het nog niet zover. Voorlopig zal ik nog even ruimte hebben om hier mijn zinnen in elkaar te knutselen.
Soms is een team net een groot gezin. De éne keer is het gezellig en gaat alles in hele goede harmonie, wordt er gelachen en heeft men plezier met elkaar, een andere keer is de sfeer narrig, geeft men elkaar weinig ruimte en is men gewoon niet echt aardig naar elkaar. De start van deze ochtend begon in een wat grimmige sfeer. Door onvoorziene omstandigheden was het niet mogelijk geweest om een programma van deze dag te verspreiden. De ochtend zou gevuld worden met een evaluatie over het afgelopen jaar en 's middags stond er een uitstapje op de agenda. Dit was een ieder wel bekend. De dag kende twee gezichten, want tijdens de lunch nam het geanimeerd met elkaar bezig zijn zienderogen toe.Het is leuk om tijdens zo'n uitstapje met teamleden te kunnen praten over niet geplande onderwerpen, maar wat wel te maken heeft met een specifieke deskundigheid van dat teamlid. We waren in Leens. In de tuin, behorend bij het landgoed Verhildersum in Noord Groningen staan prachtige beelden. Een collega die de lessen Tehatex= tekenen, handvaardigheid en textiele werkvormen verzorgt, heeft mij het hele proces van het vervaardigen van zo'n beeld uitgelegd.
Eerst wordt het beeld in klei gemaakt, vervolgens wordt een mal van dat beeld gemaakt en dan wordt in die mal het vloeibare brons gegoten. Ze vertelde het heel boeiend en ze had indertijd heel even het idee gehad om als afstudeerproject iets dergelijkste doen, maar het was uiteindelijk te kostbaar geweest om het uit te voeren. Nu ik een heel klein beetje kennis over deze kunst heb gekregen, bekijk ik deze kunst toch weer met iets andere ogen. Had ik toevallig niet even naast deze collega gelopen en niet een vraag hierover gesteld, dan was dit mooie moment er ook niet geweest. In grote gezinnen zal men ook lang niet altijd van alles van elkaar op de hoogte zijn, net zo min als dat bij ons in het team het geval is, maar het is in beide situaties heel verrassend om even de tijd te hebben met elkaar van gedachten te kunnen wisselen.
Dit jaar is het helemaal goed gegaan. Ouderechtpaar Koolmees (oei, moeilijke zinsconstructie) heeft of hebben dit jaar hun kleintjes groot gekregen. Ik had wel verwacht dat de bedrijvigheid rond het vogelhuisje gestopt zou zijn toen wij vorige week thuis kwamen; en dat was ook zo, maar.....
ik heb de kleintjes toch mogen aanschouwen. In de afgelopen week heb ik door goed op te letten als ik thuis was iets van het gedrag van de familie Koolmees in kaart kunnen brengen. 's Morgens rond half acht fladderde de hele familie achter in de tuin rond met de sering als uitvalbasis om dan op een bepaald moment met zijn vijven naar elders te vertrekken. Rond half zeven keerde de familie via diezelfde sering weer terug naar de bossages achter onze tuin. De eerste dag wilde ik het niet zo geloven, maar toen dit ritueel zich de volgende dag herhaalde moest ik het toch echt voor waar aannemen.
Tijdens dat gefladder in de sering heb ik mijn kans waargenomen en de kleintjes op de foto gezet. Het zijn er volgens mij drie in totaal, want bij alle tellingen die ik tijdens het fladderen heb gedaan kwam ik steeds tot vijf. Ik ben steeds bang geweest dat de kleintjes hapklare brokken zouden zijn voor de eksters die regelmatig een kijkje in de tuin kwamen nemen, maar dat is niet het geval geweest. Ook onze poes is er dit jaar gelukkig vanaf gebleven.
Vandaag heb ik de familie niet meer gezien. Misschien zijn de kleintjes nu groot genoeg om op eigen benen te staan, in vogeltaal: om met eigen vleugels te vliegen. De taak van ouderechtpaar Koolmees is dan volbracht. Ik blijf echter met een paar vragen zitten. Zou het vogelechtpaar nu last hebben van het "lege nest syndroom"? Een paar andere vragen die bij mij opkomen zijn: of de familie onderling contact met elkaar blijft houden, elkaar blijven herkennen als ouder/kind of als broer/zus en of ze in harmonie met elkaar om blijven gaan.
Het was erg leuk om dit hele proces van zo dichtbij te mogen meemaken. Ik heb er van genoten.
De kuierdag is inderdaad een hele warme dag geworden en dat kwam niet alleen door de zon die zich deze dag volop liet zien. Nee, de warmte zat deze dag echt in de sfeer. Vier duizend veelal opgewekte mensen die welgemoed op pad gingen binnen een zeer goed georganiseerd geheel. Elk kwartier mochten er vijf honderd deelnemers starten die dan ook nog weer over twee vakken verdeeld waren. Hierdoor ontstond een dermate uitgerekt deelnemersveld waardoor er heel goed op eigen tempo gewandeld kon worden. Zoals ik in het logje hiervoor berichtte, was de start van de andere twee collega's een uur eerder. Toch hebben we elkaar rond twaalf uur op het grote veld, die bedoeld was voor een rust, getroffen. We hebben samen soep en ons tussendemiddagboterhammetje gegeten. Mijn regel is dat ik tijdens een tocht nooit mijn schoenen uittrek. Ooit heeft een EHBOman tijdens de Nijmeegse Vierdaagse mij dat aangeraden en volgzaam als ik ben luister ik daar natuurlijk na. Mijn collega's niet. De schoenen gingen uit wat ik ook zei. Na een half uurtje scheidden onze wegen weer, want ons tempo lag toch echt een stapje hoger. Thuis gekomen wist ega, onder het genot van een lekker kopje koffie, ons te vertellen dat Pieter Stuyvesant, afkomstig uit de contreien van Noordwolde en waar deze wandeltocht naar vernoemd is, de stichter van New York, toen nog Nieuw Amsterdam is. Later is er ook een sigarettenmerk naar hem vernoemd, maar dit terzijde. Het was vandaag dank zij hem heel druk in Noordwolde, een dorpje in the middle of nowhere, druk en heel gezellig
Kuieren, als kind heb ik het altijd een vreend woord gevonden. Op de één of andere wijze associeerde dit woord voor mijn gevoel altijd met sloom en verveeld slenteren. Als hetzelfde woord kuieren in het Fries gebezigd wordt, komt die associatie bij mij veel minder naar voren. Het past voor mijn gevoel veel beter in dat taalbeeld.
Morgen ga ik de derde Pieter Stuyvesant Kuiertocht lopen. Toen ik het woord Kuiertocht op mijn startbewijs zag staan heb ik het woord toch maar eens in de dikke Van Dale op gezocht. Kuieren wordt daarin omschreven als: op je gemak wandelen. Nu zal dat morgen wel een beetje meevallen, of tegenvallen, het is maar net van welke kant je het bekijkt. Een tocht van 34 kilometer leent zich nu eenmaal minder goed om op je gemak te wandelen. Een beetje tempo maken is nodig om er zeker van te zijn de finish te kunnen halen.
Dit keer loop ik niet met ega, maar met een collega. Eigenlijk heb ik dat hier nog nooit zo uitgesproken, maar het team waar ik deel vanuit maak is een heel fijn team geworden. Een team waarin heel goed samen te werken valt. En dan is het alleen maar leuk om ook buiten werktijd iets met elkaar te ondernemen. Er lopen nog twee collega's van ons mee. maar zij starten een uur eerder. We hebben niets vastomlijnds afgesproken, maar we verwachten wel morgen elkaar ergens te treffen. Het zal mooi weer zijn, het wordt vast een leuke dag. Ik heb er zin in!
|
|